Zoekresultaten 20231-20240 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:381 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.008

      Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster is als behandelcoördinator  betrokken bij de behandeling van klager in een forensisch psychiatrisch centrum. Klager verwijt verweerster – zakelijk weergegeven – dat zij hem ongelijk heeft behandeld en onvoldoende heeft geïnformeerd over, onder meer, het aanvragen van zijn verlof. De klacht is door het Regionaal Tuchtcollege als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager wegens het ontbreken van gronden niet-ontvankelijk in zijn beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 403.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:135 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW987.2015

      Niet reageren op brieven en bezwaren tegen vordering. Niet gebleken is dat niet op brieven is gereageerd. Ten aanzien van het bezwaar tegen de vordering geldt dat als een schuldenaar bij een gerechtsdeurwaarder bezwaar maakt tegen de (hoogte van de) vordering, dient de gerechtsdeurwaarder het bezwaar voor een inhoudelijke beoordeling daarvan door te sturen naar zijn opdrachtgever. Zodra de gerechtsdeurwaarder het standpunt van zijn opdrachtgever heeft ontvangen, dient hij het standpunt mede te delen aan de schuldenaar. Indien daarna nog verschil van mening blijft bestaan over de hoogte van de vordering is het uiteindelijk aan de gewone rechter om te beslissen wie in die discussie het gelijk aan zijn zijde heeft. Aan het voorgaande heeft de gerechtsdeurwaarder niet voldaan. Dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Maatregel van berisping opgelegd.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:250 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160150

    Het hof is van oordeel dat verweerder het gerechtshof Den Haag ten aanzien van het waarheidsgehalte van de verklaringen waarop hij zich beroept niet heeft misleid. Evenmin heeft hij feiten geponeerd die niet waar zijn. Dat verweerder mogelijk niet ten aanzien van elke verklaring volledig heeft gespecificeerd welke onderdelen daarvan strafrechtelijke consequenties hebben gehad en welke niet, doet daar niet aan af. Aan het hof zijn de bewijskracht noch het waarheidsgehalte van bedoelde verklaringen ter beoordeling. Met de raad is het hof van oordeel dat de klacht ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:148 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 343.2016

      Deels fictieve klachten opgesteld en ingediend door klager in overleg met de gerechtsdeurwaarder teneinde te onderzoeken of de in de klacht beschreven werkwijzen van de gerechtsdeurwaarder door de tuchtrechtelijke beugel kunnen, met als doel die werkwijzen op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder in te voeren. Het tuchtrecht is echter bedoeld om in een concreet geval aan de hand van alle omstandigheden te toetsen of sprake is van een ontoelaatbare werkwijze. Het tuchtrecht is niet bedoeld om in algemene zin te beoordelen wat juridisch toelaatbaar is. Klacht niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:257 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160167

    Klager heeft als indirect aandeelhouder en bestuurder van V toereikend rechtstreeks belang bij de zakelijke resultaten van V en bij de afwikkeling van het faillissement.   Ingevolge Gedragsregel 27 lid 7 mag een advocaat ter zake van nog niet in rechte vastgestelde vorderingen het faillissement van zijn cliënte niet aanvragen dan na overleg met de deken. Vast staat dat verweerder de deken niet heeft geraadpleegd. Naar het oordeel van het hof heeft onder de onderhavige omstandigheden de vordering van verweerder als onbetwist te gelden. Verweerder heeft, door de deken hier niet te raadplegen, niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt. Voorts heeft klager geklaagd dat verweerder zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Het hof neemt onder meer in aanmerking dat deze geheimhoudingsplicht onder omstandigheden moet wijken voor de uitoefening van gerechtvaardigde rechten die noodzakelijk meebrengen dit zwijgen te doorbreken. Dit kan het geval zijn waar sprake is van het recht op toegang tot de rechter voor de incasso van een declaratie. Dan krijgen derden, zoals een deurwaarder, de advocaat aan wie de incasso is opgedragen en de rechter kennis van informatie die strikt genomen onder gedragsregel 6 te brengen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:382 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.126

      Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster heeft in opdracht van de OvJ een psychologisch onderzoek ingesteld naar de persoon van klager. Klager stelt dat het door verweerster opgestelde rapport de noodzakelijke kenmerken van rechtvaardigheid, waarheidsvinding, deskundigheid en gerechtigheid ontbeert en voorts dat er sprake was van een negatieve bejegening door verweerster van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels gegrond verklaard en aan verweerster de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van verweerster deels gegrond; de maatregel van berisping blijft echter gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 480.2015

      Klacht bestaande uit een groot aantal onderdelen met betrekking tot de inning van achterstallige zorgpremies over een periode van 2007 tot heden. Het betreft klachten over de afhandeling van klachten, over het misbruik van procesrecht, het onvolledig informeren van klager, de inzage in dossiers, het niet samenvoegen van dossiers, het herhaaldelijk dagvaarden of dreigen daarmee, het leggen van beslagen, de hoge kosten, de beslagvrije voet en een intimiderende e-mail. De klachten worden niet-ontvankelijk verklaard voor zover de klachten betrekking hebben op de periode vóór 15 mei 2012 en voor het overige worden de klachten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:136 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 517.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:251 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160227

    Artikel 13-zaak: Klager heeft de deken gevraagd om aanwijzing van een advocaat voor het behandelen van een tegen klager aangespannen procedure. De termijn voor het instellen van verzet tegen het verstekvonnis d.d. 20 juli 2016 is thans verstreken. Dit brengt met zich dat het beklag van klager moet worden afgewezen. Klagers doel, een rechtsmiddel instellen tegen het verstekvonnis, kan immers niet meer worden bereikt zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Daarbij wordt nog opgemerkt dat het hof – gelezen hebbende het advies van mr.  L – met de deken van oordeel is dat de procedure die klager zou willen voeren als nagenoeg, zo niet volstrekt, kansloos dient te worden ingeschat. Beklag ongegrond.