Zoekresultaten 13781-13790 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:72 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.298

    Klacht tegen huisarts. Klaagster is de dochter van een inmiddels overleden patiënt van verweerder. Patiënt leed aan de ziekte van Alzheimer en was opgenomen in een verpleeghuis. Verweerder was als huisarts aan dit verpleeghuis verbonden. De klacht ziet op de aan patiënt verleende zorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:234 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 639882

    Verzet te laat ingediend, daarom niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:73 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.394

    Klacht tegen de huisarts van de zuster van klager. Klager heeft de huisarts om een gesprek over zijn zuster gevraagd (buiten haar medeweten), omdat hij en zijn moeder zich ernstig zorgen over haar (zijn zus) maken. Klager wil deze zorgen met de huisarts delen. Klager verwijt de huisarts dat zij op stuitende wijze heeft geweigerd dit gesprek met hem aan te gaan, met een onterecht beroep op privacywetgeving. Ook verwijt klager de huisarts dat zij een legitiem verzoek volledig heeft genegeerd door een e‑mail van hem niet te beantwoorden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing. De huisarts is met haar handelen niet buiten de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening getreden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:235 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 641845

    Verzet ongegrond. Dat een advocaat een onjuiste opdracht aan de gerechtsdeurwaarder heeft gegeven, en daarvoor disciplinair berispt is leidt niet tot de conclusie dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar handelt door die opdracht uit te voeren en een beschikking te betekenen, die niet meer geldig is.   

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:45 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-042/DB/LI

    Grenzen van aan advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:21 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 628169

    Termijn vaststellen beslagvrije voet een maand en vijf dagen na ontvangst van de juiste gegevens is te lang. Klacht is terecht voorgesteld. Ook de klacht over de reactie op interne klacht na twee maanden, terwijl was toegezegd dat binnen 30 dagen gereageerd zou worden, is terecht voorgesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:236 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 642769

    beslissing op verzet. Klager heeft in verzet aangevoerd waarom de hoogte van de vordering niet juist is. Ter beoordeling staat echter de vraag of de beslissing van de voorzitter op juiste gronden is genomen. Verzet is ongegrond. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:68 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.352

     

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/353

    Verweerster was de behandelaar van de ex-partner van klager. Bij het beëindigen van die behandelrelatie heeft verweerster een overdrachtsbrief gestuurd aan de huisarts van de ex-partner. Klager verwijt verweerster dat zij in die brief waardeoordelen heeft over klager als persoon en als vader. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:18 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329304 / KL RK 17-185

    De klacht betreft het hebben van een negatieve kantoorsolvabiliteit en een negatieve privésolvabiliteit, waardoor de notaris redelijkerwijs moet verwachten dat dit ertoe kan leiden dat hij (te eniger tijd) niet zal kunnen voldoen aan zijn financiële verplichtingen.   De kamer overweegt dat vanwege de geconstateerde negatieve solvabiliteit in de periode waar de klacht op ziet naar het oordeel van de kamer de vrees dat daardoor de notariële onafhankelijkheid verloren ging geenszins denkbeeldig was. Er was sprake van een situatie waarin in redelijkheid kon worden verwacht dat de notaris op enig moment niet aan zijn financiële verplichtingen had kunnen voldoen en een faillissement niet kon worden uitgesloten. De kamer overweegt verder dat vanwege het feit dat de Rabobank coulant is geweest en een hoge vordering heeft kwijtgescholden, het financiële tij is gekeerd en ergere financiële problemen zijn voorkomen. Zonder afbreuk te willen doen aan de inspanningen van de notaris om de financiële situatie alsnog ten goede te keren, verwijt de kamer de notaris dat hij onverantwoorde risico’s heeft genomen. De notaris moet te allen tijde voorzichtig zijn met geleend geld, ook in goede marktomstandigheden. Door dit niet te doen, heeft de notaris zichzelf in een zeer kwetsbare positie gebracht en is er langdurig sprake van een negatieve solvabiliteit. Dit acht de kamer verwijtbaar. De klacht is derhalve gegrond.   Gelet op de ernst en verwijtbaarheid enerzijds en de door de notaris getroffen inspanningen om zijn positie te verbeteren anderzijds, acht de kamer de maatregel van berisping passend en geboden