Zoekresultaten 2341-2350 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:182 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4198

    Ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager is op verzoek van de bedrijfsarts onderzocht door de psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld op basis van onzorgvuldig onderzoek. De psychiater heeft zich, volgens klager, laten leiden door vragen van de werkgever in plaats van door vragen van de bedrijfsarts. Ook heeft de psychiater ten onrechte nagelaten de huisarts over de door hem vastgestelde diagnose te informeren. Het college overweegt het volgende: de omstandigheid dat de psychiater op basis van een eenmalig onderzoek de diagnose heeft gesteld is geenszins onzorgvuldig, en binnen de omstandigheden van de door de bedrijfsarts verzochte expertise gebruikelijk te noemen. Anders dan klager stelt, blijkt uit het dossier dat de psychiater de vragen die de werkgever heeft gesteld juist geen onderdeel heeft willen laten uitmaken van zijn onderzoek. Nadat de bedrijfsarts hem de vragen van de leidinggevende had gemaild heeft hij immers direct de bedrijfsarts laten weten dat hij het onderzoek niet op grond van die vragen wilde uitvoeren. Het overige klachtonderdeel is ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5421

    Gegronde klacht van de Inspecteur van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd tegen een psychiater. De Regionale Toetsingscommissie Euthanasie heeft de Inspecteur gemeld dat de psychiater bij de beoordeling van twee verzoeken om euthanasie niet heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wtl. Het college overweegt ten aanzien van het eerste verzoek dat niet te beoordelen is of de psychiater ondanks de opvatting van de psychiater die de second opinion heeft gegeven dat de patiënt niet wilsbekwaam was, tot het oordeel heeft kunnen komen dat de patiënt wilsbekwaam was. Gelet op het doel van de second opinion zal op zijn minst de psychiater op uitgebreide en overtuigende wijze moeten motiveren waarom hij of zij niettemin aan zijn of haar opvatting vast kan houden. Dit heeft de psychiater niet gedaan. De psychiater heeft bij de behandeling van het tweede verzoek in strijd met de Richtlijn ‘Levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis’ geen second opinion gevraagd. Klacht gegrond verklaard. Het college acht de maatregel van berisping aangewezen. Hierbij is voor het college doorslaggevend geweest de complexiteit van de materie waarmee de psychiater te maken heeft en de omstandigheid dat niet is gebleken dat de patiëntveiligheid in deze zaken in het geding is geweest.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:173 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-575/AL/GLD herstelbeslissing

    Herstelbeslissing. De raad overweegt dat sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:49 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/711567 / DW RK 21/578 LV/RH

    klagers hebben geen duidelijkheid gekregen over de hoogte van de rente en wanneer rentestops zijn ingevoerd. Dit is tuchtrechtelijk laakbaar. De stelling van de gerechtsdeurwaarder dat de renteverlagingen en rentestop onverplicht waren en daarom niet gecommuniceerd hoefden te worden kan niet worden gevolgd. Klagers behoren voldoende geïnformeerd te worden omtrent de hoogte van de vordering en het nog te betalen openstaande bedrag.De kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder pas na zes weken inhoudelijk heeft gereageerd op de stellingen van de gemachtigde van klager. Ingevolge vaste jurisprudentie is dit te laat en daarom tuchtrechtelijk laakbaar. Met name in een dossier als het onderhavige waarin schuldenaren al tien jaar worden geconfronteerd met een beslag op het inkomen is zorgvuldige communicatie van belang.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:174 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-518/AL/MN

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. De door klager aangevoerde verzetgronden slagen dan ook niet. Het is duidelijk dat klager het niet eens is met de proceskeuzes en de financiële afspraken die verweerder met zijn cliënte heeft gemaakt, maar dat betekent niet dat klager daar als derde een rechtstreeks eigen belang bij heeft. Het gaat immers om afspraken die destijds binnen de advocaat cliëntrelatie zijn gemaakt. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden in alle onderdelen kennelijk niet ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:175 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-518/AL/MN herstelbeslissing

