Zoekresultaten 3451-3460 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:24 Hof van Discipline 's Gravenhage 220009

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft de heer H. per e-mail benaderd en hem aansprakelijk gesteld, terwijl verweerder wist dat klaagster de heer H. als getuige had aangemerkt en hem als getuige had genoemd in de inleidende dagvaarding. Naar het oordeel van het hof heeft verweerder de heer H. hiermee op ontoelaatbare wijze beinvloed en in strijd gehandeld met de kernwaarde integriteit. Bekrachtiging raadsbeslissing. Berisping en kostenveroordeling.   

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:18 Hof van Discipline 's Gravenhage 220032

    Klager (een voormalig advocaat) verwijt verweerder dat hij in strijd heeft gehandeld met het streven van advocaten naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen, zoals vervat in gedragsregel 24. In deze zaak gaat het om de vraag of verweerder in een interview met een krant verslag heeft mogen doen van de inhoud van een (beweerdelijke) telefoongesprek met de zaaksofficier en of verweerder daarmee jegens klager onbetamelijk heeft gehandeld, door zich publiekelijk over hem uit te laten en daarmee de indruk te versterken dat klager banden zou hebben met een criminele organisatie. De raad heeft de klacht gegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. ​​​​​Verweerder had geen belang bij het doen van belastende en schadelijke uitlatingen over klager, juist of niet. Verweerder heeft door het doen van zijn uitlatingen in het interview niet de welwillendheid die hij tegenover klager als beroepsgenoot in acht had horen te nemen, in acht genomen. Verweerder heeft daarmee gehandeld in strijd met de kernwaarde integriteit (artikel 10a Advocatenwet). 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/3600

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een dermatoloog. Klaagster was doorverwezen naar het ziekenhuis waar de dermatoloog werkzaam is voor een laserbehandeling van littekens op haar wang. Er hebben verschillende behandelingen plaatsgevonden, o.a. een resurfacing behandeling. Klaagster verwijt de dermatoloog dat 1) er tijdens de resurfacing behandeling iets mis is gegaan, waardoor zich een litteken heeft ontwikkeld op haar wang en 2) klaagster op de spoedeisende hulp naar huis is gestuurd met zalf. Het college oordeelt dat de beide klachtonderdelen feitelijke grondslag missen, omdat de dermatoloog die behandeling niet heeft verricht en hij ook verder er niet bij betrokken was en omdat hij heeft verklaard klaagster nooit te hebben gesproken en/of gezien tijdens zijn diensten op de spoedeisende hulp en het college geen reden ziet om aan zijn verklaring te twijfelen. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:25 Hof van Discipline 's Gravenhage 220002

    Artikel 13-beklag. Het hof is met de deken van oordeel dat klager geen belang heeft bij toewijzing van een advocaat, gelet op de al aanhangige procedure waarin dezelfde rechtsvraag voorligt, en gelet op het feit dat klager nog niet in overleg is getreden met de Ontvanger. Reeds hierom acht het hof klagers beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:19 Hof van Discipline 's Gravenhage 220033D

    Klager verwijt verweerder dat hij ten opzichte van klager gevaarzettend heeft gehandeld door zijn naam als (mogelijke) belangenbehartiger van de kroongetuige te lekken naar de pers. De klacht is door de raad gegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Verweerder wist als geen ander dat betrokkenheid als belangenbehartiger van de kroongetuige in het Marengo-proces met veiligheidsrisico’s gepaard gaat. Verweerder moet zich dan ook bewust zijn geweest van het gevaarzettend karakter van zijn handelen. Van hem had dan ook uiterste voorzichtigheid en terughoudendheid mogen worden verwacht. Door desondanks zonder redelijk belang of noodzaak in verband met de zaak van de kroongetuige mededelingen over klager te doen aan een journalist, heeft hij in strijd gehandeld met de professionele verantwoordelijkheid die behoort tot de kernwaarde integriteit.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4486

