Zoekresultaten 2081-2090 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TSCTS:2023:8 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-8 (2022.V11-ALASKABORG)

    De Alaskaborg was op 07-02-2022 om 21.10 BT (08-02-2022 GMT 02.10) uit Baie Comeau, Canada, vertrokken met als bestemming Rotterdam. De lading bestond uit crushed carbone anodes, verdeeld over de twee ruimen. Tijdens het laden van de Alaskaborg sneeuwde het hard. Tijdens het laden van ruim 1 sneeuwde het minder hard dan bij het laden van ruim 2.Op 09-02-2022 om 18.30 BT (22.30 GMT) ging op de Alaskaborg het bilge alarm (hierna: het alarm) af van de lensput bakboord voor in ruim 2. Het schip voer toen zuid van Newfoundland. Betrokkene, de kapitein en de eerste stuurman overlegden met elkaar en concludeerden dat het alarm werd veroorzaakt door smeltende sneeuw in het ruim of door binnendringend water. Door het rollende en stampende schip vonden zij het te gevaarlijk om bemanningsleden aan dek en in het ruim te laten gaan voor inspectie. Zij waren het erover eens om de, inmiddels bijgezette, bilge ejector bij te laten staan op de betreffende lensput en dat vol te houden tot de volgende morgen of totdat het weer beter zou zijn.De volgende ochtend 10-02-2022 om 08.00 BT (11.00 GMT) werd de bilge ejector gestopt. De eerste stuurman ging met dekbemanning in ruim 2 en ontdekte dat er een gat zat in brandstoftank 7SB waaruit VLSFO (Very Low Sulphur Fuel Oil, hierna: olie) lekte. Die olie vermengde zich met de lading en liep ook in de lensput BB voor. Hierdoor werd eerder het alarm veroorzaakt.Het gat in de brandstoftank was veroorzaakt doordat de sjorringen (d-ringen) van een tussendek-luik waren losgebroken en als gevolg daarvan het tussendek-luik in het ruim was gevallen tegen de wand van brandstoftank 7SB aan.Een deel van de gelekte olie was overboord gepompt gedurende de ruim 12 uur dat er onafgebroken werd gelensd op de bilge put bakboord voor in ruim 2.De Alaskaborg (IMO nummer 9466374) is een Nederlands General Cargo Ship, varend voor rederij Wagenborg Shipping B.V. Het schip is in het jaar 2012 gebouwd, is 133,36 meter lang en 21,50 meter breed en heeft een laadvermogen van 11885 brutoton. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 14 personen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:160 Raad van Discipline Amsterdam 23-558/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht deels niet-ontvankelijk want buiten de driejaarstermijn ingediend en deels kennelijk ongegrond, omdat het gaat om privégedragingen van verweerster en niet gebleken is dat zij als privépersoon het vertrouwen in de Advocatuur heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:154 Raad van Discipline Amsterdam 23-065/A/A

    Verzetzaak. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:157 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5532

    Klacht tegen inrichtingsarts ongegrond. Klager verblijft in een Penitentiaire Inrichting. Verweerder is als huisarts en justitieel geneeskundige werkzaam in deze PI. Vóór zijn detentie was klager volledig arbeidsongeschikt verklaard. Hij is het niet eens met het advies van de inrichtingsarts om hem arbeidsgeschikt te verklaren. Ook verwijt klager de inrichtingsarts dat hij hem geen (duidelijke) uitleg daarover heeft gegeven. Het college oordeelt dat de inrichtingsarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4891

    Klacht tegen Gz-psycholoog kennelijk ongegrond. Tijdens klagers verblijf in detentie is door het Openbaar Ministerie aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) verzocht om een zogeheten trajectconsult uit te voeren omtrent de vraag of een pro Justitia onderzoek geestvermogens bij klager geïndiceerd was. Klager en zijn moeder verwijten de Gz-psycholoog dat zij heeft geweigerd inzage in het medisch dossier te verstrekken en dat zij daarna heeft geweigerd om het dossier te corrigeren. De voorzitter komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. Dat de Gz-psycholoog heeft geweigerd inzage te verstrekken in het dossier dan wel het dossier te corrigeren kan niet worden vastgesteld.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:155 Raad van Discipline Amsterdam 23-143/A/NH

    Verzetzaak. Het verzet is gegrond. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:219 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-119/AL/MN

    Advocaat wederpartij. Verweerder heeft naar het oordeel van de raad duidelijke redenen gegeven voor zijn beperkte beschikbaarheid op een aantal momenten. Daarvan was de advocaat van klager op de hoogte. Verweerder heeft zich niet bewust onbereikbaar gehouden of de opzet gehad om te traineren, wat ook niet in het belang van zijn cliënte was. Verweerder mocht afgaan op de feiten en instructies zoals aangeleverd door zijn cliënte. Van het klachtwaardig spreken van onwaarheid door verweerder is geen sprake geweest. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4782

    Klacht tegen Gz-psycholoog kennelijk ongegrond. Over klaagsters zoon is, in opdracht van het Openbaar Ministerie, een pro Justitia rapport opgemaakt door een psycholoog van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). Klaagster was als referent in het onderliggende onderzoek betrokken. Omdat klaagster en haar zoon het niet eens waren met de inhoud van het rapport, hebben zij zich nadien meermaals tot verweerder gewend in zijn hoedanigheid van manager. De klacht gaat er over dat klaagster haar correctierecht ten aanzien van het pro Justitiarapport niet heeft kunnen toepassen. De voorzitter komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. Verweerder was op het moment van uitbrengen van het rapport nog niet als manager bij het NIFP werkzaam. Het is bovendien aan de psycholoog als rapporteur om een referent in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van diens correctierecht. Dit betekent dat aan verweerder hierover geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:156 Raad van Discipline Amsterdam 23-240/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de eigen advocaat. Dat verweerster tijdens de lopende schikkingsonderhandelingen niet is overgegaan tot, of heeft aangedrongen op, het aanvragen van voorlopige voorzieningen valt haar tuchtrechtelijk niet te verwijten, gelet ook op de rol die van een advocaat in familiekwesties wordt verwacht. Op basis van het feitenrelaas en hetgeen door verweerster is aangevoerd, komt daarnaast naar voren dat verweerster wel degelijk werkzaamheden voor klaagster heeft verricht en dat verweerster klaagster ook had geïnformeerd over de verschuldigdheid van de eigen bijdrage. Verder heeft verweerster toereikend aangevoerd dat zij zich niet lichtvaardig heeft onttrokken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:220 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-505/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De verwijten van klager, dat verweerster hem heeft geïntimideerd en laten achtervolgen en ongepaste uitlatingen heeft gedaan, zijn onvoldoende feitelijk onderbouwd. Kennelijk ongegrond.