Zoekresultaten 20651-20700 van de 45116 resultaten
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1750
- Datum publicatie: 28-08-2017
- Datum uitspraak: 28-08-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:92
Oogarts wordt verweten dat zij te oppervlakkig onderzoek heeft gedaan en een vervolg afspraak op een te lange termijn heeft gezet waardoor een adequate behandeling te laat is ingezet. Bovendien wordt de oogarts verweten dat zij klagers klachten en ervaringen niet serieus heeft genomen. Gelet op de bevindingen uit anamnese en oogheelkundig onderzoek tijdens het eerste consult, is met voldoende grond afgezien van verdere onderzoeken. Er waren geen symptomen die doorverwijzing naar een derde lijns oogspecialist indiceerden. Een spoedconsult was niet geïndiceerd. Mede gelet op de van de internist verkregen informatie was het een gerechtvaardigde keuze van om een vervolg afspraak te plannen op ruim 6 maanden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1749
- Datum publicatie: 28-08-2017
- Datum uitspraak: 28-08-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:93
Internist wordt verweten dat hij ten onrechte de diagnose Diabetes Mellitus type 2 heeft gesteld en niet eerder onderzoek heeft gedaan naar Diabetes Mellitus type 1 LADA, dat hij niet meteen bij de eerste opname van klager TSH waarden heeft gecontroleerd of een echo van de schildklier heeft laten maken en niet onmiddellijk na de vaststelling van Graves Orbitopathie een oogarts in consult heeft gevraagd. Verweerder is op goede gronden uitgegaan van de werkdiagnose Diabetes Mellitus type 2 in plaats van Diabetes Mellitus type 1 LADA en heeft voortvarend en adequaat gehandeld. De klachten van klager gaven geen aanleiding om al bij de eerste opname TSH waarden te laten controleren. Uit de Richtlijn Schildklierfunctiestoornissen kan niet worden afgeleid dat het maken van een echo na het vaststellen van hyperthyreoïdie noodzakelijk is. Het verwijt dat verweerder klager niet onmiddellijk na de vaststelling van GO door een oogarts heeft laten zien en dat hij zijn bevindingen niet met de oogarts heeft gedeeld, ontbeert feitelijke grondslag. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:55 Accountantskamer Zwolle 15/1869 Wtra AK
- Datum publicatie: 28-08-2017
- Datum uitspraak: 28-08-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:55
Betrokkene diende bij het samenstellen van de balans gelet op de door de entiteit gehanteerde grondslag voor de waardering van de onderhanden projecten onder ogen te zien of hij voor de waardering van de aan het einde van het verslagjaar lopende projecten voldoende en adequate informatie kreeg aangereikt. Daartoe behoorden per project naast de directe productiekosten, de overige rechtstreeks aan de vervaardiging toe te rekenen kosten, de opslag voor indirecte kosten en de bedragen van de tot aan de balansdatum gedeclareerde termijnen. De stukken van de registercontroller van de entiteit waarop betrokkene zich bij het samenstellen van de post onderhanden projecten heeft gebaseerd, bevatten niet de benodigde informatie, in het bijzonder niet over de vóór de balansdatum gedeclareerde termijnen. Na kennisneming van deze stukken had betrokkene moeten constateren dat de gegevens onvolledig waren en had hij toepassing moeten geven aan het bepaalde in paragraaf 13 van standaard 4410. Berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616245 / DW RK 16/1046
- Datum publicatie: 27-08-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:134
Beslissing op verzet. Klacht over beslagvrije voet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:132 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/598860 / DW RK 15/1122
- Datum publicatie: 27-08-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:132
Klacht over een niet voor klager bestemde brief. Een gerechtsdeurwaarder mag in beginsel afgaan op de door hem opgevraagde gegevens uit de BRP tenzij hij over aanwijzingen beschikt om te veronderstellen dat er iets aan de hand is. Dat laatste was het geval omdat de gerechtsdeurwaarder geen acht heeft geslagen op de verschillen tussen de gegevens uit de BRP en de door de opdrachtgever aan de gerechtsdeurwaarder verstrekte gegevens. Die verschillen hadden voor de gerechtsdeurwaarder aanleiding moeten voor nader onderzoek waarbij hem zou zijn opgevallen dat de vordering zag op een periode waarin klager volgens gegevens uit de BRP niet woonachtig was op het adres waar de brief naar toe is verzonden. Dat de gerechtsdeurwaarder dit zelf niet heeft onderkend en derhalve geen verder onderzoek naar de juistheid van het door hem gehanteerde adres van klager heeft gedaan waar dit wel geboden was, acht de kamer onzorgvuldig en tuchtrechtelijk laakbaar. De kamer acht het ook te ver gaan dat de gerechtsdeurwaarder klager aangifte heeft laten doen van identiteitsfraude. De gerechtsdeurwaarder maakt immers een fout en dan hoeft klager niet aan te tonen dat hij niet de degene is die de vordering moet voldoen. Ook het doorzenden van de brief van klager van 30 oktober 2015 aan de opdrachtgever is niet volgens de spelregels. De inhoud van die brief rechtvaardigde ook een antwoord van de gerechtsdeurwaarder en die kon niet volstaan met doorzending naar zijn opdrachtgever.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:120 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/599990 / DW RK 15/1185
