ECLI:NL:TGZCTG:2020:148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.089

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2020:148
Datum uitspraak: 21-08-2020
Datum publicatie: 21-08-2020
Zaaknummer(s): c2020.089
Onderwerp: Grensoverschrijdend gedrag
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot herziening. In verzet voert verzoeker aan dat hij geen herzieningsverzoek heeft ingediend maar een verzoek tot herregistratie. Herregistratie in het BIG-register is voorbehouden aan het CIBG en het Centraal Tuchtcollege heeft op dit punt geen bevoegdheid. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het verzet ongegrond.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing op het verzet onder nummer C2020.089 van:

A. voorheen huisarts,

wonende te B.,

verzoeker.

1.         Verloop van de procedure

1.1       Bij beslissing van 31 maart 2015, onder nummer C2014.273 en C2014.276, heeft het Centraal Tuchtcollege aan de heer A. – hierna verzoeker – de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register opgelegd met publicatie.

1.2       Bij brief van 29 maart 2020, ingekomen bij het Centraal Tuchtcollege op

31 maart 2020, spreekt verzoeker de wens uit in aanmerking te komen voor herregistratie als huisarts.

1.3       De voorzitter van het Centraal Tuchtcollege heeft bij beslissing van 23 april 2020 verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Tegen deze beslissing heeft verzoeker verzet aangetekend.

1.4       Het verzet is behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 31 juli 2020. Verzoeker is verschenen en heeft ter terechtzitting zijn standpunten nader toegelicht aan de hand van notities met bijlagen die aan het Centraal Tuchtcollege zijn overgelegd.

2.          Beoordeling van het verzet

2.1       Verzoeker heeft met zijn brief van 25 april 2020 verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van het Centraal Tuchtcollege van 23 april 2020.

2.2       In die beslissing heeft de voorzitter vooropgesteld dat herregistratie in het BIG-register is voorbehouden aan het CIBG en dat het Centraal Tuchtcollege op dit punt geen bevoegdheid heeft. Voor zover verzoeker een verzoek tot herziening heeft willen indienen is hij door de voorzitter in dat verzoek niet-ontvankelijk verklaard.

2.3       Verzoeker voert als belangrijkste punt voor zijn verzet aan dat hij met zijn brief van 29 maart 2020 geen herzieningsverzoek heeft ingediend, maar een verzoek tot herregistratie. Omdat herregistratie is voorbehouden aan het CIBG, een uitvoeringsorganisatie onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan dit punt niet leiden tot de gegrondverklaring van het verzet. Verzoeker is voor een verzoek tot herregistratie bij het Centraal Tuchtcollege niet aan het goede adres. Het verzet slaagt dus niet.

5.         Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verklaart het verzet ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door: C.H.M. van Altena, voorzitter;

A.R.O. Mooy en T.W.H.E. Schmitz, leden-juristen en F.M.M. van Exter en M.G.M. Smid-Oostendorp, leden-beroepsgenoten en M.D. Barendrecht-Deelen, secretaris.

Uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 augustus 2020.

Voorzitter  w.g.          Secretaris  w.g.