Zoekresultaten 2071-2080 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:150 Hof van Discipline 's Gravenhage 220116

    Klacht over eigen advocaat via FNV. Beroep ingesteld door verweerster tegen gegrond verklaarde klachtonderdelen en opgelegde maatregel (waarschuwing). De raad heeft geoordeeld dat verweerster de conclusie heeft mogen trekken dat er geen vertrouwensbasis meer tussen haar en klager was. Omdat hiertegen geen beroepsgrond is ingediend door klager staat dit oordeel in hoger beroep vast. Dit betekent dat ook het hiermee samenhangende klachtonderdeel d) ongegrond had moeten worden verklaard. Anders dan de raad is het hof daarnaast van oordeel dat verweerster niet gehouden was klager bij het beëindigen van de opdracht erop had moeten wijzen dat hij in geval van rechtsbijstand buiten FNV mogelijk voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking zou kunnen komen. Het voert verder te ver om in zijn algemeenheid aan te nemen dat een advocaat ook moet wijzen op alternatieven voor zijn (verdere) rechtsbijstand en de financiering daarvan. De beroepsgronden van verweerster slagen. De door de raad gegrond verklaarde klachtonderdelen worden alsnog ongegrond verklaard. Vernietiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:151 Hof van Discipline 's Gravenhage 220139

    Klacht tegen deken. De raad achtte klaagster ontvankelijk in haar klacht en verklaarde de klacht ongegrond. De deken die de klacht heeft behandeld, heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het beroep is gericht tegen het oordeel van de raad over de ontvankelijkheid van klaagster en is bedoeld om duidelijkheid te verkrijgen over de situatie waarin een klager niet tijdig het griffierecht heeft voldaan en vervolgens een nieuwe klacht indient die ziet op hetzelfde feitencomplex. De deken stelt dat, omdat de huidige klacht betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex, de raad klaagster niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Het hof oordeelt dat voor dit standpunt geen steun te vinden is in de Advocatenwet of de bijbehorende wetsgeschiedenis. In geval de wetgever aan het niet (tijdig) betalen van het griffierecht het verval van het klachtrecht had willen verbinden had het op de weg van de wetgever gelegen dat uitdrukkelijk te bepalen. Daarvan is geen sprake. Van een eerder genomen tuchtrechtelijke eindbeslissing is geen sprake. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:191 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-047/DH/RO

    Verzet niet-ontvankelijk, want te laat ingediend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:152 Hof van Discipline 's Gravenhage 220162

    Beroep ingesteld door verweerder. Verweerder heeft vanuit religieuze overwegingen en vanuit de rol die hij in de tempel vervulde met klager gesproken. Klager heeft zeer persoonlijke en daarmee vertrouwelijke informatie met verweerder gedeeld over de huwelijksproblemen tussen klager en zijn toenmalige echtgenote. Verweerder heeft klager geadviseerd zijn huwelijk niet op het spel te zetten. Onder deze omstandigheden stond het verweerder niet vrij de echtgenote van klager één of twee dagen later als advocaat te gaan bijstaan. Bekrachtiging beslissing raad (inhoudende waarschuwing), proceskostenveroordeling. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:192 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-094/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:49 Accountantskamer Zwolle 23/16 Wtra AK

    Klacht tegen een voormalig bestuurder van een accountantskantoor. Betrokkene heeft aan de financierende bank en aan de Raad van Commissarissen halfjaarcijfers 2019 en 2020 verschaft, welke cijfers op onderdelen onderling afwijken en afwijken van de cijfers in de interne administratie. De post belastingen in de halfjaarcijfers 2020 ontbeert een deugdelijke grondslag wat noodzakelijkerwijs betekent dat ook een of meer andere posten in die cijfers geen deugdelijke grondslag hebben. Betrokkene is zonder toestemming van de Raad van Commissarissen twee nieuwe financieringsarrangementen aangegaan. De maatregel van berisping wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:130 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1757

    Klacht tegen orthopedisch chirurg. Bij klaagster werd na een val een wervelbreuk vastgesteld. De orthopedisch chirurg heeft in opdracht van de rechtsbijstandsverzekering van klaagster een expertiserapport uitgebracht ter beantwoording van de vraag of sprake is geweest van medisch onzorgvuldig handelen met betrekking tot de wervelbreuk. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte en valse rapporten heeft overgenomen uit het dossier van het ziekenhuis. Ook verwijt zij de orthopedisch chirurg dat hij niet heeft gereageerd op klaagsters sommatie om bewijs te leveren van de stelling dat zij aan de poliomyelitis uit haar jeugd klachten en/of afwijkingen had overgehouden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:131 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1809

    Klacht tegen psychiater. Klager is beroepschauffeur en rijdt op een vrachtwagen. De psychiater heeft klager op verzoek van het CBR onderzocht in het kader een psychiatrische keuring ten behoeve van een rijbewijsverlenging. Op grond van het keuringsrapport is klager niet rijgeschikt verklaard. Klager verwijt de psychiater onder meer dat het onderzoek onterecht en zonder zijn medeweten en instemming is uitgebreid naar een alcoholonderzoek en dat de psychiater te veel waarde heeft gehecht aan de uitkomsten van het bloedonderzoek (CDT-waarde). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht (deels) gegrond en legt aan de psychiater de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart de klacht alsnog ongegrond en verstaat dat de waarschuwing is komen te vervallen. Alles overziend is het CTG van oordeel dat ook als de psychiater kennis had gedragen van het feit dat klager ten tijde van het onderzoek vakantie had en daarom sprake was van een hoger alcoholgebruik dan normaal (maar zij was daarvan niet op de hoogte), dit niet noodzakelijkerwijs tot een ander advies had geleid.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:64 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730665 / DW RK 23/80 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Klager betwist de vordering. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:132 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1792

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. In februari 2018 heeft de orthopedisch chirurg bij klaagster een heupprothese geplaatst. Nadien is klaagster meerdere malen ter controle gezien en onderzocht wegens aanhoudende pijnklachten. Op 2 maart 2020 heeft een arthrogram plaatsgevonden. De radioloog concludeerde dat er geen argumenten voor loslating waren. Klaagster heeft zich voor een second opinion gewend tot een ander ziekenhuis. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg dat zij de heup niet goed heeft geplaatst. Na de operatie kwam er veel wondvocht vrij. Bovendien hield zij klachten. Een verbetering deed zich niet voor. In december 2021 is klaagster opnieuw geopereerd. Klaagster heeft het idee dat er te veel mensen in opleiding bij de operatie aanwezig waren en dat de orthopedisch chirurg haar aandacht er niet goed bij heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.