- Datum publicatie: 27-08-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:120
Klacht over structureel te laat bezorgde correspondentie, een in een verkeerde brievenbus gedeponeerde brief en een discussie over een verschil in een opgave van een openstaande vordering. Het enkele feit dat er brieven te laat door klaagster worden ontvangen, is onvoldoende om te komen tot het oordeel dat er tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. De in de verkeerde brief gedeponeerde brief heeft als oorzaak een voor tweeërlei uitleg vatbaar pictogram waardoor de door de gerechtsdeurwaarder gemaakte keuze om de brief in een gesloten envelop uiteindelijk in de (achteraf bezien) verkeerde brievenbus te deponeren begrijpelijk is. Het verschil in de opgave berust op een vergissing die niet tuchtrechtelijk laakbaar is. Klachten ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616378/ DW RK 16/1069
- Datum publicatie: 27-08-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:133
Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:185 Raad van Discipline Amsterdam 17-513/A/A
- Datum publicatie: 25-08-2017
- Datum uitspraak: 18-08-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:185
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder de belangen van klager niet goed heeft behartigd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:53 Accountantskamer Zwolle 16/1534 en 16/1535 Wtra AK
- Datum publicatie: 25-08-2017
- Datum uitspraak: 25-08-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:53
In informatiemateriaal van een onderneming die beleggers de mogelijkheid biedt om te investeren in bouwgrond in Costa Rica, wordt vermeld dat het kantoor van de accountants de controle van de jaarrekening zal verzorgen en controle zal uitoefenen op het nakomen van investeringsbeloften met betrekking tot de aankoop van gronden en op de aflossing van obligatieleningen. Onderneming stelt accountant echter niet in staat om jaarrekening te controleren. In uitgebracht assurance-rapport over opgave belegde gelden wordt niet duidelijk gemaakt dat met de daarin gebruikte term ‘waarde van de grond’ slechts wordt bedoeld de aankoopprijs van de grond. In controleverklaringen over aflossingen van obligatieleningen is ten onrechte niet tot uitdrukking gebracht of de overzichten van de aflossingen zonder materiële afwijkingen wat betreft juistheid en volledigheid zijn opgesteld. Betrokkenen hebben ook een conceptmanagementletter uitgebracht waarin wordt vastgesteld dat overeenkomsten ontbreken, onzekerheid bestaat over voortgang project en dat interne organisatie op het vlak van toerekening van kosten gebrekkig is. Onder deze omstandigheden hadden betrokkenen de onderneming moeten verzoeken de informatie bij te stellen of te verwijderen. Door dit na te laten hebben betrokkenen gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit (dat ook inhoudt dat de accountant vermijdt dat hij in verband wordt gebracht met informatie die onjuist/misleidend is of een verkeerde indruk wekt). Uitbrengen rapporten in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:56 Accountantskamer Zwolle 17/803 en 17/804 Wtra AK
- Datum publicatie: 25-08-2017
- Datum uitspraak: 25-08-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:56
Kantoortoetsing door Nba zowel binnen het wettelijke controledomein als daarbuiten onder de toepassing van art. 3 van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen (VoKwb), zoals deze luidde voor 29 september 2015. Dagelijkse (mede) beleidsbepaler, betrokkene 1, is tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor een voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing. In casu beschikte de accountantsorganisatie niet over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat is afgestemd op de omvang en het belang van de opdrachten als bedoeld in art. 3 VoKwb (oud), dit betreft zowel het wettelijke controledomein als de overige praktijk. Doorhaling voor 1 jaar voor betrokkene 1 als beleidsbepaler en doorhaling 3 maanden voor betrokkene 2 i.v.m. de gemaakte fouten bij de door hem verrichte professionele diensten.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:162 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-441/DH/DH
