Zoekresultaten 1971-1980 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:206 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-897/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5187

    Klacht tegen huisarts. Klager is veroordeeld wegens twee inbraken in de praktijk van de huisarts en het in brand steken van de auto van de echtgenote van de huisarts. De huisarts heeft aangifte van inbraak en brandstichting gedaan bij de politie. De huisarts heeft tegen de politie gezegd dat hij klager van het plegen van de feiten verdacht. Hierbij heeft de huisarts vermeld dat klager nog in de praktijk was geweest vlak na de eerste inbraak en de brandstichting, omdat hij een TBC-onderzoek wilde, en volgens de assistente toen verward overkwam. Klager verwijt de huisarts dat hij tegen de politie heeft gezegd dat klager voor een TBC-onderzoek in de praktijk was geweest. Hiermee heeft de huisarts onnodig medische informatie verstrekt aan de politie zonder instemming van klager. Het college volgt klager hierin en verklaart de klacht gegrond. Het college ziet – gelet op alle omstandigheden – af van het opleggen van een maatregel.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5303

    Klacht tegen een jeugdarts (arts maatschappij en gezondheid) werkzaam bij de GGD die telefonisch informatie aan Veilig Thuis heeft gegeven. Veilig Thuis had meldingen ontvangen over klager en heeft daarnaar onderzoek ingesteld waarbij de jeugdarts als informant is benaderd. De jeugdarts heeft telefonisch medische informatie onder andere over de kinderen van klager verstrekt. Klager verwijt de jeugdarts schending van haar beroepsgeheim door zonder zijn toestemming informatie te delen. Tevens verwijt hij haar onrechtmatig inzage te hebben gehad in het dossier van de kinderen. Het college verklaart de klacht deels gegrond omdat de jeugdarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klager vooraf niet om toestemming voor het verstrekken van informatie over zijn kinderen te vragen. Van onrechtmatige inzage door de jeugdarts in het medisch dossier is geen sprake.Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5353

    In het kader van een verzekeringsgeneeskundige beoordeling op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) heeft verweerder klager telefonisch gesproken en een fysiek spreekuurcontact gehad. Van deze beoordeling heeft de verzekeringsarts een rapport opgesteld. De klacht heeft betrekking op de beoordeling van de WIA-aanvraag door de verzekeringsarts. Het college is van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:169 Hof van Discipline 's Gravenhage 230268

    Artikel 13 beklag ongegrond. Het gaat om een herhaald verzoek van klaagster in een, bovendien, kansloze zaak en de deken heeft dat verzoek terecht afgewezen. Naar het oordeel van het hof maakt klaagster misbruik van klachtrecht.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:205 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-471/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerder de zaak zodanig traag heeft behandeld dat hij klachtwaardig heeft gehandeld. Klaagster heeft veelvuldig aanvullende stukken toegezonden waardoor de totale omvang van het dossier zeer omvangrijk is geworden. Niet gebleken dat verweerder over onvoldoende dossierkennis beschikte, gebrekkig communiceerde, of processtukken niet aan klaagster voorlegde. Verweerder heeft terecht gecontroleerd of hij de dagvaarding mede namens klaagsters broer mocht uitbrengen. Verweerder mocht de zaak neerleggen en heeft dat niet op onzorgvuldige wijze gedaan. Niet in geschil is dat verweerder niet beschikt over originele stukken. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder niet integer heeft gehandeld of excessief heeft gedeclareerd. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-877/AL/MN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerster gedragsregel 18 geschonden en tevens in strijd gehandeld met de kernwaarde (financiële) integriteit. Verweerster heeft verzaakt om voorafgaand aan het aannemen van de opdracht zelf te onderzoeken of klaagster voor gesubsidieerde rechtshulp in aanmerking kwam maar is daarbij afgegaan op de achteraf foute informatie van klaagster. Dat klaagster uitdrukkelijk afstand van haar recht op gesubsidieerde rechtshulp heeft gedaan is de raad uit de stukken niet gebleken. Ook is verweerster in haar zorgplicht tekortgeschoten door niet voldoende bij klaagster door te vragen en dat schriftelijk te bevestigen wat klaagster precies wilde met de omgangsregeling. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:113 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-295/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder mocht de herhaalde verzoeken om financiële gegevens op te vragen bij de (advocaat van de) vrouw niet naast zich neerleggen. Dat klager zich aanvankelijk tot verweerder had gewend met het verzoek om hem bij te staan in het kader van het voeren van verweer tegen het door de vrouw ingediende verzoek tot wijziging van de zorg- en contactregeling maakt dit niet anders. De reikwijdte van de opdracht is lopende verweerders bijstand gewijzigd. In zoverre gegrond. De klacht dat de in de klachtenregeling genoemde klachtfunctionaris, mr. S, niet in de gelegenheid was om de klacht te onderzoeken, zodat een kantoorgenoot van verweerder de klacht heeft onderzocht, is ongegrond. Het gegrond bevonden tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen heeft betrekking op de kernwaarde deskundigheid. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:180 Raad van Discipline Amsterdam 23-477/A/NH

    Voorzittersbeslissing; klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in beide onderdelen kennelijk ongegrond. Verweerder kan tuchtrechtelijk niets worden verweten. Verweerder heeft zijn advies aan klager van een goede en deugdelijke onderbouwing voorzien en hij heeft daarbij ook (meermaals) duidelijk aan klager te kennen gegeven waarom het uitbrengen van een dagvaarding niet zinvol zou zijn. Verweerder heeft de wens van klager op dit punt dan ook wel degelijk gehoord, maar hij heeft hier met redenen van afgezien en dit ook zo aan klager laten weten. Ook blijkt uit niets dat verweerder de belangen van A zou hebben behartigd in plaats van die van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:181 Raad van Discipline Amsterdam 23-555/A/A

    Voorzittersbeslissing; Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk, omdat de klacht in zoverre te laat is ingediend en gedeeltelijk kennelijk ongegrond omdat de klacht overigens onvoldoende onderbouwd is.