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager bezocht de huisarts in de Covid-19 pandemie. Volgens klager maakte de huisarts hem belachelijk, door een piemel op haar witte doktersjas te tekenen en daarop te tikken tijdens het consult. Klager is weggelopen. De huisarts vroeg enkele dagen na het consult om uitleg aan klager, maar die kreeg zij toen niet. Klager verwijt de huisarts dat door haar handelen klager een geestesziekte aangemeerd kreeg, er een incompleet medisch dossier over hem ontstond en zorg hem werd onthouden. De huisarts heeft verweer gevoerd. Vanwege tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder doktersjassen, had de praktijk laboratoriumjassen geleend van verschillende scholen. Op verschillende jassen stonden tekeningen. Afgaand op het verhaal van klager, begreep de huisarts pas na bijna twee jaar tijdens een gesprek met klager dat er op haar jas een geslachtsdeel stond getekend en dat hij daarom plotseling was weggelopen. Het college acht de verklaring van de huisarts, hoe het geslachtsdeel op de doktersjas is gekomen, aannemelijk. Het college is niet gebleken dat de huisarts een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:26 Hof van Discipline 's Gravenhage 210372

    Klacht over eigen advocaat. Voortzetting procedure door deken op grond van algemeen belang. Met de raad rekent het hof verweerder zwaar aan dat hij gedurende de behandeling van het echtscheidingsverzoek van klaagster de belangrijke kernwaarde van (financiële) integriteit heeft geschonden. Het hof is van oordeel dat verweerder bij de behartiging van de belangen van klaagster teveel zijn eigen financiële belangen heeft laten meewegen, in het bijzonder door buitensporig te declareren en zijn cliënte te willen faciliteren bij het afsluiten van een lening met voor klaagster bijzonder bezwarende voorwaarden om zijn declaraties te voldoen. Bekrachtiging. Berisping.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:20 Hof van Discipline 's Gravenhage 220034

    Klager (verdachte en kroongetuige in een strafzaak) verwijt verweerder dat hij zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden en – na beëindiging van de samenwerking – geheimhoudersstukken aan de deken en het Openbaar Ministerie heeft verstrekt. De raad heeft beide klachtonderdelen gegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad. Het hof sluit zich aan bij het oordeel van de raad dat verweerder meermalen de geheimhoudingsplicht (kernwaarde vertrouwelijkheid) tegenover klager, een voormalig cliënt, heeft geschonden. Deze schendingen hebben bovendien plaatsgevonden in het kader van een maatschappelijk belangwekkende en gevoelige strafzaak. Verweerder had geen gerechtvaardigd belang om zo te handelen en van hem had uiterste terughoudendheid en voorzichtigheid mogen worden verwacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4487

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager had in de Covid-19 pandemie een consult bij een collega van verweerder. Op de doktersjas van deze collega stond een piemel getekend. Toen klager dat zag, is hij weggelopen uit het consult zonder uit te leggen waarom. Ruim anderhalf jaar later begreep de huisarts pas waarom klager was weggelopen en is in een gesprek, in het bijzijn van verweerder, uitleg aan klager gegeven. Volgens klager heeft verweerder allerlei verhalen verzonnen en hield hij de leugens van zijn collega in stand, terwijl hij wist dat het leugens waren. Verweerder heeft verweer gevoerd. Hij was op verzoek van zijn collega aanwezig tijdens het gesprek met klager. Het college is van oordeel dat de huisarts een aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de aanwezigheid van een geslachtsdeel op haar doktersjas. Vanwege tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder doktersjassen, had de praktijk laboratoriumjassen geleend van verschillende scholen. Op verschillende jassen stonden tekeningen, zo ook op de jas van de huisarts van klager. Dat verweerder die verklaring niet heeft afgedaan als leugen, acht het college niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het college is niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk een verwijt kan worden gemaakt. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:27 Hof van Discipline 's Gravenhage 210245

    Bekrachtiging beslissing raad betreffende advocaat van de wederpartij. Bij het leggen van beslag is verweerster niet met de vereiste deskundigheid en niet proportioneel te werk is gegaan. Omdat partijen nadere afspraken gemaakt hadden, kon verweerster niet meer terugvallen op de alimentatiebeschikking en op grond daarvan executoriaal beslag leggen. Bovendien is beslag gelegd voor buitenproportioneel bedrag en is verweerster na betaling van de achterstand niet overgegaan tot opheffing van het beslag. Daarvoor was een kort geding nodig. Berisping