Zoekresultaten 271-280 van de 846 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:327 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.323

    Klager niet-ontvankelijk in zijn beroep wegens termijnoverschrijding (artikel 73 lid 1 Wet BIG juncto artikel 74 lid 1 Wet BIG).

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:329 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.126

    Klacht tegen verpleegkundige. Klaagster is werkgeefster van de verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij heeft toegestaan dat een gedwongen opgenomen patiënte met een langdurige psychiatrische voorgeschiedenis, die tevens bekend was met een alcoholprobleem die door de verpleegkundige begeleid werd buiten de instelling één glas wijn heeft gedronken. Tevens wordt de verpleegkundige verweten dat zij dit nadien niet heeft gerapporteerd. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht gegrond. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de verpleegkundige niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door patiënte toe te staan één glas wijn te nuttigen. Van belang is dat algemene (beleids)regels en richtlijnen ten aanzien van alcoholgebruik ontbraken in de instelling. Voorts was er geen recent behandelplan van patiënte voor handen waaruit kon worden opgemaakt dat alcoholgebruik moest worden vermeden. Verder is van belang dat binnen de afdeling waar de verpleegkundige werkte, bij de omgang van patiënten aan de verpleegkundigen veel vrijheid werd gegund ten behoeve van een goede behandel- en vertrouwensbasis en “out of the box” denken werd gestimuleerd. Verder kan de verpleegkundige niet tuchtrechtelijk worden verweten dat de verpleegkundige het alcoholgebruik nadien niet heeft gerapporteerd, nu rapportage hiervan alleen diende plaats te vinden bij buitensporig en fors afwijkend gedrag, hetgeen niet aan de orde was. Het Centraal Tuchtcollege acht de klacht alsnog ongegrond. De opgelegde maatregel van waarschuwing komt zodoende te vervallen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-012b

    Deels gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De overdracht aan de verpleegkundige is adequaat geweest. Dat patiënte eerder die avond 39 graden koorts had, had voor de verpleegkundige aanleiding voor extra alertheid moeten zijn. De controles zijn pas aan het eind van de dienst voor het eerst gedaan. Dit is bij een kwetsbare patiënt onvoldoende en daarmee onzorgvuldig. Het later invoeren in het digitale dossier van een op een briefje genoteerde temperatuuruitslag is een foutgevoelige en onzorgvuldige werkwijze. Overige klachtonderdelen ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-081

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft een verklaring afgelegd over klager aan de Raad voor de Kinderbescherming. Het is vaste rechtspraak dat een deskundige zeer terughoudend dient te zijn bij het afgeven van een verklaring waarvan hij weet dat deze in een juridische procedure kan worden gebruikt. Zeker in het kader van zo’n gevoelig onderwerp als de verblijfplaats van een jong kind en verweerders achtergrond in de GGZ had de verpleegkundige ervan doordrongen moeten zijn dat niet lichtvaardig een verklaring met dat doel afgegeven had mogen worden. De verpleegkundige was te stellig in zijn oordelen en heeft deze niet of nauwelijks onderbouwd. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-012a

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Er zijn geen aanwijzingen dat de verpleegkundige klager niet serieus heeft genomen. Toen de toestand van patiënte achteruit ging, heeft zij meermalen de arts geconsulteerd. In overleg met de arts heeft zij verdere pogingen tot afnemen van bloed gestaakt. Of zij klager heeft weggestuurd en ruzie heeft gemaakt is niet komen vast te staan. Gelet op de uitgebreide verslaglegging van haar bevindingen tijdens haar dienst, is er geen aanleiding om aan te nemen dat de overdracht van de dienst niet zorgvuldig is geweest. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17152

    Inspectie voor de Gezondheidszorg. Seksueel grensoverschrijdend gedrag. De verpleegkundige is, geleid door zijn affectieve gevoelens, gedurende circa één jaar het (privé)leven van de psychisch kwetsbare patiënte binnengedrongen ter vervulling van eigen behoeften, wensen en gevoelens. Initiatief kwam steeds van de verpleegkundige. Zijn rol was voor patiënte volstrekt onduidelijk en onprofessioneel. Na beëindiging van de behandelrelatie voortzetting van de contacten op eenzelfde, indringende en ongeoorloofde wijze. De meerdere (onnodige) aanrakingen moeten vanuit de intentie van verweerder als seksueel getint worden geacht. Niet zelf tot het inzicht gekomen dat hij zijn professionele grenzen heeft overschreden. Doorhaling van zijn inschrijving in het BIG-register.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:311 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.208

    Klacht tegen sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Aan klaagster werd in het kader van bemoeizorg door een FACT-team hulp geboden. Verweerder is daarbij als coördinerend behandelaar opgetreden en heeft in dat verband meerdere huisbezoeken bij klaagster afgelegd. Klaagster verwijt verweerder dat hij zonder legitimatiebewijs en zonder zich voor te stellen haar huis is binnengedrongen, zonder toestemming heeft geprobeerd waardevolle spullen van klaagster mee te nemen, klaagsters huis heeft leeggehaald, ervoor heeft gezorgd dat klaagster geen uitkering meer kreeg en allerlei leugens heeft verteld, alles van klaagster heeft afgepakt en dat klaagster als zij over dat alles wil klagen, van hem geen klacht mag indienen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:310 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.303

    Klacht tegen verpleegkundige. Klaagster is in 2006 en 2015 gedwongen opgenomen geweest in een psychiatrisch centrum waar verweerster als sociaal psychiatrisch verpleegkundige werkzaam is. Tevens is verweerster lid van een FACT-team. De klacht betreft de gedwongen opnamen van klaagster en die van haar partner en een kennis. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in de klacht over de opname in 2006 vanwege verjaring en ten aanzien van de klacht over de opname van haar partner en een kennis omdat klaagster bij deze zorg geen rechtstreeks belanghebbende is. Voor het overige heeft het Regionaal Tuchtcollege de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/001VP

    Dochter klaagt namens vader een mantelzorger aan die zonder toestemming gegevens heeft doorgestuurd naar zorgaanbieders. Ook is het zorgplan niet goed bijgehouden door verweerster. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:128 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/398VP

    De klacht betreft de behandeling van klagers zoon, die leed aan de ziekte van Lennox Gastaut. Hij logeerde om het weekend in een logeerhuis. De klacht houdt, kort samengevat, in dat de verpleegkundige onzorgvuldig heeft gehandeld door geen zuurstof en geen AED mee te nemen nadat zij een melding had ontvangen dat klagers zoon werd gereanimeerd. Klagers zoon is overleden. Ongegrond