Zoekresultaten 9041-9060 van de 44668 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2021:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2021/35
- Datum publicatie: 26-10-2021
- Datum uitspraak: 22-10-2021
- ECLI:NL:TGZRGRO:2021:30
Klacht tegen psychotherapeut ingediend door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (inspectie). De psychotherapeut is bestuurder van een instelling waar hij ook zelf als psychotherapeut werkt. De inspectie heeft een melding ontvangen van een voormalige patiënt van de psychotherapeut, inhoudende dat er een persoonlijke en intieme relatie is ontstaan tussen beiden tijdens de behandelrelatie en dat er in dezelfde periode zakelijke transacties tussen beiden hebben plaatsgevonden. Het college verklaart de klacht gegrond en legt aan de psychotherapeut – vanwege het gebrek aan zelfinzicht, zijn niet toetsbare opstelling en de kans op herhaling – de maatregel van doorhaling van zijn inschrijving in het BIG-register op.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:227 Raad van Discipline Amsterdam 21-662/A/A
- Datum publicatie: 26-10-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:227
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk van onvoldoende gewicht. De onjuiste mededelingen van verweerder op de zitting van de raad zijn in de gegeven omstandigheden kennelijk van onvoldoende gewicht om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:194 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210227
- Datum publicatie: 26-10-2021
- Datum uitspraak: 25-10-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:194
Artikel 13 beklag. Klager zoekt een advocaat om een procedure te starten tegen de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden en heeft hiervoor een artikel 13 verzoek ingediend bij de deken. Klager heeft afwijzingen van drie advocaten verstrekt waarvan twee advocaten hebben aangegeven niet werkzaam te zijn in het rechtsgebied waarvoor klager bijstand zoekt. Aangezien klager meerdere malen door de deken in de gelegenheid is gesteld de benodigde informatie te verstrekken en hij daar niet aan heeft voldaan, voldoet de door klager verschafte informatie naar het oordeel van het hof niet aan de vereisten voor een verzoek tot aanwijzing van een advocaat op grond van artikel 13 Advocatenwet. Het beklag zal dan ook reeds op die grond worden afgewezen. Overigens volgt het hof de deken in de stelling dat de procedure die klager wenst te voeren tegen de Raad geen redelijke kans van slagen heeft. Het beklag wordt ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:188 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210191
- Datum publicatie: 26-10-2021
- Datum uitspraak: 25-10-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:188
Artikel 5 beklag. Klaagster is het er niet mee eens dat de Raad van de Orde heeft geweigerd haar verzoek tot inschrijving als advocaat in behandeling te nemen.Art. 9b Advocatenwet bepaalt dat elke advocaat verplicht is gedurende de eerste drie jaar waarin hij als zodanig is ingeschreven als stagiaire de praktijk uit oefenen onder begeleiding van een patroon. Klaagster beschikt niet over een (goedgekeurde) patroon, zodat niet aan deze wettelijke verplichting wordt voldaan. Het beklag zal ongegrond worden verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:234 Raad van Discipline Amsterdam 21-172/A/A
- Datum publicatie: 26-10-2021
- Datum uitspraak: 27-09-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:234
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2021:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2021/06
- Datum publicatie: 26-10-2021
- Datum uitspraak: 29-09-2021
- ECLI:NL:TGZRGRO:2021:31
Klacht tegen verzekeringsarts. Het college oordeelt dat beklaagde gehandeld heeft conform de geldende richtlijnen en adequaat kennis heeft genomen van de bestaande informatie. Niet aannemelijk is geworden dat beklaagde klager niet heeft bevraagd over diens klachten en het college acht de overweging van beklaagde goed navolgbaar. Verder oordeelt het college dat beklaagde geen aanvullende informatie bij de huisarts had hoeven opvragen nu de informatie reeds compleet was om tot een oordeel te komen. Niet aannemelijk is geworden waarom beklaagde de beperkingen van klager onjuist zou hebben beoordeeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:228 Raad van Discipline Amsterdam 21-664/A/A
- Datum publicatie: 26-10-2021
- Datum uitspraak: 20-09-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:228
