Zoekresultaten 2031-2040 van de 2135 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-837
- Datum publicatie: 07-12-2021
- Datum uitspraak: 16-08-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:240
Klaagster voert 23 klachten aan tegen verweerster verband houdend met verweersters werkzaamheden voor klaagster in het kader van een echtscheidingsprocedure. Verweerster trad in die kwestie voor klaagster op als advocaat/mediator. De voornaamste verwijten van klaagster zijn dat verweerster niet heeft gehandeld zoals een goed mediator betaamt, dat zij niet heeft gezorgd voor een “equality of arms” en niet heeft gecontroleerd of het advies over het toepasselijke recht juist was. De raad heeft klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard omdat de verwijten of niet voldoende onderbouwd waren of niet aan de hand van de aangevoerde argumenten en tegenargumenten konden worden vastgesteld.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:226 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210128 210129D
- Datum publicatie: 07-12-2021
- Datum uitspraak: 06-12-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:226
Klacht over eigen advocaat en dekenbezwaar (zaak zoon, zie zaak vader tegen zelfde advocaat 210126 en 210127D). Verweerder heeft vader bijgestaan in strafzaak en civiele kwestie. Verweerder heeft in deze zaak tuchtrechtelijk verwijtbaar nagelaten zijn declaraties deugdelijk te specificeren. Verweerder heeft excessief gedeclareerd en in strijd met de gedragsregels zonder voorafgaand overleg met de deken conservatoir beslag gelegd. Verweerder is tuchtrechtelijk verwijtbaar tekort geschoten in zijn informatieplicht jegens verweerder omtrent de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand. In de behandelde zaak was geld te verwachten dus op zich is begrijpelijk dat er gesproken is over de mogelijkheid dat klager de kosten zou moeten betalen maar advocaat had klager wel juist en volledig over de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand moeten informeren. Verder heeft verweerder heeft door het opstellen van een garantstelling door klager voor declaraties van zijn vader een andere zekerheid aanvaard dan een voorschot in geld en aldus ism Regel 25 van gedragsregels 2018 gehandeld. Advocaat heeft de kernwaarden van financiële integriteit en onafhankelijkheid bij diverse handelingen en gedurende een periode van meerdere jaren onvoldoende in acht genomen. Hof bekrachtigt oordeel raad, voor zover aan het hof voorgelegd. Schorsing 12 weken per zaak.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-571
- Datum publicatie: 06-12-2021
- Datum uitspraak: 29-11-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:236
Dekenbezwaar over gebruik en registratie van geheimhoudernummers. Vaststaat dat verweerster haar man, tevens (samenwerkend) fiscalist/belastingadviseur, gedurende langere tijd en zonder daartoe gerechtigd te zijn gebruik heeft laten van één van haar geheimhoudernummers (het mobiele nummer van haar man). Daardoor heeft verweerster in strijd gehandeld met artikel 6.11 Voda en de kernwaarde integriteit geschonden en ook het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Verweerster heeft ook in strijd met artikel 6.10 en 6.11 Voda het mobiele nummer van haar man en van haar juridisch medewerker als geheimhoudernummers geregistreerd, nu deze nummers niet aan de voorwaarden voldeden. Ook heeft verweerster de op haar rustende geheimhoudingsplicht geschonden door haar man onbeperkt toegang te verlenen tot haar kantooradministratie, terwijl niet is gebleken dat haar man in alle dossiers een van verweerster afgeleid verschoningsrecht had. Vanwege het (volgens de deken) ontbreken van boos opzet aan de kant van verweerster en omdat verweerster de deken op eigen initiatief in alle openheid op de hoogte heeft gehouden over de stand van zaken met de FIOD en gelet op haar blanco tuchtrechtelijk verleden volstaat de raad met oplegging van een berisping.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:196 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-879/DB/LI/D
- Datum publicatie: 01-12-2021
- Datum uitspraak: 01-12-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:196
Aan een tuchtrechtelijke beoordeling van aan een verweerder verweten gedragingen ligt een andere maatstaf ten grondslag dan aan een strafrechtelijke beoordeling van diezelfde feiten/gedragingen. Dat in de strafzaak nog niet onherroepelijk is beslist staat niet in de weg aan een tuchtrechtelijke beoordeling van die feiten/gedragingen en een beslissing op het dekenbezwaar. Verzoek om aanhouding van verweerder totdat in de strafzaak onherroepelijk is beslist wordt daarom afgewezen.Verweerder heeft in zijn aangifte inkomstenbelasting 2015 een bedrag van € 53.215,- opgegeven als een storting van eigen kapitaal in plaats van winst uit onderneming en in zijn aangifte inkomstenbelasting 2016 verzuimd een bedrag van € 125.000,- als winst uit onderneming op te geven.Verweerder heeft als gemachtigde een bedrag van € 47.995,00 van de bankrekeningen van X op zijn rekening heeft overgeboekt. Hij heeft hierover in zijn strafzaak geen verklaring willen geven en in de tuchtrechtprocedure verklaard dat hij hiervan facturen zonder factuur heeft voldaan. Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van testamentair-executeur een bedrag van €2.218,00 toebehorende aan de erfgenamen van X overgeboekt op zijn privérekening. Verweerder heeft in zijn strafzaak hierover tegenstrijdige verklaringen afgelegd.Verweerder is door de rechtbank voor voormelde feiten en gedragingen veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf , waarvan drie maanden voorwaardelijk.Gelet op de eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen van verweerder en hetgeen hem in deze zaak tuchtrechtelijk wordt aangerekend, is er naar het oordeel van de raad sprake van een zich herhalend patroon van onjuist althans onvolledig en daardoor misleidend infomeren en is de kans dat verweerder zich in de toekomst wederom schuldig zal maken aan dergelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, waardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad, dan ook geenszins ondenkbaar. Naar het oordeel van de raad is het onder die omstandigheden niet verantwoord dat verweerder de praktijk als advocaat uitoefent.Dekenbezwaar gegrond, schrapping
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:267 Raad van Discipline Amsterdam 21-612/A/A
- Datum publicatie: 30-11-2021
- Datum uitspraak: 25-11-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:267
Klacht over de eigen advocaat gedeeltelijk gegrond. Het valt verweerder tuchtrechtelijk te verwijten dat hij namens klaagster een ingebrekestelling heeft verstuurd en bezwaar heeft gemaakt zonder toestemming van klaagster en dat hij de toevoegingen op naam van klaagster heeft geprobeerd te beëindigen. De raad acht het opleggen van de maatregel van waarschuwing passend en geboden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:216 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210017
- Datum publicatie: 30-11-2021
- Datum uitspraak: 26-11-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:216
Bekrachtiging beslissing raad. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door twee maal niet gelijktijdig met het inzenden van processtukken afschriften daarvan aan de (advocaat van de) wederpartij te zenden en in het geheel niet te reageren op het verzoek om een ontbrekende productie in een processtuk na te sturen. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:217 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210070
- Datum publicatie: 30-11-2021
- Datum uitspraak: 26-11-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:217
Hoger beroep niet-ontvankelijk. Klaagster heeft te laat hoger beroep ingesteld. Termijnoverschrijding niet verschoonbaar.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:218 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210117
- Datum publicatie: 30-11-2021
- Datum uitspraak: 26-11-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:218
Bekrachtiging beslissing raad, waarbij de in hoger beroep nog aan de orde zijnde onderdelen van de klacht tegen de advocaat van de wederpartij (over valsheid in geschrifte, vennootschapsfraude, beïnvloeding van getuigen en de rechter, handelen in strijd met artikel 3:43 BW) ongegrond zijn verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:219 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210174
- Datum publicatie: 30-11-2021
- Datum uitspraak: 26-11-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:219
Bekrachtiging beslissing raad. Klacht van de wederpartij over verkeerde procedure, onjuistheden in processtukken en onnodig grievende handelingen en uitlatingen ongegrond. Verweerster heeft gehandeld binnen de vrijheid die haar als advocaat van de wederpartij toekomt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:266 Raad van Discipline Amsterdam 21-673/A/A/D
- Datum publicatie: 30-11-2021
- Datum uitspraak: 25-11-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:266
Dekenbezwaar. Uit het signaal van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, volgt dat verweerder zich in drie afzonderlijke gevallen niet aan de coronamaatregelen heeft willen houden en op een agressieve wijze heeft gereageerd toen hij daar door medewerkers van de rechtbank op werd aangesproken. De raad is van oordeel dat verweerder met zijn gedrag de grenzen van het betamelijke heeft overschreden. De raad is verder van oordeel dat van een advocaat die via de deken wordt geconfronteerd met signalen van twee rechtbanken mag worden verwacht dat hij die signalen serieus neemt en aan enige vorm van introspectie/zelfreflectie doet. Verweerder heeft daarvan geen blijk gegeven, ook niet op de zitting van de raad. Hoewel het voorstel van de deken om dit door middel van een coaching-traject te doen een goed voorstel is, is het aan verweerder zelf dat doel te bereiken. Het gaat de raad te ver om het afbreken van een door de deken aangeraden coaching-traject of het niet hervatten van een afgebroken coaching in de gegeven omstandigheden "an sich" tuchtrechtelijk verwijtbaar te vinden. Waarschuwing + proceskostenveroordeling.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 203
- Pagina: 204
- Pagina: 205
- ...
- Pagina: 214
- Volgende pagina zoekresultaten