Zoekresultaten 12551-12560 van de 45223 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:111 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-842/DH/DH

    Verzet deels gegrond en klachtonderdeel vervolgens ook gegrond. Verweerder heeft een forse foutieve inschatting gemaakt van de op te leggen proceskostenveroordeling. Verweerder had moeten voorzien dat de proceskostenveroordeling veel hoger uit zou vallen. Aan verweerder wordt een waarschuwing opgelegd. Verzet voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-615/DH/RO

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening in een faillissementskwestie ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:112 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-190/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-743/DH/DH

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij over het in procedures overleggen van documenten waarvan de waarachtigheid ter discussie staat en over ontoelaatbare uitlatingen over klager ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:113 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-291/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de deken kennelijk ongegrond. Verweerder heeft wel degelijk onderzoek gedaan naar de melding van klager en heeft op goede gronden het verzoek tot handhaving van klager afgewezen. Het niet overleggen van een beleidsregel door verweerder in een procedure, is niet in strijd met gedragsregel 8.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-013

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is ontvankelijk in haar klacht. Het is het College op de terechtzitting gebleken dat klaagster goed in staat is zelfstandig te verwoorden dat zij verontwaardigd is over het feit dat ‘de huisarts informatie aan mijn zoon heeft gegeven waar ik veel last van heb. Hij had dat niet mogen doen’ en dat zij daarom een klacht heeft ingediend. Het is daarmee niet aannemelijk geworden dat zij de voor het indienen van een klacht vereiste wilsbekwaamheid mist. Dat bij klaagster geheugenstoornissen zijn vastgesteld, maakt dat niet anders. Door op verzoek van de schoondochter van klaagster de verklaring van 27 november 2019 te verstrekken, welke verklaring was bedoeld om te worden overgelegd in een juridische procedure waarbij klaagster de zeggenschap over o.a. haar financiën zou verliezen, zonder klaagster bijvoorbeeld op het spreekuur uit te nodigen om zich ervan te vergewissen dat klaagster hiermee instemde, heeft beklaagde zijn geheimhoudingsplicht geschonden. Van gerichte toestemming van patiënte zoals bedoeld in de KNMG-richtlijn ‘omgaan met medische gegevens’ is geen sprake. Dat de inhoud van de verklaring onjuist zou zijn, kan het College niet vaststellen. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/371

    Klager is op consult geweest bij een basisarts, die onder supervisie stond van een bedrijfsarts. Klager verwijt de supervisor, dat de supervisie onvoldoende is geweest wat betreft de rapportage en verslaglegging. Ook zouden heldere werkafspraken ontbreken en ontbreekt cruciale informatie in de rapportage. Verweerder voert verweer. Deels gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-249

    Ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Het College is van oordeel dat niet gesteld kan worden dat beklaagde geen passende zorg heeft geboden, de urgentie heeft miskend, of te laat arriveerde bij patiënt. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld en haar beleid adequaat aangepast toen door de koorts een verdenking ontstond op bacteriaemie. Zij heeft de ernst niet onderschat. Ook heeft zij dit alles nauwgezet genoteerd in het dossier. Beklaagde heeft geprobeerd uit te leggen dat patiënt een urosepsis had en wat dat betekende. Ook heeft zij nadrukkelijk getracht uit te leggen dat patiënt mogelijk stervende was. Zij heeft gepoogd uit te leggen dat insturen naar het ziekenhuis niet meer in het belang van patiënt was. Beklaagde heeft op dit punt niet onzorgvuldig gehandeld gezien de toestand van patiënt en zij heeft daarbij voor ogen gehouden dat het primair gaat om het belang van patiënt zelf. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-262a

    Ongegronde klacht tegen een uroloog. Een anios heeft medische handelingen uitgevoerd onder toezicht en onder leiding van beklaagde . Het College is van oordeel dat b eklaagde redelijkerwij s mocht aannemen dat de anios bevoegd en bekwaa m was tot het verrichten van die handelingen . Niet kan worden geconstateerd dat dit het risico op het ontstaan van de darmperforatie heeft verhoogd. Voorts heeft beklaagde zich steeds ingespannen om klaagster informatie verstrekken. Dat klaagster de door haar verzochte informatie in delen heeft ontvangen en het dossier na tien jaar niet meer volledig is, kan beklaagde niet tuchtrechtelijk worden verweten . Ook de overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2020:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-213a

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De rol van beklaagde ten aanzien van klager is beperkt tot drie acties, waarvan eenmaal een administratieve actie, eenmaal heeft hij akkoord op een recept gegeven en eenmaal heeft hij met klager de uitslag van een MRI-scan besproken. Beklaagde heeft klager gerustgesteld en een opvolgadvies gegeven. Het College kan niet volgen in zijn stelling dat beklaagde hem onvoldoende heeft gehoord dan wel onvoldoende zorg heeft verleend. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.