Zoekresultaten 3871-3880 van de 42894 resultaten

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-01 (2022.V6-EN AVANT)

    Op 25 augustus 2021, omstreeks 23.09 uur LT, heeft aan boord van de sleepboot EA7 een zeer ernstig ongeval plaatsgevonden. Hierbij is een matroos om het leven gekomen en is een stagiair gewond geraakt. Het ongeval vond plaats in de Centrale Insteekhaven te Moerdijk. De EA7 voerde een havenassistentie uit, als achtersleepboot. Het zeeschip, dat geassisteerd werd, was de Tia Marta. De En Avant 4 was betrokken als voorsleepboot. De Tia Marta werd achteruit uit de Oostelijke Insteekhaven getrokken om vervolgens in de zwaaicirkel van de Centrale Insteekhaven gedraaid te worden om daarna vooruit richting het Zuid-Hollands Diep te gaan. Bij deze manoeuvre zijn de matroos en de stagiair bekneld geraakt tussen de sleeptros en de accommodatie. De matroos is vrijwel direct aan zijn verwondingen overleden. De stagiair heeft twee ribben gebroken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:11 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-358/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht van een advocaat. De raad oordeelt dat van 'napleiten' als bedoeld in gedragsregel 21 lid 3 geen sprake is. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:9 Raad van Discipline Amsterdam 22-964/A/NH

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Het behoort tot verweersters taak als partijdige belangenbehartiger de belangen van haar cliënte zo goed mogelijk te behartigen. Niet gebleken is dat verweerster daarbij de belangen van klager onnodig of onevenredig heeft geschaad zonder redelijk doel. De aansprakelijkheidsstelling kan niet als zodanig gelden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:13 Raad van Discipline Amsterdam 22-965/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de dienstverlening eigen advocaat, gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk niet-ontvankelijk omdat de klacht deels zag op gedragingen van meer dan drie jaar geleden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4586

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. In deze tuchtprocedure neemt klager bij zijn klachten de lezing van de verpleegkundige tot uitgangspunt, namelijk dat de verpleegkundige na zijn onderzoek tot de werkhypothese is gekomen dat bij klager mogelijk sprake was van een hersenbloeding (CVA) en dat de verpleegkundige klager heeft geadviseerd om met de ambulance naar het ziekenhuis te gaan voor nader onderzoek door een neuroloog. Het college is van oordeel dat de verpleegkundige ervan uit mocht gaan dat klager wilsbekwaam was toen hij volhardde in zijn weigering om met de ambulance mee te gaan. Verder kan het college de verpleegkundige volgen in zijn beslissing dat hij de weigering van klager moest accepteren. Met het geven van de, door klager begrepen, instructies hoe te handelen als de pijn zou aanhouden heeft de verpleegkundige zorgvuldig gehandeld. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-02 (2022.V7-EN AVANT)

    Op 25 augustus 2021, omstreeks 23.09 uur LT, heeft aan boord van de sleepboot EA7 een zeer ernstig ongeval plaatsgevonden. Hierbij is een matroos om het leven gekomen en is een stagiair gewond geraakt. Het ongeval vond plaats in de Centrale Insteekhaven te Moerdijk. De EA7 voerde een havenassistentie uit, als achtersleepboot. Het zeeschip, dat geassisteerd werd, was de Tia Marta. De En Avant 4 was betrokken als voorsleepboot. De Tia Marta werd achteruit uit de Oostelijke Insteekhaven getrokken om vervolgens in de zwaaicirkel van de Centrale Insteekhaven gedraaid te worden om daarna vooruit richting het Zuid-Hollands Diep te gaan. Bij deze manoeuvre zijn de matroos en de stagiair bekneld geraakt tussen de sleeptros en de accommodatie. De matroos is vrijwel direct aan zijn verwondingen overleden. De stagiair heeft twee ribben gebroken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:24 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-945/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een handelsgeschil deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van rechtstreeks belang. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:10 Raad van Discipline Amsterdam 22-957/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het is inherent aan verweerders rol als advocaat van de wederpartij zich partijdig jegens klaagster op te stellen; Verweerder is niet gehouden alle e-mails van klaagster te beantwoorden of haar te voorzien van juridisch advies.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:8 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-925/AL/NN

    Naar het oordeel van de raad mocht verweerster niet optreden als advocaat van de wederpartij tegen klaagster (een stichting). Verweerster heeft jarenlang als huisadvocaat voor klaagster opgetreden. Zij heeft niet vooraf instemming van klaagster gevraagd om voor de wederpartij op te treden. Verweerster heeft niet voldaan aan de 3e uitzonderingsgrond van gedragsregel 15 lid 3. Wegens het bij verweerster bekende bestaan van bezwaren bij klaagster tegen haar belangenbehartiging van de wederpartij, had verweerster zich moeten terugtrekken. Dat heeft zij niet gedaan, terwijl die bezwaren daartoe wel aanleiding gaven met een schijn van belangenverstrengeling. Ondanks de schending van artikel 46 Aw, gedragsregel 15 en de kernwaarden partijdigheid en vertrouwelijkheid, waarvoor een berisping geïndiceerd zou zijn, legt de raad een waarschuwing op. Niet is komen vast te staan dat verweerster concrete vertrouwelijke informatie over klaagster uit haar tijd als huisadvocaat tegen klaagster heeft gebruikt. Daarnaast heeft verweerster een blanco tuchtrechtelijk verleden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4261

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Naar het oordeel van het college mocht de verpleegkundige erop vertrouwen dat klager door het zetten van zijn paraaf op het toestemmingsformulier, toestemming gaf aan de verpleegkundige om een brief te schrijven over het belang van bewindvoering voor klager en aldus informatie over klager te delen. Anders dan waar klager kennelijk van uitgaat, heeft de verpleegkundige ook niet bepaald dat klager een bewindvoerder nodig had. De brief die de verpleegkundige heeft geschreven, diende ertoe om vanuit het perspectief van de verpleegkundige het belang van onderbewindstelling te motiveren en daarmee te ondersteunen. Dat is iets anders dan over bewindvoering bepalen of beslissen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.