Zoekresultaten 4521-4540 van de 4546 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:194 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4791
- Datum publicatie: 08-08-2023
- Datum uitspraak: 08-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:194
Ongegronde klacht tegen een chirurg. De patiënt is opgenomen op de SEH met rugklachten en gezien door een arts-assistent (verweerster de zaak A2022/4792), onder supervisie van de chirurg. Patiënt is dezelfde dag ontslagen, maar een aantal dagen later overleden. Het college oordeelt dat de chirurg niet onvoldoende supervisie heeft gevoerd, te weinig onderzoek heeft laten verrichten of aan tunnelvisie heeft geleden. De chirurg en de arts-assistent hebben breder gekeken dan de rugpijn. Uit het dossier blijkt dat patiënt uitgebreid lichamelijk is onderzocht en dat relevante aanvullende onderzoeken hebben plaatsgevonden om acute pathologie uit te sluiten. Het besluit om patiënt met instructies naar huis te sturen is zorgvuldig tot stand gekomen. Dat een onjuiste differentiaal diagnose is gesteld, heeft het college niet kunnen vaststellen. Daarbij moet worden aangetekend dat niet bekend is waaraan patiënt is overleden. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:195 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4792
- Datum publicatie: 08-08-2023
- Datum uitspraak: 08-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:195
Ongegronde klacht tegen een arts. De patiënt is opgenomen op de SEH met rugklachten en gezien door een arts-assistent, onder supervisie van een chirurg (verweerder in de zaak A2022/4791). Het college oordeelt dat de arts-assistent niet onvoldoende adequaat overleg heeft gehad met haar supervisor, te weinig onderzoek heeft laten verrichten of aan tunnelvisie heeft geleden. De chirurg en de arts-assistent hebben breder gekeken dan de rugpijn. Uit het dossier blijkt dat patiënt uitgebreid lichamelijk is onderzocht en dat relevante aanvullende onderzoeken hebben plaatsgevonden om acute pathologie uit te sluiten. Het besluit om patiënt met instructies naar huis te sturen is zorgvuldig tot stand gekomen. Dat een onjuiste differentiaal diagnose is gesteld, heeft het college niet kunnen vaststellen. Daarbij moet worden aangetekend dat niet bekend is waaraan patiënt is overleden. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:196 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5399
- Datum publicatie: 08-08-2023
- Datum uitspraak: 08-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:196
Deels gegronde klacht tegen een chirurg. De chirurg heeft zonder toestemming van klager besloten af te wijken van de oorspronkelijk afgesproken operatie. Hiermee was er geen sprake van informed consent en er waren geen redenen op grond van de WGBO of anderszins om van deze regel af te wijken. Het college heeft evenwel geen reden om vast te stellen dat de chirurg de niet afgesproken operatie niet lege artis heeft uitgevoerd. Klacht deels gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:167 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-147/DH/RO
- Datum publicatie: 07-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:167
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft klaagster laten bijstaan door zijn zoon, die geen advocaat is. Verweerder heeft niet voldoende duidelijk gemaakt dat zijn zoon geen advocaat is. Verder is sprake van tekortkomingen in de kwaliteit van de dienstverlening door de zoon, die aan verweerder als eindverantwoordelijke worden toegerekend. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:168 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-195/DH/DH
- Datum publicatie: 07-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:168
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft gewerkt op basis van een toevoeging en daarnaast € 2.500,- aan honorarium gefactureerd. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening is verjaard. De raad volstaat in dit geval met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:129 Hof van Discipline 's Gravenhage 230217
- Datum publicatie: 07-08-2023
- Datum uitspraak: 04-08-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:129
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:164 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-1013/DH/RO
- Datum publicatie: 07-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:164
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-095/DH/DH
- Datum publicatie: 07-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:165
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:166 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-096/DH/RO
- Datum publicatie: 07-08-2023
- Datum uitspraak: 07-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:166
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:128 Hof van Discipline 's Gravenhage 230127
- Datum publicatie: 04-08-2023
- Datum uitspraak: 04-08-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:128
Hoger beroep tegen een door de raad ongegrond verklaard verzet. Geen gronden voor doorbreking van het appelverbod. Omdat dit de vijfde zaak is waarin klager hoger beroep instelt in een zaak waarin hoger beroep niet open staat, bepaalt het hof dat sprake is van misbruik van klachtrecht. Klager moet er rekening mee houden dat een volgend beroep waarin een appelverbod geldt niet in behandeling wordt genomen door het hof.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:161 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-371/DH/DH
- Datum publicatie: 04-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:161
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij in een echtscheidingszaak in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:162 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-372/DH/RO