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 21-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:162
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:144 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-486/DH/RO
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 16-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:144
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij in procedure m.b.t. omgang. Uit de inhoud van de door klager toegezonden bijlagen kan niet worden afgeleid dat verweerder niet aan herhaalde verzoeken van de advocaat van klager heeft voldaan, noch dat hij op een andere manier (opzettelijk) het proces heeft gefrustreerd. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:157 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-395/DH/DH-a
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 08-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:157
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder informatie aan het gerechtshof heeft verschaft waarvan hij wist, dan wel had moeten weten, dat deze onjuist was. Indien en voor zover klaagster tevens heeft bedoeld te klagen over de stichting waar verweerder werkzaam is, geldt dat de klacht in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk is.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:164 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-455/DH/RO
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 01-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:164
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen ex-kantoorgenoot kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft geen rechtstreeks belang bij de vraag of de registratie van verweerster in de BAR al dan niet onjuist en onvolledig is c.q. was, en – zo ja – of verweerster daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:145 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-409/DH/RO
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 26-07-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:145
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen collega-advocaat. Verweerder heeft bij de overname van een zaak (gedragsregel 22) geen tuchtrechtelijk relevante grens overschreden. Ook voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:158 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-454/DH/RO
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 08-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:158
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen stafmedewerker van de deken van een lokale Orde van Advocaten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-533/DH/A-a
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 16-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:165
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:146 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-533/DH/A-b
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 16-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:146
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:159 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-459/DH/DH
- Datum publicatie: 24-08-2017
- Datum uitspraak: 03-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:159
Voorzittersbeslissing. Klacht van de ene tegen de andere advocaat kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-070
- Datum publicatie: 23-08-2017
- Datum uitspraak: 22-05-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:135
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerster heeft klaagster niet onterecht gedagvaard. Dat verweerster geen vordering (meer) had, was verweerster op het moment van dagvaarden onbekend. Niet is gebleken dat klaagster zelf voldoende actie heeft ondernomen om de dagvaardingsprocedure (tijdig) af te wenden.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-780
- Datum publicatie: 23-08-2017
- Datum uitspraak: 10-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:136
Klacht over voorlichting aan cliënt. De advocaat is daarin niet tekort geschoten maar heeft de cliënt voldoende geïnformeerd over het procesverloop, de kansen en de risico's van de procedure. Ook heeft de advocaat gewezen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand en vooraf een inschatting gemaakt van de verwachte tijdsbesteding en de cliënt hierover gedurende de procedure op de hoogte gehouden. Verder mocht de advocaat aankondigen dat de rechtsbijstand zou worden opgeschort als betaling van de declaraties uitbleef. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2017:143 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-365/DH/RO
- Datum publicatie: 23-08-2017
- Datum uitspraak: 08-08-2017
- ECLI:NL:TADRSGR:2017:143
