Zoekresultaten 12521-12530 van de 45223 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.089

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot herziening. In verzet voert verzoeker aan dat hij geen herzieningsverzoek heeft ingediend maar een verzoek tot herregistratie. Herregistratie in het BIG-register is voorbehouden aan het CIBG en het Centraal Tuchtcollege heeft op dit punt geen bevoegdheid. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668780 DW RK 19/342 LV/SM

    De gerechtsdeurwaarder heeft een vergissing begaan bij bevraging huwelijksgoederenregister waardoor ten onrechte beslag is gelegd op het inkomen van de echtgenote van de schuldenaar. Gelet op de informatie die voorhanden was, in combinatie met een vertraagde inschrijving van de huwelijkse voorwaarden, was er geen reden voor de gerechtsdeurwaarder om te twijfelen aan de uitkomst van de bevraging. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is op dit punt dan ook niet gebleken. Wel is de gerechtsdeurwaarder onzorgvuldig geweest met de privacy gevoelige informatie van klaagster en diens echtgenoot, terwijl dit eenvoudig anders had gekund. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder, kort nadat bekend is geworden dat Covid-19 een wereldwijde epidemie betrof, de overheid gepaste maatregelen had aangekondigd en de KBvG een dringend advies voor haar leden daarop had afgestemd, kennelijk toch de noodzaak gezien om twee keer bij klaagster langs te gaan om of beslag op de inboedel te leggen, dan wel de staat van de inboedel te bepalen. Hieruit blijkt dat de gerechtsdeurwaarder zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de reële gezondheidsrisico’s die dergelijke bezoeken met zich mee kunnen brengen. Juist met het oog op die risico’s is het advies van de KBvG aan haar leden gegeven. In het licht van het voorgaande is een dergelijk handelen niet wat, gelet op de gegeven omstandigheden, een goed gerechtsdeurwaarder betaamt. De maatregel van berisping wordt opgelegd met een veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/438

    Klaagster voelt zich in de steek gelaten door verweerder (orthopedisch chirurg). Klaagster verwijt hem 1) dat hij klaagster en haar klachten tijdens de fysoptherapie niet serieus heeft genomen, 2) dat hij geen nazorg heeft verleend na de knie-operatie en 3) een gebrek aan transparantie. Verweerder heeft verweer gevoerd. Het college heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 085/2019

    - Klacht tegen gynaecoloog gegrond. Gecompliceerde bevalling, baby overleden. Vanwege drukte geen overdracht tussen beklaagde en de eerder dienstdoende gynaecoloog. Beklaagde heeft patiënt niet persoonlijk gezien. Niet begrijpelijk dat beklaagde de CTG’s als goed beoordeelde en de beslissing nam om klaagster rustgevende medicatie te geven en de bevalling over de nacht heen te tillen. Beklaagde had de huisarts persoonlijk behoren in te lichten. Beklaagde erkent de verwijten. Hij is inmiddels met pensioen en niet meer big-geregistreerd. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:149 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.365

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klager is in 2016 enkele malen door de fysiotherapeut behandeld. Hij verwijt haar dat zij tijdens de behandeling de blote voet van klager tegen haar borst heeft aangedrukt, bij de huisarts van klager informatie heeft opgevraagd naar zijn persoon zonder dit te beperken tot gegevens die direct of indirect van invloed zijn op de fysiotherapeutische zorg en zonder toestemming van klager vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met derden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt deze beslissing voor zover deze gaat over het inwinnen van informatie bij de huisarts en verklaart de klacht in zoverre gegrond. Het Centraal Tuchtcollege ziet aanleiding om in dit geval geen maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2020:54 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668509 / DW RK 19/332 LV/SM

    De gerechtsdeurwaarder die overgaat tot beslaglegging onder de werkgever van de partner van een schuldenaar, dient daarbij een hoge mate van zorgvuldigheid in acht te nemen. Het beslag wordt immers gelegd op het inkomen van de niet-schuldenaar waarbij diens werkgever komt te beschikken over (privacy)gevoelige informatie. In gevallen als deze is de ondergrens voor het in acht nemen van de zorgvuldigheid, het op voorhand bevragen van het (openbare) huwelijksgoederenregister. Nu niet valt te achterhalen of een dergelijke bevraging heeft plaatsgevonden, moet worden aangenomen dat dit niet is gebeurd, met een ten onrechte beslaglegging als gevolg. De gevolgen van het niet bevragen van het huwelijksgoederenregister trekken zich verder door nu dit geleid heeft tot het opnemen van onjuiste gegevens in het exploot van beslaglegging. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar. Op de inhoud van een door een gerechtsdeurwaarder uitgebracht exploot moet blindelings kunnen worden vertrouwd. De maatregel van berisping wordt opgelegd met een veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:54 Accountantskamer Zwolle 20/710 Wtra AK

    Betrokkene heeft een (interne) klacht c.q. aansprakelijkstelling behandeld die door klager is ingediend tegen de handelwijze van een aan de accountantsorganisatie verbonden register valuator. Betrokkene is geen onafhankelijke klachtbeoordelaar. Betrokkene heeft de klacht behandeld in het licht van de aansprakelijkstelling, met name de vraag naar de eventuele causaliteit tussen het gestelde tekortschieten van de register valuator enerzijds en de gestelde schade anderzijds. Dat stond betrokkene vrij, omdat tussen betrokkene en klager geen opdrachtrelatie bestond en zij over de scope van het onderzoek geen afspraken hadden gemaakt. De beoordeling van de klacht resulteerde niet in een onderzoeksrapport dat in opdracht (van een cliënt) is opgesteld maar in een reactie dat een partijstandpunt in een civielrechtelijk twistpunt met klager behelst. Voor de beoordeling van de klacht is van belang dat een door een accountant ingenomen civielrechtelijk standpunt, behoudens bijzondere omstandigheden, niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan leiden. Tuchtrechtelijk ingrijpen is daarbij alleen in uitzonderlijke gevallen aan de orde. Voor de vervulling van zijn taak en voor de grondslag van de beslissing op de door klager ingediende klacht geldt geen specifiek nader voorschrift of standaard als bedoeld in artikel 24 en 25 van de VGBA noch een NBA-handreiking. De klacht is ongegrond. Voor zover de klacht was gericht tegen het accountantskantoor is deze niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-418/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop, voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:133 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-236/DH/RO/D

    Klaagster heeft onder begeleiding van een mediator (geen advocaat) een echtscheidingsconvenant opgesteld. De mediator heeft vervolgens verweerder ingeschakeld om de echtscheiding verder af te wikkelen. Verweerder heeft dat gedaan, maar zonder contact op te nemen met klaagster of haar te ontmoeten en zonder haar te informeren en te adviseren over de procedure. Dit is verwijtbaar, voorwaardelijke schorsing van vier weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:127 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-282/DH/RO

    Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door plotseling de hoedanigheid van advocaat van zijn eigen onderneming aan te nemen, zonder dat klaagster op de hoogte was van de complicaties die er waren in de schadeafwikkeling. De manier waarop hij verweerder contact heeft opgenomen is tuchtrechtelijk laakbaar; hij had niet direct een persoonlijke sommatie en aankondiging van rechtsmaatregelen moeten sturen. Hoewel een berisping passend zou zijn, ziet de raad in de door verweerder gemaakte excuses aanleiding slechts een waarschuwing op te leggen.