    Herstelbeslissing. De raad overweegt dat sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:172 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-575/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen. De door klaagster aangevoerde verzetgronden slagen dan ook niet. Naar aanleiding van het verzetschrift is niet gebleken van onjuistheden van feiten die de voorzitter aan haar beslissing ten grondslag heeft gelegd. Verder kan niet worden vastgesteld dat de voorzitter geen oordeel heeft gegeven over het door klaagster gestelde klachtonderdeel f). Hoewel klaagster bij de behandeling van het verzet in de gelegenheid is gesteld toe te lichten waar dat klachtonderdeel over gaat, heeft klaagster onvoldoende concreet gemaakt wat zij daarmee verweerder verwijt. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden gedeeltelijk niet ontvankelijk (klachtonderdeel b) en gedeeltelijk kennelijk ongegrond (klachtonderdelen a), c), d) en e)) verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4984

    Gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat hij haar, nadat zij had laten weten dat zij via de spoedeisende hulp bij de kaakchirurg was beland, geen enkele reactie heeft gekregen, ook niet na herhaaldelijk aandringen bij de receptioniste van de praktijk. Ook heeft de tandarts niet gereageerd op haar bericht over het opzeggen van de behandelrelatie en haar verzoek om informatie over de geplaatste kroon. De tandarts heeft verklaard dat deze berichten hem en/of de andere tandartsen niet hebben bereikt en erkent dat de verwijten van klaagster terecht zijn en dat hij daar als praktijkhouder verantwoordelijk voor is. Het college stelt vast dat de praktijkorganisatie niet voldeed aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. Binnen de praktijk was de praktijkmanager verantwoordelijk voor het afhandelen van klachten van patiënten. Zij bleek onvoldoende gekwalificeerd te zijn voor het uitvoeren van haar functie. De tandarts is, zoals hij zelf ook heeft erkend, als praktijkhouder verantwoordelijk voor de bereikbaarheid van de praktijk en voor het functioneren van de praktijkmanager en de receptionisten. Bij dergelijk grote praktijken is het van belang dat de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende medewerkers goed zijn omschreven en afgebakend en dat de praktijkhouder het overzicht behoudt en tijdig ingrijpt wanneer zaken minder goed lopen. Klacht gegrond verklaard, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5098

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft voor het plaatsen van vullingen een gebruikelijk verdovingsmiddel gebruikt dat niet schadelijk is. Het is niet vast komen te staan dat de tandarts een ander – wel schadelijk – middel heeft gebruikt, laat staan dat hierdoor een tandvleesontsteking is ontstaan. Ook komt niet vast te staan dat de tandarts (stiekem) de nervus facialis heeft geïnjecteerd. Dat de tandarts amalgaam in plaats van composiet heeft gebruikt en dat de tandarts haar heeft opgelicht, heeft klaagster onvoldoende onderbouwd. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4985

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat hij niet met zijn collega-tandarts heeft overlegd toen hij een andere diagnose stelde dan waarvoor klaagster naar hem toegestuurd was. Zij verwijt hem ook dat hij niet op enige wijze contact met haar heeft opgenomen, of heeft geïnformeerd hoe het met haar ging, terwijl hij haar met heftige pijn en in beroerde toestand naar huis heeft gestuurd. Het college oordeelt dat het stellen van een andere diagnose niet ongebruikelijk is. Dit vormde ook geen reden om hierover contact op te nemen met de collega-tandarts. Het was beter geweest als de tandarts meerdere pogingen had gedaan of laten doen om contact op te nemen met klaagster. De persoonlijke verantwoordelijkheid van de tandarts gaat echter niet zo ver dat hij tuchtrechtelijk aansprakelijk is voor het feit dat de berichten van klaagster hem niet hebben bereikt. Daarbij speelt mee dat sprake is van een bijzonder grote praktijk met verschillende filialen, waarvan de organisatie in handen is van de eigenaar en het management van de praktijk, en waar de tandarts geen enkele invloed op heeft. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.