Zoekresultaten 10331-10340 van de 45244 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:124 Raad van Discipline Amsterdam 20-978/A/A
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 31-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:124
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2217-2020/280
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 21-06-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:70
Klaagster dient een klacht in tegen een tandarts met het verwijt dat de tandarts een verkeerde diagnose heeft gesteld, de bovenlaag van klaagsters tanden heeft weg gepolijst, verzuimd heeft te noteren in het medisch dossier dat klaagster op een vork had gebeten en ten onrechte wel heeft genoteerd dat klaagsters klachten door knarsen/klemmen werden veroorzaakt, de praktijk van de tandarts haar beroepsgeheim heeft geschonden en klaagster zorg heeft ontzegd. De tandarts betwist de klachten; zij voert aan dat zij alleen de verkleuringen op de tanden van klaagster heeft verwijderd met een puimsteentje en een scherp hoekje van de voortand heeft gepolijst. De tandarts erkent dat zij niet in het dossier heeft genoteerd dat klaagster op een vork had gebeten, maar zij heeft dat wel in een verwijsbrief aan de gnatholoog wel vermeld. Het college verklaart de klachten van klaagster kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TNORAMS:2021:9 Kamer voor het notariaat Amsterdam 688301 / NT 20-33
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 11-03-2021
- ECLI:NL:TNORAMS:2021:9
Klaagster heeft geen feiten en/of omstandigheden aangedragen waaruit blijkt dat de akten van 27 september 2018, 21 november 2018 en 3 januari 2019 ‘valselijk opgemaakt’ zijn. Op de veiling heeft de notaris het registergoed geveild zoals dit haar bleek uit de leveringsakte van 19 mei 2000 en de hypotheekakte van dezelfde datum. De kamer heeft geen enkele reden om te twijfelen aan de echtheid van deze notariële akten. Uit de akte van 27 september 2018 volgt dat sprake was van een zaal/internetveiling (hybride veiling). Uit het proces-verbaal van veiling en gunning van 21 november 2018 blijkt dat de koopsom bij opbod € 182.000,00 was, terwijl tevens wordt geconstateerd dat er niet is afgemijnd. De kamer volgt het verweer van de notaris dat het niet gebruikelijk is om een volmacht mee te zenden met het afschrift van een notariële akte en dat de volmacht van de Volksbank dus is gehecht aan de originele akte van gunning. De kamer ziet geen reden om daaraan te twijfelen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2021:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 693343 / NT 20-49
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 08-04-2021
- ECLI:NL:TNORAMS:2021:11
Klaagster verwijt de notaris dat hij een onjuist advies heeft gegeven dat niet strookt met de wens van haar en wijlen haar echtgenoot. Klaagster heeft daardoor aanzienlijke schade geleden omdat zij voor de inkomstenbelasting moest afrekenen over het volledig aanmerkelijk belang in de onderneming van haar overleden echtgenoot. Naar het oordeel van de kamer is de notaris met zijn advies bewust en in goed overleg afgeweken van de volgens klaagster aan hem eerder verstrekte opdracht, ter bescherming van het vermogen van klaagster tegen zakelijke crediteuren van erflater. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-131
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 21-06-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:85
Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. De gynaecoloog heeft het onderzoek juist uitgevoerd en heeft op terechte gronden geoordeeld dat er geen sprake is van genitale verminking, vrouwenbesnijdenis of baarmoederverzakking. Dat deze informatie niet aansluit bij hetgeen klaagster voelde of verwachtte, betekent niet dat er sprake zou zijn van verzwijging of onjuiste informatie. Partijen verschillen van mening over de doorverwijzing naar de seksuoloog zodat het College dit niet kan vaststellen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:125 Raad van Discipline Amsterdam 21-106/A/A 21-107/A/A
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 31-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:125
Deels gegronde klacht. Het valt verweerster 1 tuchtrechtelijk te verwijten dat zij de opdracht van klaagster heeft aangenomen zonder eerst na te gaan of er sprake was van belangenverstrengeling. Dit terwijl verweerster 1 van meet af aan wist dat zij te maken had met een vroegere wederpartij van een bestaande cliënt van haar. De raad acht hiervoor de maatregel van waarschuwing passend en geboden. Verweerster 2 heeft voldaan aan de voorwaarden van Gedragsregel 15.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:126 Raad van Discipline Amsterdam 21-071/A/NH
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 31-05-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:126
Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder kon en mocht in het belang van zijn cliënte verlof vragen voor het leggen van conservatoir beslag. Tevens heeft hij een civiele procedure jegens klager aanhangig mogen maken, van schending van Gedagsregel 6 is geen sprake. Klager heeft onvoldoende onderbouwd dat verweerder onjuiste informatie aan de rechter heeft verstrekt en van onnodig grievende uitlatingen is ook geen sprake.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2021:16 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/57
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 14-06-2021
- ECLI:NL:TNORSHE:2021:16
De klacht van klaagster valt uiteen in de volgende drie klachtonderdelen. 1) De notaris heeft partijdig gehandeld. 2) De notaris heeft onvoldoende zorgvuldigheid betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid en onafhankelijke wilsvorming van de aangetrouwde oom van klaagster (hierna: oom). 3) Klaagster vermoedt dat de notaris het verzorgingstehuis (waar haar tante verbleef) en/of de nicht van haar oom heeft geadviseerd om in strijd met de wet te handelen. De klacht wordt ongegrond verklaard. Hoewel de communicatie met klaagster beter had gekund, is volgens de kamer van de door klaagster gestelde verwijtbare partijdigheid niet gebleken. Verder is de kamer van oordeel dat de notaris in de gegeven situatie voldoende alert is geweest op de wilsbekwaamheid van oom en dat zij een voldoende zorgvuldige invulling heeft gegeven aan haar taak om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming van oom. Ten slotte heeft de kamer geoordeeld dat er geen informatie/aanknopingspunten zijn om tot het oordeel te komen dat de notaris adviezen heeft gegeven die in strijd met de wet zijn.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2021:5 Kamer voor het notariaat Amsterdam 692466 / NT 20-46
- Datum publicatie: 21-06-2021
- Datum uitspraak: 10-06-2021
- ECLI:NL:TNORAMS:2021:5
Klagers handelen in deze zaak in de hoedanigheid van rechtsopvolgers onder algemene titel van erflater. Gelet op de ratio van (het opnemen van) de vervaltermijn in de Wna, is de kamer van oordeel dat in een geval als het onderhavige, waarin het klachtrecht van erflater zelf ten aanzien van het handelen van de notaris met betrekking tot de levering van de percelen grond is komen te vervallen, geen plaats is voor een hernieuwd klachtrecht voor klagers sub 1 in hun hoedanigheid als erven of klager sub 2 als legataris. De klachttermijnen voor klagers met betrekking tot de (totstandkoming van de) leveringsakten zijn dus niet gaan lopen vanaf het moment dat klagers (redelijkerwijs) kennis hebben kunnen nemen van de betrokkenheid van de notaris bij de leveringsakten. Bepalend is welke vervaltermijn voor erflater zou hebben gegolden. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:105 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210004D 210007D 210008D 210009D 210010D 210012D
- Datum publicatie: 19-06-2021
- Datum uitspraak: 18-06-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:105
Dekenbezwaar gericht tegen zes advocaten (verweerders) die in dienst zijn bij BrandMR, een zusteronderneming van SRK Rechtsbijstand B.V. BrandMR verleent op betalende basis rechtsbijstand aan klanten die geen rechtsbijstandverzekering hebben. Op grond van de Voda is het verweerders niet toegestaan om, terwijl zij in dienst zijn bij SRK, rechtsbijstand te verlenen aan klanten van BrandMR, omdat zij alleen klanten mogen bijstaan die verzekerd zijn op grond van een rechtsbijstandverzekering. Het hof is het eens met het standpunt van de deken dat de presentatie van verweerders op de website van BrandMR de indruk wekt dat zij diensten voor BrandMR verrichten en dit een misleidend beeld geeft. Verweerders hebben verklaard dat zij zich destijds op deze wijze op de website van BrandMR hebben gepresenteerd, omdat zij het concept van BrandMR wilden steunen en het er niet mee eens zijn dat zij geen diensten voor BrandMR mochten verrichten. Dit doel rechtvaardigt geenszins de wijze waarop verweerders zich op de website hebben gepresenteerd. De deken heeft verweerders er meerdere keren voor gewaarschuwd dat zij de gedragsregels overtraden en verweerders hebben er willens en wetens voor gekozen om de wijze waarop zij zich op de website presenteren niet in overeenstemming te brengen met de op dat moment geldende regelgeving. Het hof acht de maatregel van waarschuwing passend en geboden. Een na de mondelinge behandeling binnengekomen intrekking van het hoger beroep (zonder nadere motivering) van een van de verweerders heeft het hof naast zich neergelegd, in dat stadium is een intrekking zoals bedoeld in artikel 56, vijfde lid van de Advocatenwet niet meer aan de orde.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1033
- Pagina: 1034
- Pagina: 1035
- ...
- Pagina: 4525
- Volgende pagina zoekresultaten