ECLI:NL:TGZCTG:2017:327 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.323

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2017:327
Datum uitspraak: 07-12-2017
Datum publicatie: 07-12-2017
Zaaknummer(s): c2016.323
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager niet-ontvankelijk in zijn beroep wegens termijnoverschrijding (artikel 73 lid 1 Wet BIG juncto artikel 74 lid 1 Wet BIG).

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2016.323 van:

A., wonende te B., gemeente C., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

D., verpleegkundige, werkzaam te E., verweerster in beide instanties, gemachtigde: mr. J.H.A. de Jong, advocaat te Groningen.

1. Verloop van de procedure

A. - hierna klager - heeft op 2 februari 2016 bij het Regionaal Tuchtcollege te Groningen tegen D. - hierna de verpleegkundige - een klacht ingediend. Bij beslissing van 28 juni 2016, onder nummer VP2016/05 heeft dat College de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen. Klager is van die beslissing in beroep gekomen. De verpleegkundige heeft een verweerschrift in beroep ingediend.

De zaak is in beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tucht-college van 7 november 2017, waar zijn verschenen klager en de verpleegkundige, bijgestaan door mr. De Jong. De zaak is over en weer bepleit. Klager heeft dat gedaan aan de hand van pleitnotities met bijlagen die aan het Centraal Tuchtcollege zijn overgelegd.

2. Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd.

(…) 2. Vaststaande feiten

Verweerster is werkzaam bij de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) E./Hulpverleningsdienst. Een aantal gemeenten, waaronder de gemeente C., heeft een convenant met deze organisatie gesloten.

3. De klacht

De klacht, zo begrijpt het college, houdt in dat iemand vanwege de gemeente C. contact heeft opgenomen met de huisarts van klager, de heer F.. Weliswaar ontkent de gemeente dit, maar klager heeft aanwijzingen dat er wel degelijk contact is geweest tussen verweerster en de heer F.. Deze heeft geen informatie verstrekt, maar verweerster is toch ‘aan de haal gegaan’ met gegevens, alsof de huisarts deze niet had ontkend.

4. Het verweer

Verweerster brengt naar voren dat zij in het kader van haar werkzaamheden voor de GGD-E./Hulpverleningsdienst, dus niet vanwege de gemeente C., contact heeft gehad met de huisarts van klager.

5. Beoordeling van de klacht

5.1

De klacht faalt voorzover het gaat om de vraag of vanwege de gemeente C. contact is opgenomen met de huisarts van klager. Dit contact is niet komen vast te staan. Als dat al anders was, geldt dat de gemeente niet tuchtrechtelijk kan worden aangesproken.

5.2

Wel staat vast dat verweerster contact met de huisarts van klaagster heeft gehad.

Dit is niet zonder meer tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dat verweerster ‘aan de haal zou zijn met gegevens’, alsof de huisarts deze had verstrekt, is op geen enkele wijze onderbouwd. Dit deel van de klacht houdt dus evenmin steek.

6. Slotsom

De klacht is in alle delen kennelijk ongegrond. Daarom moet worden beslist als volgt. (…) ”.

3. Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de beslissing in eerste aanleg onder het kopje “2. Vaststaande feiten”, welke weergave in beroep niet, althans onvoldoende, is bestreden.

4. Beoordeling van het beroep

4.1 In beroep heeft klager zijn klacht herhaald en nader toegelicht.

4.2 De verpleegkundige heeft gemotiveerd verweer gevoerd.

4.3 Ter beoordeling is allereerst het meest verstrekkende verweer van de verpleegkundige dat klager in zijn beroep niet-ontvankelijk is, aangezien de termijn waarbinnen beroep moest worden ingesteld is overschreden.

4.4 Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat ingevolge het bepaalde in artikel 73 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) het beroepschrift op straffe van niet-ontvankelijkheid moet worden ingediend binnen zes weken na de verzending van het afschrift van de bestreden beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Een afschrift van de bestreden beslissing is bij brief van 28 juni 2016 aan klager verstuurd. Klager had derhalve tot uiterlijk 9 augustus 2016 de gelegenheid om hoger beroep in te stellen.

