Zoekresultaten 13601-13650 van de 44598 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:143 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/650992 / DW RK 18/375

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat hij klager meerdere malen tegenstrijdige overzichten heeft toegezonden van de openstaande som. Klager is van mening dat de vordering al ruimschoots was voldaan. De kamer overweegt dat in door de gerechtsdeurwaarder verzonden specificaties voldoende uitleg aan klager is gegeven. Dat de vordering al was voldaan is niet gebleken. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:156 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/638001 / DW RK 17/1086

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter een en verklaart het verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:150 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/639521 / DW RK 17/1183

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat hij weigert om maandelijks het uit het beslag ontvangen bedrag direct naar de rekening van klager over te maken. Volgens klager wordt er maandelijks minder geld naar zijn rekening overgemaakt dan daadwerkelijk wordt afgedragen. De kamer overweegt dat uit de stukken blijkt dat er maandelijks wordt afgedragen conform de systematiek van de daarvoor gelden de regels. Dat er minder wordt afgedragen dan wordt ontvangen is gelegen in het feit dat de gerechtsdeurwaarder zijn kosten aftrekt van het aan klager te betalen bedrag. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:237 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/146

    Klager verwijt verweerder, tandarts, onzorgvuldig te hebben gehandeld bij de plaatsing van een 12-delige brug en kronen in boven- en onderkaak, onvoldoende voorlichting te hebben gegeven, een verkeerde diagnose te hebben gesteld, een onjuiste behandeling te hebben uitgevoerd en een onjuiste verklaring te hebben afgegeven. Deels gegrond, berisping

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:144 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636338 / DW RK 17/985

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat hij loonbeslag heeft gelegd zonder enige kennisgeving vooraf van het bestaan van een vordering. Klaagster is niet bekend met de vordering, noch met eerdere pogingen tot incasso daarvan. De kamer overweegt dat het een vordering op haar echtgenoot betreft en omdat haar echtgenoot geen soelaas bood, is de gerechtsdeurwaarder voor het verhaal van de vordering bij klaagster uitgekomen als zijnde gehuwd in gemeenschap van goederen. Enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen heeft daarbij niet plaatsgevonden. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:157 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/664027 / DW RK 18/148

    De gerechtsdeurwaarders wordt verweten dat zij hogere incassokosten in rekening hebben gebracht bij (consument-)debiteuren dan volgens de regelgeving is toegestaan. Aanvangsdatum onderzoek. Overweging over wie als beklaagde kan worden aangemerkt en de waarheidsplicht. Het ontvankelijkheidsverweer wordt verworpen. De klacht wordt erkend en gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarders wordt de maatregel van berisping opgelegd. Op gronden als in de beslissing gegeven, wordt afgezien van het opleggen van een kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:291 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.010

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager heeft verschillende malen een Wajong-uitkering aangevraagd. Die aanvraag is telkens afgewezen. Verweerder heeft met betrekking tot deze aanvragen driemaal een rapportage opgesteld. Klager verwijt verweerder met name dat hij de diagnose PTSS niet heeft erkend en dat hij een daarop betrekking hebbend deskundigenoordeel niet in zijn herbeoordeling heeft meegenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:151 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/640622 / DW RK 17/1229

    De gerechtsdeurwaarders wordt verweten dat zij ambtshandelingen hebben verricht in opdracht van een wederpartij van klager met wie beklaagden nauw zijn verweven, en zich in een gerechtelijke procedure hebben gesteld als gemachtigde van een wederpartij van klager, met welke wederpartij het kantoor van de gerechtsdeurwaarders moet worden vereenzelvigd. De kamer geeft enkele overwegingen over het klagen in het algemeen belang en overweegt verder dat zelfs als het handelen van de gerechtsdeurwaarders -voor zover in het tuchtrecht al van toepassing- “ex tunc” wordt getoetst, kan uit hetgeen door klager is aangevoerd niet de conclusie worden getrokken dat het kantoor van de gerechtsdeurwaarders ten tijde van het vermeende klachtwaardige handelen kan worden vereenzelvigd met haar opdrachtgever. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:145 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636341 / DW RK 17/988

