ECLI:NL:TGDKG:2018:233 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 639444

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2018:233
Datum uitspraak: 07-12-2018
Datum publicatie: 29-03-2019
Zaaknummer(s): 639444
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft de vordering voldoende toegelicht

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 december 2018 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 14 november 2017 met zaaknummer C/13/625105 / DW RK 17/238 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/639444 / DW RK 17/1175 ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde: [..].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 7 maart 2017, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 15 maart 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 14 november 2017 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 14 november 2017. Bij brief, ingekomen op 28 november 2017, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 oktober 2018 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 7 december 2018.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft twee vorderingen op klager in behandeling.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze op brieven van zijn advocaat niet

heeft gereageerd. Voorts verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat beide

vorderingen iedere keer worden verhoogd met rente en kosten waar klager geen zicht

op heeft.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn

gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd

gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd

in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde

opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in

strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig

handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter

beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk

verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Daarvan is geen sprake. De gerechtsdeurwaarder heeft gemotiveerd verweer

gevoerd. Tegenover dat verweer, waarbij de gerechtsdeurwaarder de gang van zaken

duidelijk heeft toegelicht, zijn de enkele stellingen van klaagster niet voldoende om

tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen. Indien er na de toelichting

van de gerechtsdeurwaarder over de omvang van de vorderingen nog onduidelijkheid

bestaat, kan hij daarover contact opnemen met de gerechtsdeurwaarder. Volgens de

gerechtsdeurwaarder heeft hij niet eerder dan na de onderhavige klacht van klager

vernomen dat het gevorderde hem niet duidelijk was.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat door de gerechtsdeurwaarder de vordering is opgelopen met torenhoge rente en kosten en dat hij juridische bijstand heeft aangevraagd betreffende het dossier.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter en de mondelinge toelichting van klager leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een nieuwe inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt.

7.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E. Diepraam, plaatsvervangend-voorzitter, mr. W.M. de Vries en M.J.C. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 december 2018, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.