Zoekresultaten 20721-20740 van de 45005 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:233 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.075

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster is onderzocht door verweerder (bedrijfsarts) in het kader van haar re-integratie bij haar werkgever. Na het eerste jaar arbeidsongeschiktheid heeft verweerder een Functionele Mogelijkheden Lijst opgesteld ten aanzien van klaagster. Vervolgens heeft een andere bedrijfsarts de taken van verweerder overgenomen, omdat de werkgever van klaagster is gaan samenwerken met een andere arbodienst. Klaagster verwijt verweerder 1) dat haar ontslag is verleend door haar werkgever en dat zij geen loon meer ontvangt, 2) dat hij in 2013 een onjuiste diagnose heeft gesteld, die hij heeft vermeld op de Functionele Mogelijkheden Lijst, 3) dat hij geen contact met de huisarts van klaagster heeft opgenomen en 4) dat hij klaagster onheus zou hebben bejegend door niets meer van zich te laten horen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in het eerste klachtonderdeel en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:227 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.387

    Klacht tegen bedrijfsarts. De gemeente had een bezwaar van klager tegen het besluit van de gemeente om klager geen urgentieverklaring voor een nieuwe woning toe te wijzen, ongegrond verklaard. Klager heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerster (bedrijfsarts) is werkzaam voor een bedrijfsgeneeskundige dienst en heeft in het kader van een procedure bij de afdeling bestuursrecht van de rechtbank een rapport opgesteld over de vraag of bij klager sprake is van een medische situatie die tot de verlening van een urgentieverklaring ten behoeve van huisvesting zou moeten leiden. Verweerster heeft geadviseerd dat er afgaand op de beschikbare medische informatie onvoldoende bewijs is dat er bij cliënt sprake is van een medisch onhoudbare situatie. De klacht van klager houdt in dat verweerster: 1. een rapport heeft uitgebracht zonder klager zelf onderzocht te hebben; 2. niet bereid was een onderzoeksruimte beschikbaar te stellen die voor klager zonder lift bereikbaar was. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 1 gegrond en klachtonderdeel 2 ongegrond en legt de arts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast de publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:221 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.500

    Klager is de zoon van de inmiddels overleden hoogbejaarde patiënte. Klager verwijt verweerder, huisarts, dat hij in strijd heeft gehandeld met de in acht te nemen zorgvuldigheidsnormen en gedragsregels omdat hij: a. zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder toestemming in 2015 en na het overlijden van patiënte gegevens te verstrekken aan de notaris en b. informatie aan derden heeft verstrekt die aantoonbaar tegenstrijdig is en doet vermoeden dat deze informatie onjuist was. Uit verschillende verklaringen blijkt immers dat verweerder heeft opgemerkt dat patiënte wils- en handelingsbekwaam was terwijl in de indicatiestelling van het CIZ staat dat patiënte beperkt was in onder meer psychisch functioneren en sociale redzaamheid. Het RTG Eindhoven verklaart de klacht gegrond, legt de huisarts de maatregel van berisping op (met publicatie na het onherroepelijk worden). In beroep oordeelt het CTG dat de arts zijn beroepsgeheim niet heeft geschonden, omdat de arts mocht uitgaan van de veronderstelde toestemming van patiënte en dat niet is komen vast te staan dat de arts tegenstrijdige informatie heeft verstrekt. Het CTG verwijt de arts echter dat hij een verklaring heeft afgegeven en geen feitelijke informatie. Hij had zich moeten beperken tot het omschrijven van feiten. Dat is zozeer verwijtbaar dat het CTG eveneens komt tot een berisping (met publicatie).

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:93 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-269

    Verzoeker is kennelijk niet ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek. Wraking niet tijdig gedaan nu het verzoek ziet op de gang van zaken tijdens de zitting en het wrakingsverzoek ruim twee weken na de zitting is gedaan.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:228 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.443

    Klacht tegen een psychiater. Samengevat heeft klager gesteld dat de psychiater in ernstige mate is tekortgeschoten ten aanzien van de behandeling van klager bij de GGZ-instelling in een vrijwillig kader. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager. Het Centraal Tuchtcollege overweegt onder meer dat geen sprake is van een onzorgvuldige beëindiging van de behandelingsovereenkomst.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:127 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-174

    Voorzittersbeslissing: de voorzitter kan niet vaststellen dat verweerders klaagster niet naar behoren hebben bijgestaan. Niet is gebleken van het opzettelijk doen mislukken van de hogerberoepzaak door toedoen van verweerders of dat sprake is geweest van onjuiste of onvolledige informatieverstrekking aan het gerechtshof door verweerders. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:222 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.506

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt verweerster dat zij het klachtenpatroon bij klaagster dat duidde op een ernstige darmaandoening niet tijdig heeft onderkend en onvoldoende actie heeft ondernomen als gevolg waarvan klaagster stelt veel pijn te hebben geleden en onherstelbare gezondheidsschade te hebben opgelopen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het beroep van klaagster slaagt. Het Centraal Tuchtcollege legt aan verweerster een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/108