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat hij aankondigt beslag te komen leggen, maar op de aangekondigde datum niet langskomt. Verder zijn de opgevoerde kosten niet terecht omdat het bedrag door klaagster al is voldaan. Op grond van vaste rechtspraak is het zonder de debiteur daarover te informeren tuchtrechtelijk laakbaar om niet op de aangekondigde datum te verschijnen. Dit is twee keer gebeurd en de klacht wordt gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder wordt de maatregel van berisping opgelegd. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:158 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/642800/ DW RK 18/71

    De gerechtsdeurwaarders wordt verweten dat zij klager blijven bedreigen met beslag ondanks het feit dat klager de hele vordering heeft al heeft voldaan. De kamer verklaart de klacht ongegrond. Klager heeft de vordering wel aan de opdrachtgever voldaan maar heeft daarvan de gerechtsdeurwaarders niet op de hoogte gesteld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:292 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.447

    Klacht tegen GZ-psycholoog. Klaagster is onder behandeling geweest van verweerster die als GZ-psycholoog werkzaam is bij een gezondheidsinstelling gericht op de behandeling van complexe persoonlijkheidsproblematiek. De klacht bestaat uit 6 onderdelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat het onvoldoende inzichtelijk is dat verweerster bij de behandeling van klaagster steeds een duidelijk plan voor ogen heeft gehad en voldoende houvast aan klaagster heeft geboden. Voorts is geoordeeld dat verweerster onvoldoende de benodigde professionele afstand tot klaagster heeft bewaard. Daarmee zijn de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond verklaard en ter zake daarvan is aan de GZ-psycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht in eerste aanleg afgewezen. Het beroep van klaagster richt zich tegen de ongegrondverklaring van klachtonderdeel 1. Daarnaast heeft klaagster bezwaren tegen (de motivering van) de opgelegde maatregel van waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep voor zover dat zich richt tegen de zwaarte van de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel naar aanleiding van de gegrondverklaring van de klachtonderdelen 2 en 3, en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:152 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/659138 / DW RK 18/643

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft de klacht van klaagster als kennelijk ongegrond afgewezen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond. In haar verzoek tot schadevergoeding wordt klaagster niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/647163 / DW RK 18/226

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan eigen belang. De kamer verklaart het verzet gegrond en vernietigt de beslissing van de voorzitter omdat klaagster als werkgever van de debiteur voldoende eigen belang bij de klacht heeft. De klacht wordt in al haar onderdelen ongegrond verklaard omdat het niet aan de werkgeefster is allerlei eisen te stellen voordat aan haar wettelijke informatieplicht wordt voldaan.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:293 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.067

    Klacht tegen huisarts. De beklaagde huisarts was huisarts van klager en diens echtgenote. Klager was opgenomen in het ziekenhuis en kreeg telefonisch geen contact met zijn echtgenote. Daarop heeft klager zijn huisarts gebeld met de vraag om bij zijn echtgenote langs te gaan. De huisarts is niet op huisbezoek geweest. Een week later is klagers echtgenote dood in haar bed aangetroffen. Klager verwijt de huisarts dat hij niet de noodzakelijke medische hulp heeft verleend, met de dood van klagers echtgenote tot gevolg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege staakt de behandeling in verband met het overlijden van klager.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:153 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/663248 / DW RK 19/126

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft de klacht van klaagster als kennelijk ongegrond afgewezen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:147 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/646922 / DW RK 18/220

    Beslissing op verzet. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat het is ingesteld buiten de daarvoor door de wet voorgeschreven termijn.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:294 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.098

    Klacht tegen huisarts. Klaagster werd in 2016 patiënte in de huisartsenpraktijk van verweerder. In november 2017 heeft verweerder de behandelovereenkomsten met klaagster in verband met een vertrouwensbreuk per 21 december 2017 opgezegd. In een eerdere tuchtprocedure heeft het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven de daartegen door klaagster ingestelde klacht deels gegrond verklaard en aan verweerder een waarschuwing opgelegd. Nadien heeft verweerder aan klaagster een aantal brieven gestuurd over het vinden van een nieuwe huisarts. Klaagster verwijt verweerder in deze procedure onder andere dat de volharding in de eenzijdige opzegging van de behandelovereenkomst die niet voldeed aan de zorgvuldigheidseisen, en de weigering van zorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in het de overwegingen en beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:160 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/652204 DW RK 18/426