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Daargelaten de vraag of de heer S wist dat de dagvaarding mede namens hem was uitgebracht – hetgeen niet kan worden vastgesteld omdat de heer S zich dat niet meer kan herinneren – heeft de heer S in ieder geval achteraf ingestemd met het uitbrengen van de dagvaarding. Verweerder valt daarom geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:168 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-861/DB/ZWB
- Datum publicatie: 26-10-2021
- Datum uitspraak: 25-10-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:168
Herstelbeslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:222 Raad van Discipline Amsterdam 21-240/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 18-10-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:222
Klacht tegen advocaat van de wederpartij is gegrond. Verweerder is een berisping opgelegd. Verweerder heeft zich ten onrechte rechtstreeks tot een klager gewend die werd bijgestaan door een advocaat. Voorts getuigt de druk die verweerder op deze advocaat en zijn maatschap heeft uitgeoefend en zijn aansprakelijkheidstelling van deze advocaat en zijn maatschap – de advocaat en zijn maatschap zijn ook klagers in deze zaak - niet van een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 150/2020
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 19-10-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:90
Klager werd verdacht van rijden onder invloed. Beklaagde heeft in dit kader onder supervisie van de keurende psychiater (eveneens aangeklaagd) de amnese zelfstandig afgenomen en heeft lichamelijk onderzoek verricht. Naar aanleiding van dit onderzoek werd geconcludeerd dat klager niet rijbevoegd was. Het rijbewijs werd volgens door het CBR ongeldig verklaard.Klager heeft vervolgens een tuchtklacht ingediend tegen beklaagde en de keuringsarts die hem heeft gekeurd. Alle klachtonderdelen zijn destijds door het RTG Zwolle en het CTG ongegrond verklaard.Klager is daarnaast in bezwaar en beroep gegaan bij het CBR. Deze procedures zijn ongegrond verklaard. Hierna is klager in hoger beroep gegaan bij de ABRvS. De ABRvS heeft het hoger beroep gegrond verklaard. Op grond van deze uitspraak moest het CBR een nieuw besluit op bezwaar nemen ten aanzien van de beslissing het rijbewijs van klager ongeldig te verklaren. Het CBR heeft hiervoor nieuwe informatie gevraagd aan beklaagde die deze informatie (samen met de keurend psychiater) heeft gegeven in een brief.Mede op basis van deze informatie heeft het CBR het rijbewijs van klager wederom ongeldig verklaard.In de onderhavige procedure beklaagt klager zich over hetgeen beklaagde in de brief heeft verklaard en staat eveneens de vraag centraal of klager ontvankelijk is in zijn klacht.Klager is ontvankelijk en de klacht wordt getoetst aan de tweede tuchtnorm, die van artikel47, eerste lid, aanhef en onder b wet BIG.Klager is voorts ontvankelijk in zijn klacht, voor zover de klacht zich richt tegen de inhoud van de brief. Voor zover de klacht zich richt tegen de uitvoering van het onderzoek en de totstandkoming van het keuringsonderzoek is klager niet-ontvankelijk op grond van het “ne bis in idem-beginsel”.De klacht wordt ongegrond verklaard voor zover gericht tegen de (inhoud) van de verklaring en klager wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:223 Raad van Discipline Amsterdam 21-613/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 18-10-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:223
Deels gegronde klacht over de eigen advocaat. Het valt verweerster tuchtrechtelijk te verwijten dat zij hetgeen zij met klager heeft besproken niet schriftelijk heeft vastgelegd, waardoor daarover bij klager misverstand heeft kunnen ontstaan. In de gegeven omstandigheden ziet de raad af van het opleggen van een maatregel.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 151/2020
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 19-10-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:91
