Zoekresultaten 21051-21060 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2016:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/99 SHE/2015/100 SHE/2015/101

    Zuster van klager is bewindvoerder over vermogen van moeder. Op basis van taxatierapport verleent kantonrechter machtiging aan bewindvoerder om woningen van moeder te kopen tegen de getaxeerde waarde, die onder de WOZ-waarde ligt. Notaris passeert akte van levering. Hij wist dat de bewindvoerder bezwaar had aangetekend tegen de WOZ-waardebeschikkingen en heeft voorafgaand aan de levering navraag gedaan bij de taxateur in verband met het waardeverschil. In de gegeven omstandigheden heeft de notaris voldoende zorgvuldigheid betracht, waarbij de kamer mede in aanmerking neemt dat de notaris mocht aannemen dat de kantonrechter er, bij deze verkoop aan de bewindvoerder zélf, extra alert op was geweest dat de onder bewind gestelde zaken van moeder niet onder de marktwaarde werden verkocht. Ongegrond (ook ten aanzien van wijze van declareren).

  • ECLI:NL:TNORSHE:2016:24 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/9

    De notaris heeft advies uitgebracht over op welke wijze , in de statuten en in wetgeving, in de samenstelling van het bestuur wordt voorzien . Klagers klagen over dit advies. Klagers zijn ontvankelijk in hun verzoek, omdat het advies van de notaris betrekking heeft op het lidmaatschap van een aantal bestuurders van klagers. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2016:18 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/14

    Bij levenstestament wordt eerdere volmacht gewijzigd. Notaris heeft in gegeven omstandigheden voldoende zorgvuldigheid betracht bij beoordeling wilsbekwaamheid volmachtgever. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:59 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/100 en AL/2015/101

      Klager is partij geweest bij de hypotheekakte en moet om die reden geacht worden kennis te (kunnen) hebben gehad van de inhoud en de strekking van de hypotheekakte en van het handelen dan wel nalaten van de notaris dienaangaande. De termijn voor indiening van een klacht tegen bedoeld handelen c.q nalaten is daarom aangevangen op de datum van passeren van de akte en na verloop van drie jaren geëindigd. De omstandigheid dat klager eerst na ommekomst van deze termijn tot de opvatting is gekomen dat ten aanzien van de akte sprake is geweest van klachtwaardig handelen dan wel nalaten van de notaris brengt gelet op de vaste rechtspraak van het hof (zie onder meer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ4660) brengt in het vorenstaande geen verandering

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:172 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-292/DH/DH a

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter is van oordeel dat klaagster niet kan worden ontvangen in de klachtonderdelen voor zover deze betrekking hebben op de periode vóór 22 februari 2013. Nu klaagster zich pas op 22 februari 2016 heeft beklaagd over bepaald handelen van verweerster, is de termijn zoals bedoeld in artikel 46g lid 1 sub a verstreken en dienen de klachtonderdelen in zoverre niet-ontvankelijk te worden verklaard. Voor zover de klacht betrekking heeft op het handelen van verweerster vanaf 22 februari 2013 heeft klaagster haar klacht tijdig ingediend en kan zij daarin worden ontvangen. Dat deel van de klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:185 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-567/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Verwijt dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld doordat klager van het bedrag van EUR 874,- aan proceskosten dat zijn wederpartij op grond van een gerechtelijke uitspraak diende te betalen, slechts een bedrag van EUR 50,- heeft ontvangen, terwijl hij in andere zaken die verweerster voor hem heeft behandeld ongeveer vijftig procent van de proceskosten heeft ontvangen. Vast staat dat klager in de onderliggende procedure niet meer dan EUR 50,- aan proceskosten heeft betaald. Uit de stukken volgt dat de eigen bijdrage ter hoogte van EUR 50,- reeds aan klager is betaald, zodat hij schadeloos is gesteld. Dat klager aanspraak zou kunnen maken op een hoger bedrag is niet gebleken en wordt bovendien weerlegd door in het dossier aanwezige stukken. Niet is gebleken dat verweerster op enigerlei wijze tuchtrechtelijk laakbaar jegens klager heeft gehandeld. Integendeel, verweerster heeft wat deze kwestie betreft doorlopend correct en voortvarend gehandeld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2016:51 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2015/85

    Zaak betreft een hond met een heupfractuur. Het verwijt ziet op de voorlichting over de prognose en het feit dat beklaagde met betrekking tot het revalidatietraject geen fysiotherapie heeft geadviseerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:179 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4764/15.74

    Klacht tegen eigen advocaat. Verwijten dat verweerder: a) traag en onjuist/onzorgvuldig heeft gecommuniceerd; b) klager onjuist heeft geadviseerd met betrekking tot de procesgang. Met betrekking tot klachtonderdeel a): De raad heeft geconstateerd dat de door verweerder in de dekenprocedure en ter zitting overgelegde brieven – waarvan hij stelt dat hij deze naar klager heeft verzonden – aan verschillende adressen zijn gericht en dat de straatnaam in de brieven die rechtstreeks naar het adres van klager zijn gezonden, in die brieven op drie verschillende manieren is geschreven. Voorts blijkt uit de stukken dat verweerder niet alleen per post, maar sporadisch ook per e-mail met klager heeft gecommuniceerd.  Bovendien zijn de brieven niet op kantoorpapier geprint. Door de wijze waarop verweerder zijn kantoororganisatie stelt te hebben ingericht, is het voor de raad onmogelijk om na te gaan of klager de overgelegde brieven daadwerkelijk heeft (moeten) ontvangen. Klachtonderdeel a is dan ook gegrond voor zover het betreft het verwijt dat verweerder onzorgvuldig heeft gecommuniceerd. Met betrekking tot klachtonderdeel b): Gelet op de stukken in het dossier, alsmede het verhandelde ter terechtzitting, is de raad van oordeel dat verweerder had moeten voorzien dat de vordering van klager door de voorzieningenrechter zou worden afgewezen. Door desondanks een vordering in kort geding in te stellen, heeft verweerder ervoor gezorgd dat klager extra kosten moest betalen en dat de procedure vertraagd werd. Het klachtonderdeel is gegrond. De raad is van oordeel dat verweerder zijn rol als advocaat niet naar behoren heeft vervuld, nu de raad niet heeft kunnen vaststellen dat verweerder klager voldoende heeft geïnformeerd over voor klagers zaak relevante aspecten en ontwikkelingen. Verweerder had zorg moeten dragen voor een meer zorgvuldige verslaglegging. Bovendien had van verweerder, als redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat, verwacht mogen worden dat hij had voorzien dat het opstarten van een kortgedingprocedure in de onderliggende zaak niet de juiste beslissing was. De raad rekent dit verweerder ernstig aan en acht de maatregel van een berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2016:45 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2015/37

    Dienstdoend dierenarts wordt verweten ten aanzien van een hond met maagklachten geen (juiste) diagnose  te hebben gesteld en tekort te zijn geschoten in de behandeling. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:173 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-591/DH/RO a

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft de klacht ingediend op persoonlijke titel en is geen cliënt van verweerders (geweest). Hij is weliswaar in privé lid van de Vereniging van Eigenaren die door verweerders is bijgestaan, maar heeft in die hoedanigheid slechts een afgeleid belang. De voorzitter is dan ook van oordeel dat klager bij alle klachtonderdelen geen rechtstreeks belang heeft als bedoeld in de Advocatenwet. De klachtonderdelen zijn, ongeacht de vraag of deze feitelijke grondslag hebben, reeds daarom kennelijk niet-ontvankelijk.