    De gerechtsdeurwaarders wordt verweten dat zonder het vonnis te hebben betekend beslag hebben gelegd, een regeling voorstellen die klager weigert, opnieuw beslag hebben gelegd en geinde gelden niet terugbetalen. De kamer verklaart het eerste (ook erkende) klachtonderdeel gegrond en de overige klachtonderdelen ongegrond. Het opleggen van een maatregel wordt achterwege gelaten. De gerechtsdeurwaarders dienen het griffierecht aan klager terug te betalen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:154 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/659113 / DW RK 18/640

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. DE kamer is het met de beslissing van de voorzitter een en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:148 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/653782 / DW RK 18/483

    Beslissing op verzet. De klacht betreft de bekendmaking van een executieverkoop en dat er beslag is gelegd op eigendom derden en werkmateriaal. De voorzitter heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. De kamer is het met die beslissing eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:235 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/166

    Klaagster verwijt verweerster onder andere dat zij klaagster onvoldoende heeft verdoofd tijdens de keizersnede en haar pijn heeft gebagatalliseerd. Gegrond: berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:161 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/667864 / DW RK 19/305

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De kamer is het niet met de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond. De kamer overweegt daartoe dat de klacht dat de gerechtsdeurwaarder heeft gelogen en de kamer heeft misleid, een zelfstandige klacht betreft. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd. De klacht wordt door de kamer ongegrond verklaard. De definitie van liegen houdt in het met opzet onwaarheden spreken. Dat is in dit geval niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636337 / DW RK 17/984

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat hij zijn zorgplicht niet is nagekomen nu de oorspronkelijke hoofdsom door allerlei kosten zodanig is opgelopen dat het door de debiteur betaalde bedrag daar geheel aan is opgegaan. Kamer overweegt dat bij het uitvoeren van een opdracht als de onderhavige op een gerechtsdeurwaarder uitsluitend de verplichting rust zich in te spannen teneinde de incasso of de executie te doen slagen. De kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder dat op dit punt geen sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. De klacht wordt ongegrond verklaard. De klacht dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft gereageerd op een brief van klager wordt gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder wordt daarvoor de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:155 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/638593 DW RK 17/1130

    De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat hij ongespecificeerde informatiekosten vordert en onduidelijk communiceert. De kamer overweegt dat door verschillende kosten onder de noemer ‘informatiekosten’ te brengen, en daarover onduidelijk te communiceren, beide klachtonderdelen terecht zijn voorgesteld. Een klager die met kosten wordt geconfronteerd, moet op eenvoudige wijze kunnen nagaan of die kosten juist zijn. De klacht wordt gegrond verklaard, maar er wordt geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:237 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-249

    Beslissing op verzet. Verweerder is klachtenfunctionaris op zijn kantoor. In die hoedanigheid heeft hij zich niet dusdanig misdragen dat daardoor het vertrouwen in advocatuur is geschaad. Klager heeft zijn verwijten en zijn verzet niet (voldoende) onderbouwd. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:30 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-23

    Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht ten aanzien van de beoordeling van de wilsbekwaamheid van vader bij het wijzigen van de volmacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:250 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-342

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerder in de sommatiebrief heeft geschreven dat hij zich vrij acht zonder nadere waarschuwing rechtsmaatregelen tegen klaagster te treffen indien klaagster niet aan de sommatie voldoet en dat hij daarbij niet uitsluit dat hij zijn cliënte zal adviseren het faillissement van klaagster aan te vragen is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerder mocht dit doen in het belang van zijn cliënte. Dat sprake is van misbruik van recht heeft klaagster onvoldoende onderbouwd. Dat verweerder niet bereid zou zijn een minnelijke regeling na te streven heeft klaagster onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-152

    Klagers verwijten de advocaat van de wederpartij dat hij in een procedure bij de bestuursrechter onjuiste feiten heeft genoemd. Klacht kennelijk ongegrond. Klagers vragen in de tuchtprocedure om een hernieuwde beoordeling van hun stellingen zoals ingenomen in de bestuursrechtelijke procedure en de tuchtzaak heeft voor klagers tot doel “om de onderste steen boven te krijgen”. Dat kan echter niet het doel van een tuchtprocedure zijn. In de tuchtprocedure wordt de handelwijze van verweerder getoetst aan de hand van de daarvoor geldende tuchtnormen. Een oordeel over stellingen van klager in een gerechtelijke procedure was aan de bestuursrechter voorbehouden en daarover is onherroepelijk beslist.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:238 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-285