Klager heeft een beroepschrift, gedateerd 25 augustus 2016, ingediend, dat op

30 augustus 2016 per post is ingekomen bij het Regionaal Tuchtcollege. Dit betekent dat het beroepschrift na het verstrijken van de beroepstermijn, derhalve te laat is ingediend.

4.5 Het Centraal Tuchtcollege heeft klager bij brief van 21 september 2016 in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat hij het beroep zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden, heeft ingesteld, een en ander zoals is bepaald in artikel 73 lid 3 van de Wet BIG. Klager heeft daarop gereageerd bij brief van 27 augustus 2016 met een bijlage, ingekomen bij het Centraal Tuchtcollege op 29 september 2016.

Daarna zijn nog enkele brieven van klager ingekomen bij het Centraal Tuchtcollege.

4.6 Bij brief van het Centraal Tuchtcollege van 28 maart 2017 is partijen meegedeeld dat de zaak in raadkamer zal worden behandeld. Hierop heeft het Centraal Tuchtcollege op 31 maart 2017 een brief van klager ontvangen.

4.7 Bij brief van 7 april 2017 heeft het Centraal Tuchtcollege partijen meegedeeld

– samengevat weergegeven – dat de zaak niet in raadkamer zal worden behandeld maar op een openbare terechtzitting, dat de schriftelijke fase van de behandeling van de zaak dient te worden voortgezet en dat klager in de gelegenheid wordt gesteld om de gronden van het beroep schriftelijk aan te vullen. Bij brief van 28 april 2017 heeft klager de gronden van zijn beroep aangevuld. Vervolgens heeft de verpleegkundige een verweerschrift ingediend.

4.8 In beroep is allereerst de vraag aan de orde of de termijnoverschrijding van klager verschoonbaar is.

4.9 Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat niet is gebleken van zodanige bijzondere omstandigheden, die aan klager niet kunnen worden toegerekend, dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is te achten. Blijkens de verklaring van klager is de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege aangetekend aan het juiste adres verzonden, is de brief tweemaal door PostNL aangeboden, waarbij steeds een bericht in de brievenbus van klager is achtergelaten. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege staat hiermee vast dat de aangetekende brief correct aan klager is verzonden en aangeboden. Vervolgens heeft PostNL de aangetekende brief op 8 juli 2016 aan het Regionaal Tuchtcollege geretourneerd met de mededeling dat deze niet is afgehaald of is geweigerd. De stelling van klager dat hij bij het afhalen van de brief problemen heeft ondervonden, namelijk dat hij bij het dichtstbijzijnde postkantoor een toegangsverbod heeft, dat hij naar een verkeerd postkantoor is gestuurd en dat hij hierdoor de brief niet tijdig heeft kunnen afhalen, kan hem niet baten. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege zijn dit omstandigheden die geheel voor rekening en risico van klager komen. Klager is zelf verantwoordelijk voor het tijdig afhalen van de brief.

4.10 Nu geen andere feiten en omstandigheden zijn gesteld of gebleken die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, is op grond van het voorgaande de conclusie dat het beroepschrift niet voldoet aan het in artikel 73 lid 1 van de Wet BIG gestelde vereiste, zodat klager op grond van het bepaalde in artikel 74 lid 1 van de Wet BIG niet-ontvankelijk is in het beroep. Om die reden komt het Centraal Tuchtcollege niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.

5. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: mr. T.L. de Vries, voorzitter, mr.drs. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. dr. B. Frederiks, leden-juristen en P.A.M. Storck en P. van der Zee, leden-beroepsgenoten en mr. J.S. Heidstra, secretaris.

Uitgesproken ter openbare zitting van 7 december 2017.

Voorzitter w.g. Secretaris w.g.