Zoekresultaten 151-160 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:127 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.355
- Datum publicatie: 15-05-2019
- Datum uitspraak: 14-05-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:127
Klacht tegen verpleegkundige, werkzaam als manager bedrijfsvoering bij de organisatie die aan klaagster ondersteuning biedt op het gebied van sociaal en persoonlijk functioneren. Klaagster heeft op enig moment een klacht ingediend tegen deze organisatie; verweerster heeft per brief op die klacht gereageerd. Het verwijt van klaagster heeft betrekking op (de inhoud van) deze brief. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard nu de verpleegkundige met het opstellen van voornoemde brief in haar hoedanigheid van manager bedrijfsvoering heeft gehandeld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:129 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.464
- Datum publicatie: 15-05-2019
- Datum uitspraak: 14-05-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:129
Klacht tegen verpleegkundige. De vader van de zoon van klaagster is patiënt van verweerster. Er is tussen de ouders strijd om omgang en gezag. Verweerster is telefonisch benaderd door de Raad van de Kinderbescherming en in het rapport van de Raad is een passage van dit telefoongesprek opgenomen. Klaagster verwijt verweerster dat zij aan de Raad een onjuiste en voor klaagster belastende verklaring heeft afgegeven over de psychische gesteldheid van klaagster, zonder dat zij klaagster kent of heeft onderzocht en dat zij daarbij enkel is afgegaan op de verhalen van de vader. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/355
- Datum publicatie: 14-05-2019
- Datum uitspraak: 14-05-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:70
Klager verwijt verweerster ten onrechte zorg heeft geweigerd. Klager voelde zich niet serieus genomen door verweerster. Ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2019:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2019/02
- Datum publicatie: 09-05-2019
- Datum uitspraak: 09-05-2019
- ECLI:NL:TGZRGRO:2019:21
Klacht tegen wijkverpleegkundige. Verweerster wordt verweten de zorgverlening van een instelling aan klager eenzijdig en zonder goede reden te hebben beëindigd. Vast staat dat niet verweerster maar de directie van de instelling deze beslissing heeft genomen. Reeds hierdoor is de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:112 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.445
- Datum publicatie: 07-05-2019
- Datum uitspraak: 07-05-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:112
Klager verbleef in GGZ‑instelling waar verweerster als verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg werkzaam is. Verweerster was betrokken bij klagers behandeling en begeleiding. Klager verwijt verweerster dat zij over ‘rode vlaggetjes’ heeft gesproken. De symboliek van vlaggen maakt deel uit van het Crisis Signaleringsplan. Klager stelt dat het spreken over ‘rode vlaggetjes’ ertoe kan leiden dat de dosering van de Haldol die hij gebruikt weer wordt opgehoogd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.431
- Datum publicatie: 07-05-2019
- Datum uitspraak: 07-05-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:111
Klager was opgenomen op de gesloten afdeling van een GGZ-instelling waar verweerder als teamleider bedrijfsvoering werkzaam is. Er was geen behandelrelatie tussen klager en verweerder. Klager verwijt verweerder onder meer dat hij niet serieus werd genomen en allerlei diagnoses opgeplakt kreeg en dat verweerder niet heeft ingegrepen toen klager door een medepatiënt werd getrapt en uitgescholden. Klager is van mening dat verweerder als teamleider eindverantwoordelijk is voor de incidenten op de afdeling en voor zijn behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege concludeert dat het handelen of nalaten van verweerder niet kan worden getoetst aan de in artikel 47, lid 1, onder a en b, van de Wet BIG neergelegde eerste en tweede tuchtnorm en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2019:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18109
- Datum publicatie: 25-04-2019
- Datum uitspraak: 25-04-2019
- ECLI:NL:TGZREIN:2019:22
Klacht tegen verpleegkundige gegrond voor zover het betreft schending van het beroepsgeheim ex artikel 88 Wet BIG jegens de overleden moeder van klaagster. Ongegrond voor zover de klacht ziet op de gevolgen van verweten handelen, nu die gevolgen niet ter beoordeling van het college staan. Niet-ontvankelijk voor zover klagers geen belanghebbenden zijn. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-262d
- Datum publicatie: 23-04-2019
- Datum uitspraak: 23-04-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:94
Klager niet-ontvankelijk in de klacht tegen een verpleegkundige (verpleegkundig manager). Geen sprake van een directe zorgrelatie (eerste tuchtnorm). Haar handelen heeft onvoldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg (tweede tuchtnorm), omdat zij alleen op de achtergrond aanwezig was tijdens een gesprek met klager en de medisch coördinator van de dialyse-afdeling. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 336-2018
- Datum publicatie: 19-04-2019
- Datum uitspraak: 19-04-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:71
Klachten tegen verpleegkundige zijn deels onvoldoende toegelicht en raken deels niet het handelen van verweerster. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 171/2018
- Datum publicatie: 18-04-2019
- Datum uitspraak: 18-04-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:62
Klacht tegen een verpleegkundige, werkzaam in de thuiszorg. In dit geval ging het om thuiszorg aan een in een serviceflat wonende cliënte met vasculaire dementie en een partiële dwarslaesie, bij wie in de nachtdienst de urinekatheter moest worden gecontroleerd. De klacht houdt in dat de verpleegkundige cliënte (de moeder van klaagster) daarbij onzedelijk heeft betast, althans haar niet heeft wakker gemaakt voordat hij handelingen met betrekking tot de katheter ging verrichten. Het college kan niet vaststellen dat sprake is geweest van onzedelijk handelen en verklaart het eerste klachtonderdeel daarom ongegrond. Het college is wel van oordeel dat in deze situatie - waarin de verpleegkundige zelfstandig met behulp van een sleutel naar binnen ging in het appartement en de moeder van klaagster in slaap aantrof - van hem had mogen worden verwacht dat hij haar wakker zou maken en zou uitleggen wat hij kwam doen voordat hij de zorg verleende; dit zeker toen bleek dat hij niet kon volstaan met een eenvoudige controle van de nachtkatheterzak die zich naast haar bed bevond. Het college verwijst daarbij naar de uitgangspunten in de beroepscode voor verpleegkundigen en verzorgenden en naar de afspraken die in het zorgplan van cliënte waren gemaakt. Het tweede klachtonderdeel is dus gegrond. Het college legt een waarschuwing op.