    Beslissing op verzet. Klagers hebben hun klacht te laat ingediend. Ook de uitzondering van artikel 46g, lid 2 is niet van toepassing. Er is bovendien niet gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:232 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-908

    Klacht van cliënt tegen zijn advocaat dat hij in strijd met de wens van klager hoger beroep heeft ingesteld waardoor ISD-maatregel later is ingegaan en klager langer heeft vastgezeten. Klacht gegrond. Voordat hij overging tot instellen van hoger beroep, had advocaat zeker moeten stellen dat dit overeenkomstig de wens van zijn cliënt was, gelet op het feit dat hoger beroep in dit geval onmiddellijk gevolgen zou hebben voor klager. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:245 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-544

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Klager heeft geen zelfstandig belang bij zijn klacht tegen het kantoor van verweerster. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag van verweerster tijdens de waarneming van het dossier. Klacht gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-369

    Beslissing op verzet. Verweerder is als kwaliteitsmanager betrokken geweest bij de behandeling van een klacht tegen een kantoorgenoot. In die hoedanigheid heeft hij zich niet dusdanig misdragen dat daardoor het vertrouwen in advocatuur is geschaad. Klager heeft zijn verwijten en zijn verzet niet (voldoende) onderbouwd. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:238 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/108

    Klager beoogt met zijn klacht dat de publicatie door verweerder (kinderarts) wordt ingetrokken. Klager verwijt de kinderarts dat hij 1) valsheid in geschrifte heeft gepleegd, 2) toestaat dat de studie niet getoetst en gecontroleerd werd door een Medisch Ethische Toetsing Commissie, 3) de toestemmingsformulieren pas heeft opgestuurd nadat al lichaamsmateriaal was afgenomen, 4) de Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek bij Mensen op diverse punten heeft overtreden, 5) een niet onderbouwde en zeer waarschijnlijk foute diagnose heeft gesteld, 6) heeft toegestaan dat via een wetenschappelijke publicatie deze 'vermeende ziekte' wereldkundig werd gemaakt en geregistreerd is in een database, 7) het medisch beroepsgeheim en de privacywetgeving heeft geschonden en 8) heeft nagelaten de klinische kenmerken te valideren en te verifiëren. Verweerder heeft primair aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht en heeft subsidiair verweer gevoerd. Het college heeft klager ontvankelijk verklaard en heeft de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:179 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-608/DB/OB

    Advocaat heeft in overleg met de cliënt pro forma een procedure bij de Raad van arbitrage voor de bouw ingediend en in kort geding gevorderd de VvE te veroordelen om op kosten van de VvE een opdracht te verstrekken tot het doen verrichten van nader deskundigenonderzoek ten aanzien van klachten betreffende geluidsoverlast. Niet gebleken van een onjuiste aanpak door de advocaat. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:233 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-949

    Klacht tegen advocaat van wederpartij over het feit dat hij in gesprek is gegaan met de door klaagster aangezegde getuigen voorafgaand aan het getuigenverhoor. Klacht gegrond. Advocaat heeft in strijd gehandeld met gedragsregel 16 (oud), die op dat moment nog van toepassing was. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:246 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-153

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken van een opzetje en evenmin gebleken dat verweerster onwaarheden heeft geuit.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-387

    Beslissing op verzet. Klacht over de advocaat van de wederpartij van klager. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:234 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-033

    Klacht van cliënt jegens haar advocaat over onder meer het nalaten van het instellen van hoger beroep en een onjuiste communicatie daarover. Klacht is in zoverre gegrond. Advocaat is in ernstige mate tekortgeschoten in de zorg die zij voor haar cliënt had behoren te betrachten. Advocaat heeft reeds driemaal eerder voor soortgelijke gedragingen een maatregel opgelegd gekregen. Schorsing van 17 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:247 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-250

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Anders dan klager stelt, valt het verweerster niet tuchtrechtelijk te verwijten dat zij de door de vrouw opgestelde tijdslijn met daarin onder meer (delen van) e-mailberichten van klager aan de rechtbank heeft overgelegd. Zij heeft de juistheid van de inhoud van de tijdslijn voldoende geverifieerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-486

