Zoekresultaten 13771-13780 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:23 Accountantskamer Zwolle 18/2082 Wtra AK

    Klacht over uitlatingen betrokkene die namens hem zijn gedaan in een civiele procedure (die uitlatingen zijn in strijd met de waarheid en in strijd met wat betrokkene in een andere zaak op een eerdere zitting van de Accountantskamer heeft verklaard). Klacht valt onder de reikwijdte van het tuchtrecht, zoals bepaald in artikel 42 van de Wab (ten aanzien van zijn beroepsuitoefening). Innemen van een standpunt in een civielrechtelijke procedure door een accountant is alleen in strijd met de fundamentele beginselen als het bewust onjuist of misleidend en dus te kwader trouw is gebeurd of naar zijn aard moet worden beschouwd als het accountantsberoep in diskrediet brengend. Dat is hier niet aannemelijk geworden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/346

      Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij 1) onvoldoende onderzoek heeft verricht; 2) onverantwoord heeft gehandeld in de communicatie met klager en de werkgever; 3) zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden; 4) samenzweert met de werkgever en 5) zijn terugkoppeling aan klager en de werkgever niet gelijktijdig en schriftelijk heeft gedaan. De bedrijfsarts heeft volgens klager door zijn handelwijze het re-integratietraject van klager benadeeld en ernstige irritatie veroorzaakt tussen klager en de werkgever. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2018:37 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/4

    Klachtambtenaarzaak. Dierenarts handelt bij de inzet van antibiotica en een  cascademiddel op een pluimveebedrijf niet overeenkomstig de wettelijke voorschriften en de zorgvuldige beroepsuitoefening. Volgt geldboete van €1.000, waarvan € 500 voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:24 Accountantskamer Zwolle 18/932 Wtra AK

    Klacht over handelen accountant (verduisteren gelden) bij het doen van de administratie van de ouders/de moeder van de accountant is gedeeltelijk niet-ontvankelijk omdat dit handelen voor 1 januari 2013 als privé-handelen moet worden aangemerkt. Ditzelfde handelen valt na 1 januari 2013 wel onder de reikwijdte van het tuchtrecht. Klacht over handelen als executeur van de nalatenschappen ook ontvankelijk. Klachten voor zover ontvankelijk ongegrond want onvoldoende aannemelijk gemaakt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/354

      Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij zijn beroepsgeheim en privacy jegens klager heeft geschonden en dat hij ten onrechte een second opinion heeft geweigerd. Daarnaast verwijt klager de bedrijfsarts dat hij niet integer heeft gehandeld en partij heeft gekozen voor de werkgever. Deels gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 249/2018

    Klacht tegen neurochirurg. Klager ondergaat een operatie naar aanleiding van een hernia, waarna een klapvoet optreedt. De klachtonderdelen zien op het informed consent gesprek, de uitvoering van de ingreep, nazorg, communicatie en bejegening. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.045

    Klager verblijft in een Forensisch Psychiatrische Kliniek in het kader van een ter beschikkingstelling. Klager verwijt de aangeklaagde psychiater dat hij een verkeerde en/of onjuiste diagnose heeft gesteld wat voor hem bepaalde gevolgen heeft. Het Regionaal Tuchtcollege heeft op grond van het “ne bis in idem” beginsel klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:71 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.226

    Klacht tegen een arts, werkzaam als keuringsarts bij het CBR. Klager is op enig moment strafrechtelijk veroordeeld voor rijden onder invloed. In de jaren daarna heeft klager zich meermalen laten onderzoeken op zijn rijgeschiktheid en een rijbewijs gekregen voor een periode van 1, 3 en 5 jaar. In het kader van de “eigen Verklaring procedure” is klager op verzoek van het CBR onderzocht en gekeurd door de arts en een psychiater (supervisor). Na onderzoek is een rapport opgesteld. Klager is door het CBR aanvankelijk niet rijgeschikt verklaard voor de rijbewijscategoriën in verband met alchoholmisbruik. Hiertegen heeft klager bezwaar aangetekend. Na onderzoek bij de huisarts bleek van een recente Hepatitis E infectie. In de afgelopen negen jaar was nooit eerder sprake geweest van afwijkende leverwaarden. Het CBR heeft naar aanleiding hiervan de eerdere beslissing herroepen. Klager verwijt de arts dat het rapport onzorgvuldig tot stand is gekomen en dat de conclusie ‘alcoholmisbruik’ onvoldoende wodt ondersteund door bevindingen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de arts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de arts.    

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:233 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 639444

    Verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft de vordering voldoende toegelicht

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/417

    Verweerder was de huisarts van klager. Klager verwijt hem bij het verwijderen van een moedervlek niet volgens de richtlijnen te hebben gehandeld door de moedervlek bij een eerste consult te verwijderen. Volgens klager heeft verweerder daarmee niet zorgvuldig gehandeld met als gevolg een pijnlijk litteken. Ongegrond.