ECLI:NL:TGDKG:2018:234 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 639882

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2018:234
Datum uitspraak: 07-12-2018
Datum publicatie: 29-03-2019
Zaaknummer(s): 639882
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet te laat ingediend, daarom niet ontvankelijk.

Beslissing van 7 december 2018 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 21 november 2017 met zaaknummer C/13/625344 / DW RK 17/265 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/639882 / DW RK 17/1206 ED/RH:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

[..],

[..],

[..],

gerechtsdeurwaarders te [..],

beklaagden,

gemachtigde: [..].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief, met bijlagen, ingekomen op 13 maart 2017 heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: gerechtsdeurwaarders. Bij brief ingekomen op 6 april 2017 heeft de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beschikking van 21 november 2017 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 21 november 2017. Bij brief van 6 december 2017 heeft klager verzet ingesteld tegen de beschikking van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare zitting van 26 oktober 2017 alwaar partijen niet zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 7 december 2018.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. Die beslissing is verzonden bij brief van 21 november 2017. De termijn begon daarmee te lopen op 22 november 2017 en eindigde op 5 december 2017. De brief waarmee verzet is ingesteld is gedateerd op 6 december 2017 en is op 6 december 2017 ontvangen. De brief is dus opgesteld en verzonden na ommekomst van de termijn, waarbinnen verzet kon worden gedaan. Het verzet is daarmee gedaan buiten de termijn van veertien dagen zodat klager in het verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

2.2 Door klager zijn geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die maken dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

2.3 Gelet op het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart klager niet ontvankelijk in het verzet.

Aldus gegeven door mr. E. Diepraam, plaatsvervangend voorzitter, mr. W.M. de Vries en M.J.C. van Leeuwen, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 december 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.