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:137 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1007
- Datum publicatie: 23-08-2017
- Datum uitspraak: 15-05-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:137
Verzet tegen voorzittersbeslissing betreffende het optreden van de deken. Klacht heeft betrekking op het handelen van verweerder, als deken, bij de aanwijzing van een advocaat aan klager ex art.13 Advocatenwet. Het verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:138 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-412
- Datum publicatie: 23-08-2017
- Datum uitspraak: 27-03-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:138
Verzet tegen voorzittersbeslissing. De klacht betrof miscommunicatie tussen klager, de cliënt, en verweerder. De voorzitter heeft een juist oordeel gegeven. Het verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:132 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-543
- Datum publicatie: 23-08-2017
- Datum uitspraak: 23-08-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:132
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen voormalig eigen advocaat. Niet is komen vast te staan dat verweerder zijn declaraties heeft ‘opgeschroefd’ van € 9.000,- naar € 17.500,-. Wegens niet-betaling van de declaraties heeft verweerder klager gedagvaard. Het oplopen van de oorspronkelijke hoofdsom is te wijten aan de bijgekomen incasso-, proces-, executie- en veilingkosten. Dat verweerder deze kosten onvoldoende gespecificeerd heeft is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:133 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1150
- Datum publicatie: 23-08-2017
- Datum uitspraak: 10-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:133
Verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter is niet van onjuiste of onvolledige feiten uitgegaan waardoor hij tot een ander oordeel had moeten komen. Het verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2017:18 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/122
- Datum publicatie: 22-08-2017
- Datum uitspraak: 17-07-2017
- ECLI:NL:TNORSHE:2017:18
Kinderen klagen dat notaris onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van hun 54-jarige moeder, die (onder meer) haar testament heeft gewijzigd. Zij had uitzaaiingen in de hersenen en binnen een week na het passeren van de akten heeft een onafhankelijk arts geoordeeld dat zij blijvend niet in staat werd geacht haar financiële en persoonlijke zaken en belangen naar behoren te behartigen. Bij gebrek aan achterliggende informatie was de notaris, die enkel wist dat moeder terminaal ziek was, bij de beoordeling van haar wilsbekwaamheid aangewezen op de indruk die zij op hem maakte en de wijze waarop zij zich tijdens het gesprek presenteerde. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-030
- Datum publicatie: 22-08-2017
- Datum uitspraak: 22-08-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:134
Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Nu de lezingen van partijen uiteen lopen, kan het College grensoverschrijdend gedrag door de fysiotherapeut jegens klager niet vaststellen. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-043
- Datum publicatie: 22-08-2017
- Datum uitspraak: 22-08-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:143
Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. De fysiotherapeut is wegens praktijk- en persoonlijke omstandigheden niet in staat geweest om aan het verzoek van klaagster tot verstrekking van medische informatie te voldoen. Het had de voorkeur gehad indien duidelijker en sneller was gecommuniceerd over de reden van het uitblijven van informatie. Inmiddels is aan het verzoek voldaan. Geen tuchtrechtelijk verwijt. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-024
- Datum publicatie: 22-08-2017
- Datum uitspraak: 22-08-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:144
Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft lichamelijk (her)onderzoek verricht alvorens deze manipulaties in het midden/laag cervicaal gebied bij klager uit te voeren. Niet is gebleken dat de klachten onvoldoende zijn uitgevraagd. De uitleg door de fysiotherapeut was weliswaar beperkt, maar niet onvoldoende nu er geen indicaties waren dat bij manipulatie van de nekwervels op midden/laag cervicaal niveau sprake was van een verhoogd risico op complicaties. Alle klachtonderdelen ongegrond. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2017:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/54, 55, 56 en 57
- Datum publicatie: 22-08-2017
- Datum uitspraak: 17-07-2017
- ECLI:NL:TNORSHE:2017:17