Klager werd verdacht van rijden onder invloed. Beklaagde heeft klager in dit kader psychiatrisch onderzoek verricht bij klager en geconcludeerd dat hij niet rijbevoegd was. Het rijbewijs werd volgens door het CBR ongeldig verklaard. Klager heeft vervolgens een tuchtklacht ingediend tegen beklaagde en de keuringsarts die hem heeft gekeurd. Alle klachtonderdelen zijn destijds door het RTG Zwolle en het CTG ongegrond verklaard.Klager is daarnaast in bezwaar en beroep gegaan bij het CBR. Deze procedures zijn ongegrond verklaard. Hierna is klager in hoger beroep gegaan bij de ABRvS. De ABRvS heeft het hoger beroep gegrond verklaard. Op grond van deze uitspraak moest het CBR een nieuw besluit op bezwaar nemen ten aanzien van de beslissing het rijbewijs van klager ongeldig te verklaren. Het CBR heeft hiervoor nieuwe informatie gevraagd aan beklaagde die deze informatie (samen met de keuringsarts) heeft gegeven in een brief.Mede op basis van deze informatie heeft het CBR het rijbewijs van klager wederom ongeldig verklaard.In de onderhavige procedure beklaagt klager zich over hetgeen beklaagde in de brief heeft verklaard en staat eveneens de vraag centraal of klager ontvankelijk is in zijn klacht.Klager is ontvankelijk en de klacht wordt getoetst aan de tweede tuchtnorm, die van artikel47, eerste lid, aanhef en onder b wet BIG.Klager is voorts ontvankelijk in zijn klacht, voor zover de klacht zich richt tegen de inhoud van de brief. Voor zover de klacht zich richt tegen de uitvoering van het onderzoek en de totstandkoming van het keuringsonderzoek is klager niet-ontvankelijk op grond van het “ne bis in idem-beginsel”.De klacht wordt ongegrond verklaard voor zover gericht tegen de (inhoud) van de verklaring en klager wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:224 Raad van Discipline Amsterdam 21-118/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 18-10-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:224
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:218 Raad van Discipline Amsterdam 21-737/A/NH
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 18-10-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:218
Voorzittersbeslissing. Klacht van een voormalig advocaat over de deken in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/0023
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 22-10-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:92
Klacht tegen psychotherapeut. Klaagster is samen met haar – inmiddels – ex-echtgenoot onder behandeling geweest bij de psychotherapeut. De behandeling bestond uit partnerrelatietherapie. De psychotherapeut gaf de ex-echtgenoot ook individuele therapie. Op een bepaald moment heeft klaagster aangifte wegens mishandeling gedaan tegen haar toenmalige echtgenoot en een melding bij Veilig Thuis. De psychotherapeut is gehoord in het kader van de aangifte en de melding. Klaagster verwijt de psychotherapeut onder meer – samengevat – dat hij zonder haar toestemming negatieve uitlatingen over haar heeft gedaan en dat hij de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling niet heeft gevolgd door niet zelf al eerder een melding bij Veilig Thuis te doen. De klacht is gedeeltelijk gegrond. De psychotherapeut krijgt hiervoor een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:225 Raad van Discipline Amsterdam 21-428/A/NH
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 18-10-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:225
Klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en deels ongegrond. Niet gebleken dat verweerster niet de-escalerend is opgetreden en verweerster heeft zich niet onnodig grievend over klager uitgelaten.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:219 Raad van Discipline Amsterdam 21-174/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 18-10-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:219
Klacht tegen advocaat van de wederpartij is ongegrond. Dat verweerster een foto in procedure heeft gebracht waarop de minderjarige dochter van klager staat en dat zij niet heeft gecontroleerd of een medische rapportage naar de advocaat van klager is gestuurd, is ongelukkig/enigszins onzorgvuldig, maar onvoldoende zwaarwegend om verweerster daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2021:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 215/2020
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 22-10-2021
- ECLI:NL:TGZRZWO:2021:93
Klaagster was in behandeling bij beklaagde in verband met lage rug-/bilklachten. Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij niet tijdig heeft ingezien dat zij een hernia had. Het college oordeelt dat de fysiotherapeut niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:220 Raad van Discipline Amsterdam 21-452/A/A
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 18-10-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:220
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:167 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-587/DB/ZWB 20-589/DB/ZWB 20-913/DB/ZWB 20-970/DB/ZWB 20-1015/DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-10-2021
- Datum uitspraak: 28-09-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:167
Herstelbeslissing.