Zoekresultaten 20081-20090 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.257

      Klacht tegen een verpleegkundig specialist inhoudende dat zij zich zou hebben voorgedaan als hoofdbehandelaar. Het dossier biedt geen steun voor dat standpunt. Ten aanzien van de algehele onvrede over de behandeling van patiënte, de moeder van klaagster, heeft het Regionaal Tuchtcollege onder meer geoordeeld dat er een uitgebreid zorgplan is opgesteld met veel aandacht voor de problemen die patiënte ervoer. Verweerster had als verpleegkundig specialist een overkoepelende taak; zij was niet een supervisor van de uitvoerende verzorgenden. Voor zover er in de uitvoering fouten zijn gemaakt dan wel zaken beter hadden kunnen verlopen, kan hiervan aan de verpleegkundig specialist geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft dit oordeel. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:248 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-360

    Betreft klacht over optreden eigen advocaat. De kwaliteit van de dienstverlening voldoet niet aan de eis van zorgvuldigheid die aan een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat  mag worden gesteld. De advocaat heeft onvoldoende zorgvuldig gehandeld betreffende zijn advies aan de cliënt  om geen beroep in te stellen tegen de uitspraak van de Huurcommissie. Ook heeft de advocaat de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand onvoldoende met zijn cliënt besproken, althans niet is komen vast te staan dat dat wel is gebeurd. Klacht gegrond, waarschuwing. Kostenveroordeling t.g.v. NOvA.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-271

      Ongegronde klacht tegen een huisarts. Een huisarts dient een verwijzing met een patiënt te bespreken of hem daarover op zijn minst - bij voorkeur vooraf - te informeren. Het feit dat dit in dit geval niet is gebeurd is onvoldoende om de arts een tuchtrechtelijk verwijt te maken. De verwijsbrief bevat geen inhoudelijke (medische) informatie over klager, maar betreft een administratieve handeling die nodig is voor financiering van zorg. Voorts is de verwijzing gevraagd in het kader van bemoeizorg. Ongegrond is de stelling van klager dat de arts hem weigerde te spreken in niet heeft ingegrepen terwijl zijn gezondheid verslechterde. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:14 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.251

      Klacht tegen een longarts, inhoudende dat zij patiënte, de moeder van klaagster, ten onrechte morfine heeft willen toedienen, dat zij niet aanwezig is geweest op een toegezegd familiegesprek, dat zij op vakantie is gegaan zonder overleg met de collega longarts en dat patiënte een urineweginfectie heeft opgelopen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat het door de longarts voorgestane beleid en handelswijze met betrekking tot de toediening van morfine geen bedenkingen oproept, dat het beloofde familiegesprek geen niet nagekomen toezegging door de longarts betreft en dat mede uit het medisch dossier blijkt dat de longarts patiënte wel degelijk heeft overgedragen aan een collega longarts. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft dit oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Met betrekking tot de opgelopen urineweginfectie overweegt het Centraal Tuchtcollege dat gelet op het ernstig overgewicht van patiënte en de omstandigheid dat zij een verblijfskatheter droeg, een urineweginfectie in de lijn der verwachting lag en dat de longarts hiervan geen verwijt kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:5 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.031

      Klacht tegen een radioloog. Klagers verwijten de radioloog (samengevat) dat hij tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld tegenover klaagster en dat hij tekort is geschoten in zijn verslaglegging. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in hun klacht voor zover deze onvoldoende is omschreven en de klacht overigens als van onvoldoende gewicht afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:2 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160181

    Ongegrond verklaarde klacht over advocaat in zijn hoedanigheid van executeur testamentair.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:242 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-184

    Verzet. Klacht was bij voorzittersbeslissing deels kennelijk niet-ontvankelijk (gebrek aan belang) en deels kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.258

      Klacht tegen gz-psycholoog die als intermediair fungeerde tussen de familie van patiënte en het verpleeghuis waarin zij verbleef. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog wist dat er fouten werden gemaakt in het verpleeghuis en hij deze ten onrechte niet heeft gemeld. Feiten en omstandigheden die de juistheid van de klacht zouden onderbouwen zijn gesteld noch gebleken. De gz-psycholoog heeft met regelmaat bemiddeld tussen de familie van patiënte en de medewerkers van het verpleeghuis, terwijl die bemiddeling indertijd naar tevredenheid van (ook) klaagster leek te zijn. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:249 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-604

    Klacht betreft optreden van eigen advocaat. Geklaagd wordt over de kwaliteit van de dienstverlening en met name over de wijze waarop de advocaat de belangen van de cliënt heeft behartigd in een procedure. De raad heeft geoordeeld dat niet gebleken is dat de advocaat in de procedure fouten heeft gemaakt of te lang uitstel heeft verleend aan de wederpartij van klager. Evenmin is gebleken dat de informatievoorziening aan de cliënt gebrekkig is geweest dan wel dat de cliënt niet heeft ingestemd met overdracht van zijn zaak aan een kantoorgenoot van de advocaat. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:9 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-067

      Gegronde klacht tegen een psychiater. Het is de arts niet te verwijten dat de huisarts van klager zonder zijn toestemming een verwijsbrief heeft verstrekt. De arts heeft getracht klager te behandelen, maar klager weigerde behandeling.  Er is sprake geweest van behandelcontact en het inrichten van een medisch dossier. Het feit dat de gemaakte aantekeningen niet in het EPD konden worden ingevoerd maakt dat niet anders. De arts had klager desgevraagd zo spoedig mogelijk inzage in het dossier dan wel informatie moeten verschaffen. Gezien de omstandigheden wordt dienaangaande geen maatregel opgelegd.