Zoekresultaten 19691-19700 van de 44867 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:333 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.200

    Klacht tegen verpleegkundige. Naar aanleiding van een huisbezoek door een arts-assistent vanwege verbale agressie en fysieke dreiging in de thuissituatie is klager in 2014 gedurende drie maanden in contact geweest met de GGZ-instelling waar de verpleegkundige werkzaam is. Klager was bekend met psychoses in het verleden. Klager verwijt de verpleegkundige onder meer dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en medische onwaarheden heeft gedeeld met zijn ex-vriendin, dat hij een onjuiste rapportage heeft geschreven, dat hij de verkeerde huisarts heeft aangeschreven en zijn huidige huisarts te laat heeft ingelicht en dat hij vooringenomen en onzorgvuldig is geweest en zich zou hebben laten beïnvloeden door de ex-vriendin van klager. Verder maakt klager bezwaar tegen de hoogte van het bedrag dat de instelling bij zijn zorgverzekeraar in rekening heeft gebracht. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:233 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170163

    Met de raad is het hof van oordeel dat de enkele mogelijkheid dat verweerder zich alsnog aan de zaak zou onttrekken, wanneer de persoonlijke relatie een optimale behartiging van de belangen van zijn zoon in de weg zou staan, niet volstond. Verweerder had – de verhoudingen kennend – aan die belangenbehartiging niet moeten beginnen. Het hof komt tot de slotsom dat klachtonderdeel a) terecht gegrond is verklaard. De maatregel van waarschuwing is passend en geboden. De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:327 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.323

    Klager niet-ontvankelijk in zijn beroep wegens termijnoverschrijding (artikel 73 lid 1 Wet BIG juncto artikel 74 lid 1 Wet BIG).

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:240 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170152

    Kennelijk beroept klager zich op stuiting van de verjaringstermijn, dan wel verschoonbare termijnoverschrijding. Artikel 46g behelst een vervaltermijn. Zoal de vervaltermijn van artikel 46g Advocatenwet onder bijzondere omstandigheden verschoonbaar zou kunnen worden overschreden, dan nog kan hier de opgegeven reden – het voeren van procedures – daartoe niet dienen. Het voeren van die procedures verhinderde immers niet het indienen van een klacht bij deken. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:334 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.289

    Klacht tegen (beginnend) verloskundige. De verloskundige was werkzaam als waarneemster in een verloskundigenpraktijk. Klaagster had zich vanwege vaginaal bloedverlies gewend tot de praktijk omdat zij ongerust was over haar prille zwangerschap. De verloskundige heeft klaagster tweemaal gezien en heeft echo’s gemaakt en heeft telefonisch contact met klaagster gehad. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster had moeten inlichten dat zij niet bevoegd was om echo’s te maken, dat zij klaagster ten onrechte zonder enige twijfel meerdere keren heeft laten geloven dat zij nog zwanger was en dat zij twee keer een echo verkeerd heeft beoordeeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen gegrond verklaard en de verloskundige de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep met handhaving van de berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:234 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170169

    Nu de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht van klaagster gedeeltelijk als kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk als kennelijk ongegrond heeft afgewezen betekent dit dat de Advocatenwet aan klaagster niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad waarbij het verzet van klaagster ongegrond is verklaard. Klaagster heeft een beroep op schending van fundamentele rechtsbeginselen door de raad gedaan, maar heeft dit beroep ingesteld ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 56 lid 1 Advocatenwet genoemde termijn van 30 dagen na verzending van de bestreden beslissing van de raad. Het hof komt wegens termijnoverschrijding niet toe aan de beoordeling van de gestelde schendingen van fundamentele rechtsbeginselen en verklaart klaagster in niet ontvankelijk in haar beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:328 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.043

    Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. Klaagster is gediagnosticeerd als zijnde dement met kenmerken van Korsakov. Zij verblijft op grond van een rechterlijke machtiging in een psychiatrische instelling. De arts is daar als specialist ouderengeneeskunde betrokken geweest bij de behandeling van klaagster. Klaagster heeft een mentor. Zij heeft getracht het mentorschap over haarzelf te laten opheffen, hetgeen niet is gelukt. Klaagster heeft de klacht ingediend zonder dat haar mentor daarmee heeft ingestemd. H et Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in de klacht. Volgens het Regionaal Tuchtcollege kan klaagster niet als klachtgerechtigde worden aangemerkt, nu haar mentor niet heeft ingestemd met het indienen van de klacht. Klaagster heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, verklaart klaagster ontvankelijk in haar klacht (gelet op het uitgangspunt dat een patiënt(e) die daartoe behoorlijk in staat is, zelf degene is die beslist over het al of niet indienen van een klacht met betrekking tot zijn of haar behandeling) en verklaart de inhoudelijke lacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:252 Raad van Discipline Amsterdam 17-838/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over deken. Deken komt grote mate van vrijheid toe bij inrichting onderzoek, en was in dat kader niet gehouden om commentaar van klager op de concept-aanbiedingsbrief over te nemen. Daarbij geldt dat volledige klachtdossier aan raad is toegezonden, waaronder commentaar van klager op concept-aanbiedingsbrief, zodat raad daar kennis van heeft kunnen nemen. Klacht deels kennelijk ongegrond. Voor het overige is klager niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:335 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.344

    Klaagster klaagt over de behandeling van haar tante (die een mentor heeft) door de arts en over het handelen van de arts ten opzichte van klaagster zelf. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klachten. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:235 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170166

    Gedeeltelijke bekrachtiging van de beslissing van de raad. Ten aanzien van het dossier van de voormalige burgemeester hebben partijen ter zitting van de raad afspraken gemaakt. Klager heeft in zijn beroepschrift gesteld dat niet alle stukken in het dossier zaten en dat verweerder stukken heeft achtergehouden. Verweerder heeft hierop gemotiveerd aangevoerd dat hij de stukken die specifiek door klager zijn benoemd als zijnde achtergehouden door verweerder, niet in zijn bezit heeft gehad. Het had op de weg van klager gelegen nader te onderbouwen dat de stukken die volgens hem door verweerder zijn achtergehouden deel hebben uitgemaakt van het dossier. Nu hij dit niet heeft gedaan, kan het hof niet vaststellen dat verweerder heeft geweigerd het gehele dossier van de voormalig burgemeester aan klager af te geven. Volgt ongegrondverklaring van klachtonderdeel d.