Klachten over afgifte van verklaringen van erfrecht, waarin staat vermeld dat de ouders van klager beiden laatstelijk woonplaats hadden in Nederland. Zij hadden beiden een Spaans en een Nederlands testament en lieten bezittingen na in beide landen. Deze klachten zijn niet-ontvankelijk in verband met overschrijding van de klachttermijn. Klacht over misleiding van klager bij legaliseren van verklaring van zuivere aanvaarding op zelfde grond niet-ontvankelijk (zie ook: ECLI:NL:TNORSHE:2016:4)
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1752
- Datum publicatie: 21-08-2017
- Datum uitspraak: 21-08-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:91
Klaagster verwijt oogarts dat er geen sprake is van informed consent aangezien zij over de lenskeuze ten behoeve van een staaroperatie minimaal is ingelicht door een optometrist en niet door de oogarts zelf. De werkwijze in het ziekenhuis van verweerder, waarbij een patiënt na het consult bij de oogarts nog door de optometrist wordt gezien voor een oogmeting en herhaling van voorlichting, is naar het oordeel van het college een gebruikelijke en aanvaardbare werkwijze en evenmin strijdig met de Richtlijn Cataract. Klaagster is voldoende voorgelicht. Voor de stelling van klaagster dat de optometrist haar minimaal heeft voorgelicht, heeft het college geen aanwijzingen in het dossier gevonden. Het standpunt van verweerder wordt, ondanks zijn summiere verslaglegging, door het dossier ondersteund. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 148/2017
- Datum publicatie: 18-08-2017
- Datum uitspraak: 18-08-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:143
Klacht tegen psychiater/psychotherapeut betreffende seksueel grensoverschrijdend gedrag en inadequate behandeling. Geen overtuiging dat verweerder voldoende inzicht heeft in het grensoverschrijdende van zijn handelen en zijn eigen rol daarin; recidivekans. Doorhaling inschrijving en schorsing bij wijze van voorlopige voorziening.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:51 Accountantskamer Zwolle 16/2578 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-08-2017
- Datum uitspraak: 18-08-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:51
Accountant wiens kantoor de deponering van publicatiestukken verzorgt had moeten bewaken dat de cijfers in die publicatiestukken op juiste wijze zijn ontleend aan de opgemaakte en vastgestelde jaarrekening en de verschillen daartussen hadden hem niet mogen ontgaan. Dat geldt te meer als het gaat om het deponeren van cijfers die afwijken van de cijfers in een conceptjaarrekening die nog niet is vastgesteld. Strijd met deskundigheid en zorgvuldigheid.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 118/2017
- Datum publicatie: 18-08-2017
- Datum uitspraak: 18-08-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:144
Klacht tegen psychiater/psychotherapeut betreffende seksueel grensoverschrijdend gedrag en inadequate behandeling. Geen overtuiging dat verweerder voldoende inzicht heeft in het grensoverschrijdende van zijn handelen en zijn eigen rol daarin; recidivekans. Doorhaling inschrijving en schorsing bij wijze van voorlopige voorziening.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:52 Accountantskamer Zwolle 16/2595 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-08-2017
- Datum uitspraak: 18-08-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:52
Betrokkene heeft niet gereageerd op verzoeken per brief en per e-mail van klager om een eerder afgesproken vrijwaring te bevestigen/na te komen. De advocaat van betrokkene heeft na verloop van tijd wel gereageerd. Het had verre de voorkeur verdiend dat betrokkene wel had gereageerd gezien het belang van klager bij de vrijwaring maar het niet reageren is van onvoldoende tuchtrechtelijk gewicht om te oordelen dat betrokkene in strijd met enige gedrags- of beroepsregel heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TNORARL:2017:36 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/318691 / KL RK 17/43
- Datum publicatie: 18-08-2017
- Datum uitspraak: 11-08-2017
- ECLI:NL:TNORARL:2017:36
De kamer overweegt dat een notaris, alvorens hij een akte passeert, moet controleren of de tekst daarvan de instemming heeft van alle partijen bij de akte. Vastgesteld wordt dat in dit geval de notaris zich onvoldoende heeft overtuigd dat klager instemde met de tekst van de akte. Ook heeft de notaris niet tijdig een afschrift van de akte aan klager verzonden en de koopsom aan hem overgemaakt en is hij in gebreke gebleven helder met klager te communiceren. De klacht wordt gegrond verklaard zonder oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TNORARL:2017:37 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/317787 / KL RK 17/36
- Datum publicatie: 18-08-2017
- Datum uitspraak: 11-08-2017
- ECLI:NL:TNORARL:2017:37