- Datum publicatie: 04-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:162
Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over het zich niet houden aan afspraken. Van overeenstemming was echter geen sprake. Evenmin is sprake van grievende uitlatingen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:163 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-373/DH/RO
- Datum publicatie: 04-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:163
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van wederpartij. Niet gebleken dat verweerder ondeskundig is in het erfrecht of bewust valse informatie aan een notaris heeft verstrekt. Evenmin is gebleken dat verweerder gebrekkig communiceert, geen verantwoordelijkheid zou nemen of niet meewerkt aan het spoedig oplossen van het geschil.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:158 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-355/DH/DH
- Datum publicatie: 04-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:158
Voorzittersbeslissing. Klacht over bijstand advocaat bij een vaststellingsovereenkomst in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:159 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-369/DH/DH
- Datum publicatie: 04-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:159
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:160 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-370/DH/DH
- Datum publicatie: 04-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:160
Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2023:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-518/DB/LI
- Datum publicatie: 03-08-2023
- Datum uitspraak: 03-08-2023
- ECLI:NL:TADRSHE:2023:93
Klacht kennelijk ongegrond. Het stond verweerder vrij de wederpartij van klager bij te staan. Niet vast te stellen is dat verweerder betaald is uit geld dat is verworven door oplichting. Verweerder was niet verplicht de voormalige advocaat van zijn cliënt te vragen naar de reden tot het neerleggen van diens werkzaamheden.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:124 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1295
- Datum publicatie: 02-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:124
Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft op verzoek van de gezinsvoogd en met instemming van de ouders samen met een GZ-psycholoog bij de dochter van klaagster een onderzoek uitgevoerd. Doel van dit onderzoek was om te beoordelen of en zo ja, welke behandeling en/of begeleiding van de dochter geïndiceerd was. De psychiater en voornoemde GZ-psycholoog hebben de resultaten van dit onderzoek met hun advies voor behandeling/begeleiding neergelegd in een rapport. Strikt genomen – zo oordeelt het Regionaal Tuchtcollege – was geen sprake van een rapportage aan een derde, wat met zich meebrengt dat het op grond van artikel 7:446, vierde lid van het Burgerlijk Wetboek (BW), en daarmee ook het in artikel 7:464, lid 2, onder b, BW neergelegde inzagerecht hier niet rechtstreeks van toepassing is. Het feit dat de gezinsvoogd het rapport zou gaan gebruiken in een gerechtelijke procedure en dat de psychiater hier ook van op de hoogte was, betekent in dit geval echter dat de psychiater klaagster toch de gelegenheid tot inzage in het rapport had moeten bieden voordat zij het rapport aan de gezinsvoogd verzond. Het Regionaal Tuchtcollege is verder van oordeel dat de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het rapport berust niet toereikend zijn om de conclusies te dragen en het rapport derhalve niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen 3 t/m 11 gegrond en legt de psychiater de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen de ongegrondverklaring van klachtonderdelen 1, 2 en 12.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1601 en C2022/1602
- Datum publicatie: 02-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:125
Klachten tegen een gynaecoloog. Klaagster is de dochter van de op hoge leeftijd overleden patiënte. De gynaecoloog heeft patiënte in het ziekenhuis behandeld in verband met een vulvacarcinoom. Drie jaar later kwam patiënte terug en werd na een biopsie VIN III vastgesteld, beginnende infiltratie werd niet uitgesloten en een lokale excisie werd geadviseerd en uitgevoerd. Er volgde een MDO en gedurende twee jaar vervolgcontroles. Daarna heeft een collega de zorg overgenomen. Klaagster verwijt de gynaecoloog - kort gezegd - dat hij de kwalificatie ‘VIN III’ niet had mogen accepteren en dat hij beter had behoren te handelen. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster gelet op het ‘ne bis in idem’-beginsel kennelijk niet-ontvankelijk in de klachten en bepaalt publicatie in geanonimiseerde vorm. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat sprake is van de ‘ne bis in idem’-situatie en verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:126 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1791
- Datum publicatie: 02-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:126
Klacht tegen psychiater. De psychiater heeft in het kader van een civielrechtelijke aansprakelijkheidsprocedure tussen klager en één van klagers voormalige patiënten eind december 2012 een psychiatrische expertise uitgebracht. Klager was destijds psychoanalyticus van zijn voormalige patiënte. De psychiatrische expertise is opgesteld naar aanleiding van een verzoek daartoe van de advocaat van de voormalige patiënte van klager. Klager verwijt de psychiater dat het door hem uitgebrachte rapport niet voldoet aan de daarvoor geldende richtlijnen en dat het beginsel van hoor en wederhoor niet is toegepast. Verder stelt klager dat het rapport blijk geeft van het ontbreken van kennis van de essentie van de psychoanalyse bij de psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.