Zoekresultaten 21941-21960 van de 44943 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:262 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-708/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht te laat ingediend

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:14 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/3, 4, 5, 6 en 7 Wraking

    Verzoek tot wraking afgewezen. Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter - met wie een lid van de kamer voor het notariaat in dit verband gelijk kan worden gesteld - is uitgangspunt dat een rechter uit hoofde van zijn of haar aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een van partijen een vooringenomenheid koestert, althans dat bij die partij daarover bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is. Uit de stellingen van verzoeker volgt dat een aantal procedurebeslissingen van de plaatsvervangend voorzitter de aanleiding is geweest voor dit wrakingsverzoek. Procedurebeslissingen zijn beslissingen die een (plaatsvervangend) voorzitter van de kamer neemt in verband met de voortgang van de behandeling van een klacht of de behandeling van meerdere klachten tegelijk. Volgens vaste jurisprudentie leveren procedurebeslissingen in het algemeen geen grond voor wraking op. Dit is slechts anders indien een dergelijke beslissing zo onbegrijpelijk is dat daardoor de schijn van vooringenomenheid wordt gewekt. Daarvan is in het onderhavige geval op geen enkele wijze gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:263 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-709/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen samenwerkingsverband (NV) te laat ingediend

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:42 Raad van Discipline Amsterdam 17-084/A/A

    Wraking van voorzitter en leden van de raad op grond van onbeschoftheid, onfatsoenlijkheid en ondeskundigheid. Het verzoek is kennelijk ongegrond vanwege onvoldoende onderbouwing. Van vooringenomenheid is dan ook niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:264 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-720/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht houdt in dat advocaat aanvankelijk optrad voor klaagster en de wederparijt en later tegen klaagster

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:265 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-710/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij m.b.t. perikelen rondom executie van een vonnis

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:34 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1085/DH/RO

    voorzittersbeslissinf; verweerder heeft klager tijdig geïnformeerd dat hij hem niet langer zou bijstaan

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:261 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-651/DH/DH

    voorzittersbeslissing; diverse klachten, deel kennelijk ongegrond deels kennelijk niet ontvankelijk; klachtonderdeel al aanhanig bij kantonrechter leidt tot niet-ontvankelijkheid; advocaat van verweerder heeft confraternale correspondentie in het geding gebracht, geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:35 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1079/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:32 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1118/DH/DH

    voorzittersbeslissing; ontevredenheid over de uitkomst betekent niet dat verweerder niet heeft voldaan aan de professionele standaard

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:33 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1119/DH/DH`

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:35 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-031/DB/OB

    Stadium van overleg in langdurig burenconflict was gepasseerd. Geen sprake van rauwelijks dagvaarden. Betreft zakelijk geschil. Misleiding van de rechter is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:28 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-247/DH/RO-a

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/235T

    Bij klaagster zijn de hoektanden van haar bovenkaak aanvankelijk niet doorgekomen. Later kwam één hoektand alsnog door, hetgeen klachten veroorzaakte. Zij verwijt verweerder, tandarts, onder meer dat hij geen duidelijk behandelplan met haar heeft besproken, dat hij het team van specialisten dat bij de behandeling betrokken was (o.a. ivm orthodontie) onvoldoende heeft gecoördineerd, dat hij klaagster niet heeft geïnformeerd over de risico’s van de behandeling, haar onheus heeft bejegend en niet heeft meegewerkt toen klaagster aangaf over te willen stappen naar een andere behandelaar. Verweerder voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:29 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-247/DH/RO-b

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klagers verwijten verweerder dat hij een rechtstreekse bespreking heeft gevoerd met klager sub 1, terwijl hij wist dat klager sub 1 in de betreffende zaak werd bijgestaan door klager sub 2. De klacht is in zoverre gegrond. Verweerder heeft in strijd gehandeld met gedragsregel 18 lid 1. Het andere klachtonderdeel is niet-ontvankelijk omdat dit betrekking heeft op handelen van de adviseurs van verweerder. Van enige rechtstreekse betrokkenheid van verweerder daarbij is niet gebleken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/320T

    Klaagster verwijt verweerder (kaakchirurg)haar onvoldoende te hebben geïnformeerd over de botopbouw voorafgaand aan de plaatsing van implantaten. Ook heeft hij onzorgvuldig gehandeld bij het plaatsen van de implantaten als gevolg waarvan blijvend letsel is ontstaan. Ook is klaagster niet geïnformeerd over de kosten van de behandeling. Verweerder bestrijdt de klachten. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:30 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-606/DH/RO

    Gegrond dekenbezwaar. Verweerder heeft niet voldaan aan diverse verzoeken van of namens de deken tot het verstrekken van inlichtingen en (jaar)stukken. Ook heeft hij de deken op bepaalde momenten onjuiste informatie verschaft. Verweerder heeft gedragsregel 37 geschonden. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/102

    Klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg tegen psychiater, tevens voormalig geneesheer-directeur van een zwakzinnigeninstelling. De klacht is ingediend naar aanleiding van de suïcide van een patiënt in de instelling die meermalen gesepareerd was. Verweerder wordt verweten dat hij: - er onvoldoende voor zorg heeft gedragen dat bepaalde protocollen/richtlijnen door het personeel werden nageleefd; - er niet op toegezien heeft dat patiënt, bij wie ernstige psychiatrische problematiek speelde, een psychiater als hoofdbehandelaar had; - geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor het toetsen van de separaties; - in strijd met art. 40a Wet Bopz heeft gehandeld door niet te bewerkstelligen dat patiënt bij iedere beslissing tot dwangbehandeling schriftelijk in kennis werd gesteld van de mogelijkheid van beroep tegen separaties. Het college verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond en legt aan verweerder hiervoor een berisping op.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:31 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-317/DH/RO

    Beslissing op verzet. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden. Klagers hebben hun klacht immers bij brief van 27 december 2014 ondubbelzinnig ingetrokken en hebben daarmee hun recht om opnieuw over hetzelfde feitencomplex te klagen, prijsgegeven. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:39 Raad van Discipline Amsterdam 16-641/A/A

    Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verzet deels gegrond. Verweerster heeft onnodig grievende uitlatingen gedaan, door in een brief aan de gemachtigde van klager te stellen dat klager bedrog heeft gepleegd en rechters onjuist heeft voorgelicht, terwijl voor die uitlatingen onvoldoende rechtvaardiging bestaat. Het onderzoeksrapport waarop verweerster zich beroept biedt onvoldoende onderbouwing voor de stellige uitlatingen. Waarschuwing.