    Klagers hebben verzet aangetekend tegen een beslissing van de voorzitter van de raad. De raad is van oordeel dat klagers in hun verzet niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard wegens overschrijding van de in de Advocatenwet in artikel 46h lid 1 genoemde termijn van 30 dagen voor het doen van verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad zoals bedoeld in artikel 46 j lid 1 Advocatenwet. De voorzitter heeft zijn beslissing genomen op 29 augustus 2018. Op diezelfde datum is de beslissing aan klagers per aangetekende post verzonden. De termijn van 30 dagen gaat lopen de dag na de datum van verzending. Derhalve eindigde bedoelde termijn op 28 september 2018. Klagers hebben op 26 september 2018 per e-mail een verzetschrift ingediend. In dat verzetschrift is geen motivering opgenomen. Ondanks de waarschuwing van de griffie is het gemotiveerde verzetschrift pas op 10 oktober 2018 ontvangen op de griffie. Ter zitting heeft klager onder meer aangevoerd dat degene die klager behulpzaam was met het opstellen van stukken niet eerder tijd had voor het opstellen van een gemotiveerd verzetschrift. Dit levert naar het oordeel van de raad geen verschoonbare termijnoverschrijding op. Het verzet is daarom niet-ontvankelijk. Aan een inhoudelijke beoordeling van het verzet komt de raad dan ook niet toe.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:235 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-392

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat, over de kwaliteit van de dienstverlening, in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:248 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-247

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klaagster voor het grootste deel niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop, klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:242 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-106

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van curator deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop, deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:29 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-13 en 19-14

    De notaris was als executeur betrokken bij de afhandeling van de nalatenschap van erflaatster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-424

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk omdat de klacht te laat is ingediend. Klacht over onnodig grievend taalgebruik in de klachtprocedure kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:249 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-335

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Het stond verweerder vrij in het belang van zijn cliënte procedures te starten en op de zitting van de rechtbank te verschijnen. Dat daarbij de belangen van klager onnodig of onevenredig zijn geschaad zonder redelijk doel is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-105

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder als assistent-curator en advocaat van de curator deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond. Onder meer geen sprake van onnodig grievende uitlatingen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1937

    Klaagster dient een klacht in tegen een verzekeringsarts, onder meer inhoudende dat de verzekeringsarts de medische situatie van klaagster verkeerd heeft ingeschat door volledig voorbij te gaan aan informatie uit het medisch dossier van klaagster, medische rapportages van behandelend artsen en de door klaagster zelf verstrekte informatie over haar fysieke mogelijkheden en beperkingen. Daarnaast dient klaagster nog een klacht in over de bejegening door de verzekeringsarts. De verzekeringsarts voert verweer. Naar het oordeel van het college voldoet de rapportage van de verzekeringsarts aan de criteria die daaraan worden gesteld. Ook de klacht over de bejegening slaagt niet. Het college verklaart de klachten van klaagster in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:232 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/505

    Klaagster dient een veelvoud aan klachten in tegen verweerder, die als verzekeringsarts werkzaam is. Zij verwijt hem o.a. een onjuiste medische rapportage te hebben opgesteld vanwege feitelijke onjuistheden, nalaat die feitelijke onjuistheden te corrigeren, zijn professionele verantwoordelijkheid overdraagt aan derden, medische adviezen heeft uitgebracht die niet voldoen aan de vereisten en voorwaarden die van toepassing zijn, zijn beroepsgeheim heeft geschonden door het medisch dossier van klaagster onder andere aan het tuchtcollege door te sturen. Verweerder voert verweer. Het tuchtcollege verklaart alle klachtenongegrond. Wat betreft het schenden van het beroepsgeheim merkt het college op dat wie een tuchtklacht indient, geacht wordt de jegens hem geldende geheimhoudingsplicht prijs te geven, voor zover het gegevens betreft die voor de beoordeling van de tuchtrechter van belang kunnen zijn. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18185

    Klager dient een veelvoud van klachten tegen een verzekeringsarts, in het algemeen inhoudende dat verweerster verzekeringsgeneeskundige onderzoeken onjuist heeft uitgevoerd en daarin onjuist heeft geconcludeerd, gerapporteerd en gediagnosticeerd. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij de klachten en beperkingen van klager als niet medisch objectiveerbaar heeft afgedaan, geen informatie heeft opgevraagd bij de behandelend revalidatiearts en specialisten van klager, haar rapport niet aanpast ondanks het verzoek van klager hierom etc. Verweerster voert verweer. Naar het oordeel van het klachten zijn alle klacht ongegrond.