Zoekresultaten 2391-2400 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/712543 / DW RK 22/18 LvB/WdJ

    De gerechtsdeurwaarder mocht beslag op de (oude) auto van klager leggen en hoefde het beslag niet aan te kondigen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4605

    Klacht tegen huisarts ongegrond. Klagers moeder (hierna: patiënte) was bekend met dementie. Vanwege een val van een krukje had zij pijnklachten en is zij enkele dagen later op vrijdag door verweerder gezien. Hij onderzocht patiënte en adviseerde om haar paracetamol te geven tegen de pijn. Daarnaast werd na intercollegiaal overleg besloten om patiënte op de transferafdeling van een zorgcentrum te laten opnemen. Hier kon zij de volgende maandag terecht. Vanaf dat moment viel zij niet meer onder de huisartsenzorg van verweerder. Omdat de pijnklachten in de periode daarna bleven aanhouden, zijn uiteindelijk een CT-scan en röntgenfoto van de onderrug gemaakt met als conclusie gekend hoogteverlies van L1 (maar progressief ten opzichte van 2019) en een nieuwe compressiefractuur L2. Niet veel later is een palliatief beleid ingezet en is patiënte overleden. Klager verwijt verweerder onder meer dat hij niet de juiste diagnose heeft gesteld bij patiënte, onvoldoende/niet het juiste onderzoek heeft verricht en dat patiënte onnodig veel pijn leed. Ook verwijt klager verweerder dat hij na het consult op vrijdag geen contact meer heeft opgenomen. Het college komt tot het oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:47 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/717650 / DW RK 22/187 LvB/WdJ

    Er bestaat voor de gerechtsdeurwaarder weliswaar geen wettelijke verplichting om een schuldenaar voorafgaand het leggen van beslag aan te schrijven, maar nu klager bijna vier jaar niets meer over de vordering heeft vernomen had het in dit geval op de weg van de gerechtsdeurwaarder gelegen om klager voorafgaand het leggen van het beslag in de gelegenheid te stellen de vordering te betalen dan wel een regeling te treffen. Dit om te voorkomen dat de kosten onnodig zouden oplopen. Klacht is gedeeltelijk gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/5046

    Klacht tegen arts in forensisch psychiatrische kliniek kennelijk ongegrond. Verweerder levert huisartsenzorg in de forensisch psychiatrische kliniek waar klager verblijft. Omdat klager ’s nachts last heeft van rugpijn, slikt hij elke avond 400 mg ibuprofen. Klager verwijt verweerder dat zijn rugklachten niet verholpen kunnen worden met fysiotherapie en ook verwijt hij verweerder dat hij geen oplossing biedt in de vorm van een nieuw matras. De verwijten zijn niet terecht. Verweerder heeft adequaat gehandeld door klager te adviseren de fysiotherapie te hervatten en bij persisterende rugklachten terug te komen. Daarnaast vallen de matrassen binnen de kliniek onder de verantwoordelijkheid van de afdelingsmanager en kan niet aan verweerder worden verweten dat klager geen nieuw matras krijgt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/717041 / DW RK 22/165 LvB/WdJ

    Er kan de gerechtsdeurwaarder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt dat er beslag op de uitkering van klaagster is gelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft terecht zonder machtiging niet rechtstreeks met de partner van klaagster gecommuniceerd. Niet gebleken is dat er dubbele incassokosten in rekening zijn gebracht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:6 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-06 (2023.V1-HELGE)

    Het verzoek tot tuchtrechtelijke behandeling is ingediend naar aanleiding van het volgende ongeval: In de vroege ochtend van 9 september 2022 was het ms Helge onderweg van Antwerpen naar Heroya (Noorwegen). De wind was Oost 7 bft, er stond een ruwe zee bij een matige deining, het was donker en het regende, maar het zicht was goed. De Helge had een voorliggende koers van rond de 035 graden, een SOG van circa 8 knopen en voer op volle zee, ongeveer 20 mijl west van de Deense kust. Om 05.20 uur LT(=BT) werd de Helge aan stuurboord achter aangevaren door het oplopende schip, Wild Cosmos, dat een SOG van circa 17 knopen had. Ballastwatertank 3 SB, ballastwatertank 4 SB en de machinekamer van de Helge raakten lek en liepen vol water. De Helge kreeg steeds meer slagzij over stuurboord en trim achterover, kreeg een black-out en was N.U.C. Om 06.00 uur verliet de bemanning de Helge en ging in een reddingsvlot. Na 30 minuten arriveerde een reddingshelikopter die de bemanning uit het reddingsvlot hees en naar Esbjerg bracht. De Helge is niet gezonken. Het schip werd naar Esbjerg gesleept waar het op 10 september 2022 arriveerde.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4035