De kamer stelt vast dat de kandidaat-notaris – als executeur/afwikkelingsbewindvoerder – niet onzorgvuldig heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van klager.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2017:28 Kamer voor het notariaat Amsterdam 624264 NT RK 17/16
- Datum publicatie: 17-08-2017
- Datum uitspraak: 15-06-2017
- ECLI:NL:TNORAMS:2017:28
De kamer acht, gelet op de beschreven handelwijze en de aanwezigheid van verschillende indicatoren zoals hiervoor genoemd, de handelwijze van de notaris om zowel de voorbespreking met erflaatster als het passeren van het testament in dezelfde ruimte waar ook genoemde derden aanwezig waren te doen plaatsvinden, niet begrijpelijk. Zoals ter zitting uiteengezet, was deze ruimte erg klein en stond erflaatster bij het passeren in ieder geval in voortdurend visueel contact met de beide (F en H). Niet gebleken is dat de notaris hen heeft verzocht de kamer te verlaten, terwijl dit eenvoudig te realiseren was geweest. Het is de verantwoordelijkheid van de notaris om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming. Het feit dat de notaris hierin onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht acht de kamer dan ook klachtwaardig.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2017:29 Kamer voor het notariaat Amsterdam 612708 / NT 16-48, 612710 / NT 16-49, 612711 / NT 16-50, 612712 / NT 16-51 en 612714 / NT 16-52
- Datum publicatie: 17-08-2017
- Datum uitspraak: 04-05-2017
- ECLI:NL:TNORAMS:2017:29
Anders dan de notarissen, is de kamer van oordeel dat met de enkele mededeling dat de notarissen geen werkzaamheden voor klager wilden verrichten sprake is van ministerieweigering. Hieraan doet niet af dat klager formeel nog geen opdracht had verstrekt, omdat hij eerst een offerte wilde ontvangen. Ook het opstellen van een offerte valt onder de verlangde werkzaamheden als bedoeld in artikel 21 lid 1 Wna en bovendien impliceert de weigering om een offerte op te stellen de weigering om de notariële dienst te verlenen. Evenmin doet aan het oordeel van de kamer af dat de weigering in eerste instantie tijdelijk, namelijk voor de duur van de ontslagprocedure, zou zijn. Vast staat immers dat de op dat moment door klager verlangde werkzaamheden door de notarissen werden geweigerd. De kamer oordeelt evenwel dat de ontslagprocedure voor de echtgenote van klager en de (vanzelfsprekende) nauwe betrokkenheid van klager daarbij op zich een gegronde reden vormde als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wna voor het opschorten van hun ministerie gedurende de ontslagprocedure. De gang van zaken in de ontslagprocedure zou immers zijn weerslag kunnen hebben op de relatie tussen klager en de notarissen met mogelijke gevolgen voor de notariële dienstverlening. Toen vervolgens na het telefoongesprek van 20 mei 2015 mede door uitlatingen van klager jegens het notariskantoor een ernstige vertrouwensbreuk tussen de notarissen en klager is ontstaan, vormde dit naar het oordeel van de kamer een gegronde reden als hiervoor bedoeld voor de notarissen om hun ministerie definitief te weigeren. De kamer acht dit klachtonderdeel jegens mr. (B) en mr. (E) dan ook ongegrond en, voor zover dit klachtonderdeel de overige notarissen mrs. (A), (C) (hierna: mr. (C)) en (D) betreft, niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:237 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.009
- Datum publicatie: 17-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:237
De klacht is gericht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts, kort gezegd, dat patiënte, klagers moeder, zonder toestemming naar het ziekenhuis is meegenomen, dat de huisarts het dossier niet heeft gelezen, een foute diagnose heeft gesteld en geen goed onderzoek heeft gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en een waarschuwing opgelegd. Beroep klager verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:248 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.474
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:248
De klacht betreft de opname en heropname van de echtgenote van klager, patiënte, op de gesloten opnameafdeling. Verweerder, psychiater, was de supervisor van de behandelaar van patiënte, destijds een co-assistent aan het einde van haar medische opleiding. Klager verwijt verweerder het volgende: 1. tijdens de eerste opname is behoudens gesprekken met de verpleging geen en/of verkeerde en/of te late behandeling geboden; 2. tijdens deze opname is een verkeerde en/of te laat een diagnose gesteld; 3. op een bepaalde datum is patiënte sterk suïcidaal en verplicht met ontslag gestuurd; 4. tijdens de heropname is geen behandeling geboden. Afbouw van Prozac en starten met een vervangend middel is niet uitgevoerd; 5. patiënte is ondanks toezegging niet doorverwezen naar een collega beroepsbeoefenaar. Een dringend verzoek om behandeling door een