Zoekresultaten 12981-12990 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/283

      Klager is door verweerder, chirurg, behandeld na een operatie aan de hartklep. De chirurg wordt verweten dat hij klager na de operatie te snel heeft gemobiliseerd en te intensief heeft belast, waardoor hij epileptische aanvallen heeft gekregen. Tevens wordt verweerder verweten dat de bezwaren van de echtgenote van klager hiertegen zijn genegeerd.     Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-970/DH/RO

    Raadbeslissing. Klaagster is in klachtonderdeel a) niet-ontvankelijk verklaard. Klachtonderdeel b) dat er in de kern op neer komt dat verweerster in strijd met de waarheid stelt berichten te hebben gestuurd, is gegrond verklaard. De gedragingen van verweerster raken aan, in het bijzonder, de kernwaarde integriteit. Voor advocaten die deze kernwaarde met voeten treden is binnen de advocatuur geen plaats. De ernst van de gedragingen van verweerster en het gevaar voor herhaling zijn daarvoor te groot. Onderhavige klacht staat immers niet op zichzelf. Een andere klachtzaak tegen verweerster met nummer 18-359/DH/RO – die grote overeenkomsten vertoont met onderhavige klachtzaak – verklaart de raad bij eveneens vandaag genomen beslissing gegrond. Verweerster heeft naar aanleiding van eerdere voorvallen kennelijk geen, althans onvoldoende, maatregelen genomen om herhaling van dergelijke klachten te voorkomen. Schrapping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:101 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-714/DH/RO

    Verweerster heeft de door klaagster aan haar verstrekte opdracht niet vervuld en is daarover ten opzichte van klaagster niet duidelijk geweest. Zij heeft de schijn gewekt met de zaak bezig te zijn en heeft klaagster diverse malen toegezegd de zaak op te pakken maar feitelijk heeft verweerster twee jaar lang (nagenoeg) niets aan de zaak gedaan. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:114 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-381/DH/DH

    Verweerster heeft een aanvraag voor een verblijfsvergunning ingediend, De aanvraag is afgewezen, omdat de bij de aanvraag gevoegde bewijzen ontoereikend waren. Verweerster heeft bezwaar ingesteld en heeft daarbij opnieuw, deels dezelfde, ontoereikende bewijzen overgelegd. Het bezwaar is kennelijk ongegrond verklaard. Dit alles leidt tot een gegronde klacht en een berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:127 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-813/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Tussen klager en verweerster is sprake geweest van een gecompliceerde beëindiging van het dienstverband van verweerster ten gevolge waarvan tussen partijen meerdere (klacht)procedures aanhangig zijn (geweest) en de gemoederen hoog zijn opgelopen. In de vele procedures tussen partijen ziet de voorzitter dan ook een verklaring voor de door verweerster gekozen bewoordingen. Met haar woordkeus heeft verweerster de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare niet overschreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:108 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-193/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat die namens de wederpartij cassatie heeft ingesteld, kennelijk ongegrond. De voorzitter overweegt dat het op de weg van klaagster had gelegen om te onderbouwen op welke wijze verweerster de grenzen van de haar, als advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Daarin is klaagster niet geslaagd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 006/2019

    Verwijten over de uitvoering van diagnostisch onderzoek kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:9 Kamer voor het notariaat Amsterdam 18-57

    In verband met de afwikkeling van de verdeling van de gezamenlijke woning van klaagster en haar ex-echtgenoot is de notaris ingeschakeld voor het passeren van de akte van verdeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-976/DH/RO

    Raadbeslissing. Klacht van klager dat verweerder de beslissingen op bezwaar van het college niet tijdig aan klager heeft toegezonden, waardoor de beroepstermijnen zijn verstreken, gegrond verklaard. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:102 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-938/DH/DH

    Verweerster heeft de belangen van klaagster niet behartigd volgens de kwaliteitseisen en de professionele standaard die in de advocatuur gelden. Voorts heeft verweerster, nadat klaagster in oktober 2015 aan verweerster had verzocht om namens haar een verzoek tot vaststelling van partneralimentatie, dit pas in september 2016 gedaan. Uit het dossier blijkt niet van een reden voor deze vertraging en/of wat over het moment van indiening is afgesproken, terwijl dit gelet op gedragsregel 8 (oud) wel op de weg van verweerster gelegen. Gelet op het voorgaande is verweerster ten opzichte van klaagster tekortgeschoten in haar zorgplicht. Mede in aanmerking genomen het ontbreken van ieder inzicht bij verweerster ten aanzien van haar tekortkoming alsmede haar tuchtrechtelijk verleden, berisping.