Zoekresultaten 2681-2690 van de 43467 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:196 Raad van Discipline Amsterdam 23-267/A/A

    Raadsbeslissing; De klacht is ongegrond. Van schending van gedragsregel 22 is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:197 Raad van Discipline Amsterdam 23-273/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een cassatieprocedure. Verweerster heeft haar cassatieadvies niet op een verwijtbaar laat moment afgegeven en het valt haar niet aan te rekenen dat klagers cassatieberoep niet-ontvankelijk is verklaard, vanwege het niet indienen van een cassatieschriftuur. Hoewel het cassatieadvies maar kort voor het verlopen van de cassatietermijn is gegeven, heeft verweerster genoegzaam onderbouwd dat het verkrijgen van een second opinion, zo mogelijk gevolgd door het tijdig indienen van een cassatieschriftuur, zeker nog redelijkerwijs mogelijk was geweest. Verweerster heeft zich in dat verband ook nog ingespannen klager te helpen bij het vinden van een andere advocaat voor het geven van een second opinion. Ook valt verweerster niet te verwijten dat zij geen uitstel heeft willen vragen bij de Hoge Raad voor het indienen van het cassatieschriftuur. Omdat verweerster zelf, na bestudering van de zaak van klager, een negatief cassatieadvies had uitgebracht, was het naar het oordeel van de raad begrijpelijk dat verweerster het standpunt innam dat zij niet op goede gronden kon overgaan tot het vragen van uitstel.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:20 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/48

    Bij de totstandkoming van de notariële geldleningsovereenkomst tussen klaagster en haar ex-partner is de notaris verwijtbaar tekortgeschoten in zijn zorg-, informatie-/Belehrungs- en onderzoeksplicht jegens klaagster. Er was onvoldoende waarborg aanwezig om mogelijk ongewenste beïnvloeding en mogelijk misbruik van juridische onkunde en feitelijk overwicht door de ex-partner tegen te gaan. Aan de notaris is de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:240 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5300

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij betrokken was bij een – in haar ogen – ten onrechte aangevraagde zorgmachtiging. Ook zou hij ten onrechte haar vrijwillige opname van een week niet hebben verlengd. De psychiater heeft aangevoerd dat de stukken met betrekking tot aanvraag van de zorgmachtiging op geen enkele wijze blijk geven van enige betrokkenheid van zijn kant. Het college onderschrijft dit. De psychiater heeft verder uiteengezet dat hij als geneesheer-directeur klaagsters bezwaar tegen het ontslag ongegrond heeft verklaard. Het betrof een time-out van één week, die niet werd verlengd vanwege het groepsontwrichtende en onhandelbare gedrag van klaagster. Het college ziet geen reden om aan de zorgvuldigheid van het besluit van de psychiater te twijfelen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:198 Raad van Discipline Amsterdam 23-130/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/5

    Klagers verwijten de notaris dat zij:1. onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflater toen zij op 15 maart 2019, 9 september 2019 en 4 juni 2020 zijn testamenten passeerde;2. onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van de op 15 oktober 2020 door Y afgegeven ruimschoots-verklaring ten aanzien van erflaters nalatenschap;3. ten onrechte de op 29 oktober 2020 opgemaakte verklaring van erfrecht ten aanzien van erflaters nalatenschap heeft afgegeven.Een van de klagers is een VOF. Deze klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in de klacht, omdat de VOF geen indirect of afgeleid belang heeft bij de klacht. De kamer acht een rechtstreeks, een indirect of afgeleid (financieel) belang van de overige klagers bij de klachtonderdelen 2 en 3 evenmin aanwezig. Zij worden daarom niet-ontvankelijk verklaard in de klachtonderdelen 2 en 3. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:74 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/716473 / DW RK 22/150 LvB/WdJ

    Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten. De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt door de brieven van 27 december 2021 aan klagers te betekenen. Dit is anders ten aanzien van de mede in het exploot opgenomen sommatie uit naam van de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de vordering over te gaan. Het was niet aan de gerechtsdeurwaarder om te controleren of incassokosten waren verschuldigd en of aan klagers sub 4 en 5 de zogenoemde veertiendagenbrieven zouden moeten worden verzonden. Verder heeft de gerechtsdeurwaarder gelet op de inhoud van de e-mail van de gemachtigde van klagers van 10 januari 2022 niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de e-mail enkel door te sturen naar de opdrachtgever.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:119 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-312/DB/LI

    Klacht over de eigen advocaat. Het stond verweerster vrij zich terug te trekken. Verweerster heeft daarbij niet de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen. Het lag op verweersters weg om duidelijk te communiceren en schriftelijk vast te leggen dat zij de schuldeisers van klaagster nog niet had aangeschreven. Niet gebleken dat verweerster onvoldoende kennis had, haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden of haar dossiers niet op orde had. Waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:218 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-356/DH/DH

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft verzuimd om van het door haar ontvangen verzoekschrift direct een afschrift naar klager (haar cliënt) te sturen. Waarschuwing. Overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:75 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/716474 / DW RK 22/151 LvB/WdJ

    Klacht gedeeltelijk gegrond. Geldboete van € 250,- opgelegd en veroordeling in de proceskosten. De gerechtsdeurwaarder kan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt door de brief van 12 augustus 2020 aan klaagster te betekenen. Dit is anders ten aanzien van de mede in het exploot opgenomen sommatie uit naam van de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de vordering over te gaan. Verder zijn de kosten van het sommatie-exploot ten onrechte aan klaagster doorberekend. Niet gebleken is dat sprake is van een consumentenkoop, zodat een veertiendagen brief zou moeten worden verzonden. Er is niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de Brp te verifiëren alvorens het exploot te betekenen.