Zoekresultaten 4091-4100 van de 43082 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4209

    Gedeeltelijke gegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft klaagster geopereerd aan haar buik. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij in plaats van (alleen) de rectus diastase te sluiten een volledige buikwandcorrectie heeft uitgevoerd, waarbij hij de rectus diastase niet (correct) heeft gesloten, voorafgaand aan de operatie onvoldoende informatie heeft gegeven, de buikwandcorrectie onzorgvuldig heeft uitgevoerd en onvoldoende nazorg heeft geleverd door alleen wondvocht weg te halen en geen littekenbehandeling te hebben geadviseerd. Het college is met betrekking tot het tweede klachtonderdeel van oordeel dat het de taak is van een zorgverlener om patiënt op een begrijpelijke wijze te informeren over een voorgestelde behandeling voordat een patiënt toestemming geeft voor het uitvoeren van die behandeling. Het in zijn algemeenheid spreken over een buikwandcorrectie die passend is voor de klachten van patiënte betekent niet per definitie dat er ook sprake is van informed consent. Het is aan de plastisch chirurg om te verifiëren dat klaagster heeft begrepen wat de voorgestelde behandeling (in haar specifieke geval inhoudt en (vervolgens) dat zij hier akkoord mee is. Omdat de plastisch chirurg in het medisch dossier niets heeft genoteerd over een eventuele uitleg aan klaagster over de voorgenomen behandeling en een hiervoor verkregen informed consent kan het college niet vaststellen of de plastisch chirurg wel (voldoende) uitleg over de behandeling heeft gegeven. Het college verklaart het tweede klachtonderdeel (geen sprake van informed consent) gegrond, verklaart de klacht voor het overige ongegrond en legt de plastisch chirurg de maatregel op van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2023:1 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2021/14 VB 2021/15

    Hond. Het Veterinair Beroepscollege volgt het oordeel van het Veterinair Tuchtcollege dat de dierenartsen niet veterinair onzorgvuldig hebben gehandeld en dat het veterinaire handelen binnen de grenzen van een redelijke beroepsuitoefening is gebleven. Verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:4 Accountantskamer Zwolle 22/64 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die bestuurder is van een onderneming die buitenlandse ondernemers assisteert bij het opzetten van Nederlandse entiteiten. Klacht ongegrond. Aangezien niet is komen vast te staan dat betrokkene een rol heeft gespeeld bij de oprichting van een B.V. voor klager en hij er daarom vaktechnisch niet voor verantwoordelijk kan worden gehouden, kan betrokkene niet worden verweten dat hij de B.V. niet aan klager heeft geleverd. Klager heeft niet aangetoond dat betrokkene hem heeft afgeperst en dat naast de gefactureerde werkzaamheden die zijn verricht op basis van de voor akkoord ondertekende opdrachtbevestiging nog andere bedragen in rekening zijn gebracht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:2 Accountantskamer Zwolle 22/286 Wtra AK

    Klacht tegen externe accountant over controle jaarrekening groep in verband met vermeende onjuistheden bij buitenlandse dochteronderneming. Klacht deels gegrond; deels ongegrond. Oplegging maatregel van waarschuwing. Bij gebreke van de administratieve gegevens waarop betrokkene zijn controlewerkzaamheden heeft verricht, kan niet worden vastgesteld of en zo ja in hoeverre betrokkene onvoldoende controlewerkzaamheden heeft verricht. Klaagsters hebben niet concreet gemaakt dat betrokkene bij de door hem verrichte controlewerkzaamheden tekort is geschoten. De controledocumentatie schiet op onderdelen tekort. Het lag op de weg van betrokkene om in zijn controledossier deugdelijk te documenteren waarom de door accountantsorganisatie Indonesië verschafte informatie voldeed om de daaruit getrokken conclusies te kunnen trekken. De weigering van accountantsorganistatie Indonesië om betrokkene nog toegang te verschaffen tot haar controledossier komt voor risico van betrokkene.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:3 Accountantskamer Zwolle 22/790 Wtra AK 22/791 Wtra AK

    Betrokkenen hebben gedurende vele jaren diverse werkzaamheden, waaronder het samenstellen van jaarrekeningen, verricht voor een vennootschap. Klagers zijn de enig aandeelhouders van de vennootschap. De rekening-courantschuld van klagers aan de vennootschap is in de loop van de jaren steeds verder opgelopen. Klagers stellen dat zij ten onrechte niet voor de risico’s hiervan zijn gewaarschuwd door betrokkenen en dat aan hen geen besprekingsverslagen zijn verstrekt. De klacht is ongegrond. Klagers zijn voldoende gewaarschuwd voor het oplopen van de rekening-courantschuld. Voldoende aannemelijk is dat besprekingsverslagen zijn toegezonden aan klagers.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:7 Hof van Discipline 's Gravenhage 210382