andere psychiater is wel ingewilligd, maar niet uitgevoerd; 6. op een bepaalde datum is patiënte sterk suïcidaal verplicht met ontslag gestuurd als “uitbehandeld”; 7. de psychiater had een onverschillige en niet geïnteresseerde opstelling ten opzichte van patiënte. Het RTG Den Haag verklaart de klachtonderdelen 1 t/m 3 ongegrond en 4 t/m 7 gegrond en legt de psychiater de maatregel van berisping op (met publicatie). Het CTG vernietigt deze beslissing voor zover de klachtonderdelen 4 t/m 6 gegrond werden verklaard. Klacht 7 is gegrond. CTG volstaat met een waarschuwing, omdat is gebleken dat de psychiater nog relatief onervaren was, daarna zijn werkwijze heeft aangepast, en hij heeft aangegeven te hebben geleerd van deze kwestie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:242 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.335
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:242
Klacht tegen huisarts. De aangeklaagde arts was sinds 2006 de huisarts van klaagster en haar gezin, bestaande uit de echtgenote van klaagster en hun drie kinderen. In 2013 stelde klaagster de arts op de hoogte van haar genderdysforie. Klaagster is een jaar later apart gaan wonen van haar partner. Volgens Jeugdzorg was er sprake van een zeer onrustige thuissituatie. De Raad voor de Kinderbescherming heeft een onderzoek ingesteld. De arts heeft op verzoek van de echtgenote van klaagster een kinderarts verzocht onderzoek te verrichten naar het vermoeden van kindermisbruik en informatie verstrekt aan de Raad voor de Kinderbescherming en de politie. De klacht houdt in: 1) afgifte van een onjuiste verklaring en een onjuist rapport aan derden, 2) het verstrekken van bedrieglijke informatie zonder toestemming, 3) het schenden van het beroepsgeheim, 4) grensoverschrijdend gedrag, 5) discriminatie, 6) het opzettelijke schade toebrengen aan drie minderjarige kinderen en 7) schending van de privacy. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht voor wat betreft de onderdelen 1 tot en met 3, 6 en 7 gegrond verklaard en de arts ter zake daarvan de maatregel van berisping opgelegd. Voor het overige is de klacht afgewezen. Nadat de arts beroep heeft ingesteld tegen deze beslissing, uiteindelijk beperkt tot de opgelegde maatregel, en klaagster incidenteel beroep, heeft het Centraal Tuchtcollege de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege vernietigd, doch uitsluitend voor zover daarin de maatregel van berisping is opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat in het onderhavige geval kan worden volstaan met oplegging van de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:236 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.037
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:236
Klacht tegen een CIZ-arts. Klager verwijt de CIZ-arts dat de medewerkers van CIZ onbevoegd de geneeskunde uitoefenen, dat de artsen van CIZ uitspraken doen die niet onderbouwd zijn door medisch (eigen) onderzoek en afwijken van de rapporten van artsen en gedragsdeskundigen die wel onderzoek hebben gedaan. De privacy wordt geschonden door CIZ door verkeerde gegevens door te sturen zonder dat klager weet wat er is doorgestuurd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt omtrent het handelen van de arts tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege en neemt hetgeen het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De beoordeling’ heeft overwogen over de handelwijze van de arts hier over. Daarmee onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de arts met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:243 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.001
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:243
Klacht tegen huisarts. Klagers zijn de kinderen van een patiënte, die in 2014 is overleden aan een aortadissectie. Gedurende de periode van 11 april 2014 tot 30 april 2014 is patiënte door drie andere huisartsen gezien, waarbij geen aortadissectie is geconstateerd. Op 6 mei 2014 heeft patiënte de (vaste) huisarts gezien. Klagers verwijten de huisarts dat zij de diagnose aortadissectie heeft gemist en onvoldoende heeft gedaan om deze diagnose te stellen, zodat een adequate behandeling is uitgebleven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klagers afgewezen. In hoger beroep hebben klagers de huisarts gesteld dat door het Regionaal Tuchtcollege niet is ingegaan op de essentie van hun klacht, inhoudende dat zij de huisarts verwijten dat zij patiënte niet heeft doorverwezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:244 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.005
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:244
