Zoekresultaten 20761-20770 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:177 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.266

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat zij a) bevooroordeeld was en een verkeerde diagnose heeft gesteld b) onvoldoende informatie heeft verstrekt over de behandeling, de gevolgen daarvan en eventuele alternatieven c) verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven of verstrekt d) ten onrechte heeft doorverwezen naar een andere beroepsbeoefenaar e) willens en wetens heeft meegewerkt aan verschillende mishandelingen en klaagster heeft bang gemaakt en geïntimideerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de psychiater met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:101 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-936/DH/RO

    Verzet te laat ingediend; niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:178 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2017.003

    Klacht tegen huisarts (hierna: “de arts”). Klager is in de periode april 2013 tot oktober 2014 patiënt geweest in de praktijk van de arts Nadat klager zich in verband met verhuizing had ingeschreven bij een nieuwe huisarts heeft de arts het analoge en digitale dossier aan de nieuwe huisarts toegezonden. Sindsdien heeft klager de arts twee keer verzocht het dossier aan te passen, welke aanpassingen de arts heeft doorgevoerd. Bij het derde verzoek om aanpassing heeft klager aangegeven dat als de arts de aanpassing niet in het dossier zou doorvoeren hij een klacht tegen de arts zou indienen. De arts heeft opgemerkt dat als een bedreiging te beschouwen en heeft dit weergegeven in het huisartsenjournaal waarover hij nog beschikte. Hierna heeft klager een klacht ingediend bij het tuchtcollege. Klager verwijt de arts dat hij niet is ingegaan op het verzoek van klager om de vermelding in het medische dossier van klager d.d. 25 januari 2016 (kennelijk zijn bedoeld de woorden ‘bedreiging’ in de weergave van het gesprek van 30 december 2015, gelet op de weergave in het medisch dossier – laatste bijlage bij het klaagschrift) te verwijderen en van het dossier weer een kopie naar zijn nieuw huisarts te sturen. Het RTG Den Haag: heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:120 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-162/DB/LI

    Klaagster verwijt verweerder zich onnodig grievend te hebben uitgelaten. Uitlatingen zijn gedaan in het kader van een ontslagprocedure waarbij aanspraak werd gemaakt op een billijke vergoeding en hadden derhalve een doel. Uitlatingen bovendien niet onnodig grievend. Door verweerder werd gesteld dat klaagster niet aan mediation mee wilde werken, terwijl dat niet juist was. Nu mediation was aangeraden door de arbo-arts was dit van belang en had verweerder zich niet zo ongenuanceerd mogen uitlaten. Klaagster verwijt verweerder daarnaast zich in perscontacten negatief over haar te hebben uitgelaten, maar dit is niet komen vast te staan. klacht ged. gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:121 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-118/DB/LI

    Verweerder heeft klager in eerste instantie voorgehouden dat klager een zeer kansrijke zaak had. Na het verkrijgen van meer informatie, heeft verweerder zijn standpunt echter moeten wijzigen en klager bericht dat het geen zin had om verder actie te ondernemen, waarna verweerder zijn werkzaamheden heeft neergelegd. Gelet op de beleidsvrijheid die een advocaat toekomt, stond het verweerder vrij om zijn werkzaamheden te beëindigen. Verweerder heeft klager direct over zijn gewijzigde mening geïnformeerd en heeft uitvoerig verslag gedaan van zijn contacten met de wederpartij en over de van hen verkregen informatie. klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:122 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1129/DB/ZWB

    Verweerder treedt op tegen een voormalig cliënt. Het betreft niet dezelfde kwestie, verweerder beschikt niet over vertrouwelijke informatie en ook anderszins heeft klager geen redelijk belang zich tegen het optreden van verweerder te verzetten. Door verweerder wordt derhalve voldaan aan de eisen van gedragsregel 7 lid 5, zodat het hem vrij staat tegen klager op te treden. klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:172 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.338

    Klacht tegen een verzekeringsarts. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:173 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.339

    Klacht tegen een verzekeringsarts. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:174 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2017.002

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:171 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.288

    Klacht tegen BMA-arts. Klager heeft de nationaliteit van E. en heeft, nadat twee asielaanvragen waren afgewezen, verzocht om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet teneinde zijn uitzetting te voorkomen. Klager lijdt aan PTSS en een ernstige depressieve stoornis en heeft diverse zelfmoordpogingen ondernomen. Verweerder heeft als arts namens het BMA aan de IND drie adviezen uitgebracht waarin hij concludeert dat het achterwege blijven van medische behandeling kan leiden tot een medische noodsituatie, dat er geen aanleiding is op voorhand te twijfelen aan de effectiviteit van de in E. aanwezige behandeling en dat klager bij een mogelijke terugkeer naar het land van herkomst moet worden begeleid en worden overgedragen aan een psychiater. Klager verwijt verweerder in negental klachtonderdelen dat deze adviezen onzorgvuldig tot stand gekomen zijn. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt die beslissing.