    Klachten gericht tegen voormalig eigen advocaat. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad met aanvulling van de motivering en verklaart alle klachtonderdelen, te weten a) en b) gegrond. Het hof stelt voorop dat het een advocaat vrij staat om tegen eenieder aangifte te doen van een strafbaar feit, ook als het een (voormalig) cliënt betreft. Het hof is zich ervan bewust dat de veiligheid van advocaten in het huidige tijdsgewricht onder druk staat en dat advocaten met enige regelmaat worden bedreigd in de uitoefening van hun praktijk. In dit verband is door (de deken van) de Orde van Advocaten een protocol bedreigde advocaten opgesteld, hoe advocaten die worden bedreigd bij de uitvoering van hun werkzaamheden, door of namens wederpartijen dan wel door de eigen (al dan niet voormalige) cliënt, hiervan melding kunnen maken. Als een advocaat aangifte wil doen, dient hij voorafgaand overleg te plegen met de deken en diens advies in te winnen op basis van het door hem geschetste beeld over de aard, de oorzaak en de gevolgen van die melding. De deken dient de advocaat hierin ook bij te staan en hem van gepast advies te voorzien. Ook de beantwoording van de vraag of het beroepsgeheim in concrete gevallen mag worden doorbroken, teneinde een directe dreiging van ernstig, toekomstig gevaar voor de advocaat of een betrokkene af te wenden, dient in samenspraak met de deken plaats te vinden. Naar aanleiding van het overleg tussen de advocaat en de deken kan vervolgens worden besloten om de kwestie te melden bij de Hoofdofficier van Justitie en aangifte te doen bij de politie. De Hoofdofficier van Justitie meldt de kwestie door aan het hoofd van de unit BB&C, zodat die dit verder kan oppakken met de betreffende advocaat en een risico-analyse kan maken. Nu verweerder heeft nagelaten voorafgaand aan de aanvullende aangifte advies in te winnen bij de deken (ook in verband met de doorbreking van zijn geheimhoudingsplicht), heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Aan verweerder is de maatregel van berisping opgelegd. Het beroep van de deken is door het hof niet-ontvankelijk verklaard, nu de deken zijn beroepschrift niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4231

    Gegronde klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft een medisch rapport over klager uitgebracht in het kader van een deskundigenoordeel. Klager verwijt de verzekeringsarts dat zij haar onderzoek onzorgvuldig en in strijd met het professioneel handelen heeft gedaan. Doordat de verzekeringsarts geen verweerschrift heeft ingediend en niet ter zitting is verschenen, is haar verweer niet bekend. Het college stelt vast dat de verzekeringsarts klager zelf niet heeft gezien en onderzocht, zij heeft haar rapportage slechts gebaseerd op informatie die zij van de bedrijfsarts heeft verkregen. Daarbij heeft zij haar conclusie niet onderbouwd. De medische rapportage voldoet daarmee niet aan de zorgvuldigheidseisen. De klacht is gegrond. Door geen verweer te voeren en niet ter zitting te verschijnen heeft de verzekeringsarts geen verantwoording aan klager en het college afgelegd en heeft het college geen inzicht gekregen in de persoon van de verzekeringsarts. Het college acht onder deze omstandigheden slechts de maatregel van berisping passend en geboden. Berisping. Publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4087

    Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klaagster verwijt de verzekeringsarts onder andere dat hij informatie in het niet-medisch rapport heeft opgenomen die niet met de voormalig werkgever van klaagster behoorde te worden gedeeld en dat hij in het medisch rapport heeft opgenomen dat hij een aanwijzing zag voor een cluster B/C persoonlijkheid zonder dit met klaagster tijdens het verzuimconsult te hebben besproken. Het college overweegt dat de verzekeringsarts de informatie wel wat zakelijker had kunnen weergeven maar dat dit handelen niet dusdanig ernstig is dat het tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Wat betreft het vermelden van de aanwijzing, oordeelt het college dat de verzekeringsarts deze aanwijzing beter met klaagster had kunnen bespreken voordat hij het in zijn rapportage opnam. Het college vindt dit handelen echter niet dusdanig ernstig dat het tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De overige klachten zijn ook ongegrond. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4642

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft de opdracht gekregen om een medisch advies uit te brengen over de vraag of er causaal verband bestaat tussen de klachten en de beperkingen van klaagster en de werkvloer. De verzekeringsarts heeft in zijn rapport geconcludeerd dat hij voor een volledige en zorgvuldige beeld- en besluitvorming meer informatie nodig heeft. Volgens klaagster is het advies frauduleus en had de verzekeringsarts voldoende informatie. Ook verwijt zij de verzekeringsarts dat hij heeft nagelaten om het medisch advies uit te leggen. Het college oordeelt dat het advies voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De verzekeringsarts heeft gelet op zijn gemotiveerde onderbouwing in redelijkheid tot zijn conclusie kunnen komen dat meer informatie benodigd was. Van een onjuist advies, laat staan van een frauduleus advies, is dan ook absoluut niet gebleken. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:369 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-559/AL/MN

    Tussenbeslissing in verzet. De vastgestelde feiten kunnen de grond voor de beslissing van de voorzitter niet dragen. Verzet gegrond. De raad acht zich onvoldoende voorgelicht om te kunnen beoordelen of de klacht van klagers, gelet op het verstrijken van de tijd tussen het beklaagde handelen van verweerder en het moment waarop klagers aangegeven hebben dat zij de klacht tegen verweerder weer wilden oppakken, wel of niet ontvankelijk is en of er overigens sprake is van strijd met de goede procesorde. Zaak terug naar deken voor nader onderzoek.