    Klaagster dient klacht in namens haar moeder. Klaagster verwijt de arts onzorgvuldig handelen. Verweerder heeft de verkeerde diagnose gesteld op basis van een aanname. De moeder van klaagster heeft van de apotheek verkeerde medicijnen gekregen. Op 30 januari 2016 is de moeder van klaagster overleden. Gegrond

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-290

    Deels gegronde klacht tegen een neuroloog. De neuroloog heeft, als hoofdbehandelaar van klaagster, te weinig verantwoordelijkheid genomen en onvoldoende richting gegeven aan het beleid waarvoor de opname van klaagster was bedoeld. Bij een observatie, mede gericht op het tijdig ontdekken van een caudasyndroom, had dagelijks neurologisch onderzoek moeten plaatsvinden en hier had de neuroloog afspraken over moeten maken met de arts-assistent. De neuroloog heeft op basis van afwezigheid van urineretentie en de uitslag van de bladderscan te snel geconcludeerd dat er geen sprake zou zijn van een caudasyndroom. Overige klachtonderdelen ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-062

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Niet aannemelijk dat de huisarts een te afwachtende houding heeft aangenomen. De klachten die patiënt uitte, psychische klachten, maagklachten en een enkele maal buikklachten, waar de huisarts de nodige aandacht aan heeft besteed, waren niet typerend voor een ovarium carcinoom waardoor het de huisarts niet is aan te rekenen dat hij deze diagnose niet heeft overwogen. Evenmin komt vast te staan dat de uitleg van de huisarts bij het voorschrijven van een nieuw medicijn en de informatie over de lopende behandelingen en eventueel andere behandelingen en risico’s hiervan onvoldoende is geweest. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-321/DH/DH

    voorzittersbesliising; klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:111 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-910

    Klacht tegen eigen advocaat. Klacht voor wat betreft de gemaakte en door verweerder erkende beroepsfout gegrond. Klacht voor wat betreft het niet reageren op de aansprakelijkstelling van klager ongegrond nu vast is komen te staan dat verweerder wel heeft gereageerd. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-294/DH/RO

    voorzittersbeslissing

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1036

    Klacht tegen eigen advocaat (deels) gegrond. Verweerster heeft onvoldoende gecommuniceerd en schriftelijk vastgelegd wat betreft het niet aanvragen van een nieuwe voorlopige voorziening (ondanks verzoeken van klaagster daartoe) en het wijzen op de mogelijkheid van hoger beroep tegen de ene beschikking en het niet willen instellen van hoger beroep tegen een andere beschikking. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-275/DH/RO

    voorzittersbeslissing; klacht tegen de deken over de wijze van behandeling van een klacht tegen een andere advocaat prematuur en kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:125 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-213

    Voorzittersbeslissing: de voorzitter is van oordeel dat verweerder als advocaat van de wederpartij van klagers voldoende zorgvuldig te werk is gegaan. Verweerder mocht afgaan op de weergave van de feiten van zijn cliënt en was niet verplicht om voor verzending van de in zijn ogen noodzakelijk geachte sommatiebrief aan klagers eerst daarnaar gedegen onderzoek te doen en voorts contact met klagers op te nemen. Snel handelen was volgens verweerder nodig om schade voor de cliënt en zijn praktijk te voorkomen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/385F

    Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij zich tijdens de behandeling onprofessioneel en grensoverschrijdend heeft gedragen onder meer door haar borst op te tillen. Gegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:126 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-176

    Voorzittersbeslissing: Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder de belangen van klaagster behartigd met de zorg die van hem als professioneel advocaat verwacht mocht worden. Verweerder heeft het voor klaagster belangrijke punt wél in de procedure en op deskundige wijze naar voren gebracht, waarbij het hem vrij stond om als verantwoordelijke voor de zaak (‘dominus litis’) daarbij zelf zijn woorden te kiezen. Klachtonderdelen kennelijk ongegrond. mededelingen van de griffier ter informatie:

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:24 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/317156/KL RK 17-28

    Gelet op de rol van de notaris in deze nalatenschap, heeft de notaris klager terecht verwezen naar de voormalig executeurs/afwikkelingsbewindvoerders voor een uitleg over de berekeningen en herstel van eventuele fouten. De voormalig executeurs/afwikkelingsbewindvoerders zijn de enigen die verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de aangifte en eventuele fouten hierin zouden kunnen herstellen. Aangezien klager niet de opdrachtgever van de notaris was, is de notaris jegens hem niet gehouden om uitleg te geven over de aan de aangifte ten grondslag liggende berekeningen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:120 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-258/DH/DH

    voorzittersbeslissing, klacht kennelijk ongegrond