Zoekresultaten 211-220 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:242 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.364
- Datum publicatie: 20-09-2018
- Datum uitspraak: 20-09-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:242
Klacht tegen verpleegkundige. Klager verwijst de arts dat zij ten overstaan van het Centraal Tuchtcollege opzettelijk in strijd met de waarheid een verklaring heeft afgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in de klacht. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de bestreden beslissing. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het door klager gestelde handelen van de arts valt onder de tweede tuchtnorm en verklaart klager daarom ontvankelijk in zijn klacht, maar verklaart de klacht vervolgens kennelijk ongegrond wegens gebrek aan onderbouwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2018:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 135/2018
- Datum publicatie: 10-09-2018
- Datum uitspraak: 10-09-2018
- ECLI:NL:TGZRZWO:2018:155
Klacht tegen physician assistant over niet-reageren op uitslagen met verhoogde CRP-waarde. Klaagster niet-ontvankelijk omdat tijdens toepassing experimenteerartikel 36a Wet BIG slecht kan worden geklaagd over voorbehouden handelingen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2018:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-023
- Datum publicatie: 07-08-2018
- Datum uitspraak: 07-08-2018
- ECLI:NL:TGZRSGR:2018:123
Ongegronde klacht tegen een (destijds) verpleegkundige. Klager is niet-ontvankelijk in twee klachtonderdelen, daar het College daarover reeds een onherroepelijke beslissing heeft genomen. Negatieve uitlatingen van de verpleegkundige tegen de psychiater over patiënt komen niet vast te staan. Onduidelijk is gebleven of de negatieve uitlating door de verpleegkundige over een behandelaar daadwerkelijk de behandelrelatie met patiënt in nadelige zin heeft beïnvloed. Klager deels niet-ontvankelijk, klacht voor het overige afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2018:204 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.017
- Datum publicatie: 11-07-2018
- Datum uitspraak: 03-07-2018
- ECLI:NL:TGZCTG:2018:204
Klacht tegen een verpleegkundige in zijn hoedanigheid van verpleegkundig manager van een afdeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager deels niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht en de klacht voor het overige ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing, verklaart klager ontvankelijk in zijn gehele klacht (tweede tuchtnorm) en verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2018:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-004
- Datum publicatie: 03-07-2018
- Datum uitspraak: 03-07-2018
- ECLI:NL:TGZRSGR:2018:96
Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. De aan verweerster verweten gedragingen ten tijde van het separeren van klager, komen niet vast te staan. Niet kan worden vastgesteld dat de verpleegkundige zich vijandig, denigrerend of kwetsend heeft gedragen. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2018:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-168c
- Datum publicatie: 03-07-2018
- Datum uitspraak: 03-07-2018
- ECLI:NL:TGZRSGR:2018:99
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft erkend dat hij drie keer een tablet uit de eigen voorraad heeft gegeven, naast de medicatie uit de baxter, waardoor klaagster een te hoge dosering heeft gekregen van de morfine retard. De verpleegkundige had moeten controleren of de verminderde dosering in het kader van de afbouw van de hoge doseringen al was verwerkt, dit had hij kunnen controleren aan de hand van de medicatieverantwoordingslijst en de hoeveelheid pillen die aan klaagster werden verstrekt. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2018:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-234
- Datum publicatie: 03-07-2018
- Datum uitspraak: 03-07-2018
- ECLI:NL:TGZRSGR:2018:101
Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Niet-ontvankelijk in klachten die betrekking hebben op andere patiënten. Dat de medicatiedeellijsten zoek waren hoort niet en is zeer betreurenswaardig, maar niet duidelijk door wiens fout dat is. Dat het is gebeurd is onvoldoende om vast te stellen dat verweerster als leidinggevende tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dat de dienstdoende verpleegkundige een fout heeft gemaakt bij het geven van medicijnen brengt niet mee dat de verpleegkundige als leidinggevende voor die fout tuchtrechtelijk verantwoordelijk is. Zij heeft klaagster in de periode van het onderzoek regelmatig persoonlijk op de hoogte gehouden. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2018:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/448VP
- Datum publicatie: 26-06-2018
- Datum uitspraak: 26-06-2018
- ECLI:NL:TGZRAMS:2018:71
Klacht over behandeling door genderteam. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2018:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2018/01
- Datum publicatie: 12-06-2018
- Datum uitspraak: 12-06-2018
- ECLI:NL:TGZRGRO:2018:34
Klagers zijn de ouders van een minderjarige met een chromosoomafwijking. Het kind heeft 24 uur per dag zorg nodig. Om voeding tot zich te krijgen, heeft het kind een Tummy-voedingsbutton, een voedingssonde. Gedurende de dagdienst van een collega van verweerster is de situatie van het kind achteruit gegaan hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot een levensbedreigende situatie en een ziekenhuisopname. Tijdens de nachtdienst van verweerster raakt de sonde los en verweerster probeert tevergeefs de sonde weer terug te plaatsen. Klagers verwijten verweerster onder meer dat zij niet bekwaam was om deze voorbehouden handeling te verrichten. Verweerster heeft enige jaren geleden een training in sondezorg gevolgd en met succes afgerond. Daarna heeft zij echter de handeling niet meer in de praktijk verricht. Wel heeft zij YouTube-filmpjes bekeken waarin de betreffende handeling werd vertoond. Het college oordeelt dat verweerster zich, nu zij de betreffende handeling enkel in een onderwijssetting heeft verricht c.q. geoefend, terwijl zij in de jaren daarna de handeling niet meer heeft verricht, niet bekwaam heeft mogen achten. Het kijken van filmpjes waarin de handeling wordt vertoond, is niet voldoende om dit bekwaamheidsgebrek te repareren. Dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Het college volstaat met een waarschuwing, omdat verweerster inzicht heeft getoond in het feit dat zij voor deze handeling nadere scholing nodig had. Zij heeft ook het initiatief genomen tot deze scholing voor de groep verpleegkundigen die bij de zorg voor het kind betrokken zijn.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2018:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2018/02
- Datum publicatie: 12-06-2018
- Datum uitspraak: 12-06-2018
- ECLI:NL:TGZRGRO:2018:35
Klagers zijn de ouders van een minderjarige met een chromosoomafwijking. Daardoor heeft het kind 24 uur per dag zorg nodig. Om voeding tot zich te krijgen, heeft het kind een Tummy-voedingsbutton, een voedingssonde. Op enig moment is de voedingssonde ’s nachts losgeraakt en door een MDL-arts in het ziekenhuis teruggeplaatst. Daarbij is, zo is eerst de volgende dag gebleken, de maagwand van het kind geperforeerd. Gedurende de dagdienst van verweerster is de situatie van het kind achteruit gegaan hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot een levensbedreigende situatie en een ziekenhuisopname. Het college komt tot het oordeel dat niet gezegd kan worden dat verweerster de signalen omrent de achteruitgang van het kind niet tijdig zou hebben opgemerkt. Voor wat betreft de door verweerster ondernomen acties nadat was vastgesteld dat de situatie van het kind achteruit ging, lopen de lezingen van betrokkenen uiteen. Klagers voeren aan dat verweerster niet adequaat zou hebben gereageerd, terwijl verweerster dit gemotiveerd bestrijdt. Een dergelijk verschil van inzicht kan niet leiden tot een gegrondverklaring van het betreffende klachtonderdeel, nu hetgeen klagers aanvoeren niet nader is onderbouwd, waarbij het college aan een achteraf opgestelde verklaring van een van de betrokkenen geen doorslaggevende betekenis toekent, te meer niet, omdat deze verklaring niet wordt gesteund door hetgeen in de rapportage is vermeld. Ten slotte kan naar het oordeel van het college evenmin worden gesteld dat verweerster geen inzicht in haar eigen handelen zou hebben getoond. De klacht wordt in alle onderdelen ongegrond verklaard.