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een reumatoloog. Klaagster is de echtgenote van de inmiddels overleden patiënt. Klaagster verwijt de reumatoloog dat hij de patiënt er niet van op de hoogte heeft gebracht dat patiënten die bepaalde reumamedicatie gebruiken, geen antilichamen aanmaken tegen COVID-19, zelfs niet na vaccinatie. Ook verwijt zij de reumatoloog dat hij er niet van op de hoogte was dat de patiënt COVID-19 had. Het college overweegt als volgt: met de kennis van nu kan naar het oordeel van het college hooguit – achteraf – worden gezegd dat de patiënt in juli 2021 mogelijk niet de meest optimale medicatie heeft gekregen. Zelfs nu kan echter niet concreet worden vastgesteld of, en zo ja, in hoeverre de eenmalige behandeling met rituximab bij hem daadwerkelijk van negatieve invloed is geweest op de opbouw van antilichamen tegen COVID-19, mede gelet op het feit dat hij ruimschoots voor die behandeling al (tweemaal) was gevaccineerd. Het college is van oordeel dat met de kennis van destijds (juli 2021), maar eigenlijk ook met de kennis van nu, voor de reumatoloog geen goed alternatief voor de aan de patiënt gegeven behandeling beschikbaar was. Hij heeft dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Het andere klachtonderdeel is ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:48 Accountantskamer Zwolle 23/501 Wtra AK 23/502 Wtra AK

    Accountant 1 is de leidinggevende van accountant 2 binnen een accountantskantoor. Accountant 1 heeft accountant 2 gevraagd om aangifte omzetbelasting te doen voor een cliënt, met de bedoeling om in het kader van de afschaffing van de landbouwregeling omzetbelasting terug te vragen over een gekochte melkveehouderij. Accountant 2 heeft accountant 1 verteld dat dit niet mogelijk was omdat bij de aankoop van de melkveehouderij (waarvoor nu alsnog  omzetbelasting teruggevraagd zou worden) geen omzetbelasting verschuldigd was en dus ook niet in rekening is gebracht. Accountant 1 heeft er bij accountant 2 op aangedrongen om de aangifte alsnog in te dienen, wat zij vervolgens heeft gedaan. De klacht tegen beide accountants is gegrond. Accountant 2 heeft, ondanks een door haar onderkende bedreiging voor de naleving van het fundamentele beginsel van integriteit, haar rug niet rechtgehouden, maar heeft zich laten overhalen om een aangifte omzetbelasting in te dienen waarvan zij meende dat deze niet juist was. Accountant 1 heeft accountant 2 er in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit niet van weerhouden om deze aangifte omzetbelasting in te dienen, maar heeft er juist bij haar op aangedrongen om deze aangifte wel in te dienen. Aan beide accountants wordt de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers opgelegd, aan accountant 2 voor de duur van één maand en aan accountant 1 voor de duur van twee maanden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:176 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5064

    Ongegronde klacht tegen een radioloog. De radioloog heeft een CT-scan van de dikke darm van klaagster beoordeeld. Volgens klaagster heeft de radioloog bij die beoordeling geen afwijkingen aan de alvleesklier waargenomen die duiden op alvleesklierkanker terwijl die afwijkingen, zo blijkt achteraf, op die CT-scan wel te zien waren. Het college overweegt als volgt: gelet op de vraagstelling, de informatie die de radioloog had én de zeer beperkte zichtbaarheid van de afwijking van de alvleesklier op de CT-scan acht het college het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de radioloog die niet heeft waargenomen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4994

    Klacht tegen neuroloog wegens volgens klagers o.a. onzorgvuldige melding bij Veilig Thuis. De dochter van klagers werd na een wegraking thuis, opgenomen op de kinder-intensive care. De MRI liet zien dat er sprake was van ernstige afwijkingen. Verweerster heeft de MRI in een team van neuroradiologen en kinderneurologen besproken en zij concludeerden dat toegebracht letsel bovenaan aan in de differentiaaldiagnose stond. Dit volgde ook uit de bevindingen van de oogarts die in consult was geroepen. Deze kon de retinabloedigen niet verklaren door de door vader omschreven acties bij toepassing door hem van “basic life support”. Ook deze afwijking zou het beste passen bij niet-accidenteel letsel. Verweerster heeft de casus anoniem besproken met Veilig Thuis, die adviseerde een melding van een verdenking van kindermishandeling te doen. Verweerster heeft de uitslag van de MRI en het voornemen tot het doen van een melding met klagers besproken. Na de melding heeft Veilig Thuis een onderzoek en begeleiding opgestart, wat leidde tot vergaande maatregelen ten opzichte van klagers, waaronder inbreuk op hun privacy, inperking van hun privacy bij hun omgang met hun dochter, en top-teen-onderzoeken bij hun beide dochters. Het college oordeelt dat verweerster zorgvuldig heeft gehandeld. Klacht ongegrond.