De klacht is gericht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze nalatig is geweest door patiënt - haar broer - niet voor nader onderzoek in te sturen. Patiënt is enkele dagen later overleden aan de gevolgen van een hartinfarct. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van berisping opgelegd. Beroep huisarts verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:238 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.100
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:238
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager verwijt de be drijfsarts dat zij niet heeft gehandeld als een redelijk bekwaam bedrijfsarts. De klacht is opgebouwd uit tien onderdelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geconcludeerd dat de bedrijfsarts met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt en heeft de klacht in al haar onderdelen afgewezen. Omtrent het handelen van de bedrijfsarts komt het Centraal Tuchtcollege tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege en neemt hetgeen het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De beoordeling’ heeft overwogen over de handelwijze van de bedrijfsarts hier over. Daarmee onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de bedrijfsarts met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:245 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.084
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:245
De klacht is gericht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij de situatie van patiënte, klagers echtgenote, verkeerd heeft ingeschat tijdens een oproep van klager naar de spoedlijn van de praktijk. Patiente is later die dag overleden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:239 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.494
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:239
Klacht tegen HAP arts. Klaagster is echtgenote van een inmiddels overleden hoog bejaarde patiënt met Alzheimer. Patient is op zijn rug gevallen. De arts heeft hem in de nacht op de HAP gezien en geconcludeerd dat sprake was van een kneuzing van de rug. Een dag later zijn in het ziekenhuis, na verwijzing door de huisarts, verschillende fracturen in de wervelkolom, waaronder een instabiele halswervelfractuur, gediagnostiseerd. Klaagster verwijt de arts onder meer dat zij het lichamelijk onderzoek onvoldoende adequaat, onvoldoende zorgvuldig en ondeskundig heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht op dit punt gegrond en legt de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege komt tot de conclusie dat aannemelijk is dat het onderzoek van de arts te summier is geweest, in het bijzonder waar het gaat om de aantasting van het loopvermogen van patiënt. Dat geen sprake was van krachtverlies of andere door het trauma veroorzaakte motorische beperking, heeft de arts niet op basis van het verrichte onderzoek kunnen vaststellen. Het Centraal Tuchtcollege volstaat met een waarschuwing .
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:246 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.105
- Datum publicatie: 16-08-2017
- Datum uitspraak: 15-08-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:246
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat zij een niet volledig ingevulde en niet correcte probleemanalyse heeft ingevuld en dat de probleemanalyse niet tijdig is opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het tijdig (binnen zes weken na de eerste ziektedag) opstellen, ondertekenen en toesturen van de probleemanalyse een eigen verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts is. Het feit dat de arbodienst fouten heeft gemaakt of dat de gehanteerde werkwijze van de arbodienst tot gevolg heeft gehad dat er vier versies van de probleemanalyse in omloop zijn gekomen, doet aan deze eigen (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts niet af. Het Centraal Tuchtcollege constateert dat de bedrijfsarts haar verantwoordelijkheid met betrekking tot het tijdig opstellen en ondertekenen van de probleemanalyse in het geval van klaagster niet heeft genomen. O ok het juist en volledig invullen van een probleemanalyse is een eigen verantwoordelijkheid van de bedrijfsarts. Het kan de bedrijfsarts dan ook worden aangerekend dat dit in het geval van klaagster niet is gebeurd. Het feit dat er foutieve antwoorden door het systeem zijn ingevuld die de bedrijfsarts niet kan wijzigen (wat daar verder ook van zij) doet daaraan niet af. Het voorgaande betekent dat het Centraal Tuchtcollege de klacht in al haar onderdelen gegrond acht. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, en opnieuw rechtdoende, verklaart de klacht alsnog gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping op.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 413
- Pagina: 414
- Pagina: 415
- ...
- Pagina: 903
- Volgende pagina zoekresultaten