Zoekresultaten 34101-34110 van de 44778 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:10 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet949.2012

    Beslissing op verzet. Verschil van mening over de uitleg van compensatie van kosten door de rechter. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaard het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:38 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4123/13.30

    De advocaat heeft een zaak bij het gerechtshof aangebracht, maar niet zorggedragen voor tijdige betaling van het griffierecht. Hij heeft de cliënt niet geïnformeerd over de gevolgen van het niet tijdig betalen. Het griffierecht is bovendien hoger dan nodig vastgesteld, omdat de advocaat niet de vereiste stukken aan het hof had overgelegd. Daar het griffierecht niet tijdig betaald was, heeft het hof aan de wederpartij ontslag van instantie verleend. De advocaat heeft voorts ten onrechte niet gereageerd op verzoeken van klager om het griffierecht aan hem te vergoeden. Klacht in alle onderdelen gegrond, uitgezonderd voor zover klager toekenning van een schadevergoeding heeft verzocht. Maatregel: schorsing één week met bepaling dat de schorsing ingaat indien en zodra de advocaat (weer) op het tableau is ingeschreven.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:19 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4174/13.81

    In het licht van de brieven en de overige stukken in het dossier kan niet worden vastgesteld dat de uitlatingen van verweerder- in de hoedanigheid van deken - zodanig zijn dat hij het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:23 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1027.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet dan wel onjuist heeft uitgebracht. De Kamer overweegt dat een exploot van dagvaarding een authentieke akte is waarvan de bewijskracht op voorhand vaststaat totdat tegenbewijs is geleverd. Het afschrift van het exploot van dagvaarding geldt als bewijs van bezorging. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:6 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW628.2012

    Naar het oordeel van de Kamer had de gerechtsdeurwaarder wel sneller kunnen reageren, maar de termijn gelegen tussen 16 juni 2012 en 3 juli 2012 is niet dermate lang dat kan worden geoordeeld dat er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Dat klaagster niet op de hoogte is gesteld van het onder de belastingdienst gelegde beslag staat op grond van de inhoud van de brief van 3 juli 2012 vast. In die brief neemt de gerechtsdeurwaarder het standpunt in dat hij in verband met het vermijden van onnodige kosten na een beslaglegging pleegt te wachten met de betekening van het proces-verbaal van het gelegde beslag tot hij weet of het beslag effect heeft gehad. Bij beslissing van de Kamer van 8 mei 2012, gegeven naar aanleiding van een eerdere tegen de gerechtsdeurwaarder ingediende klacht, is deze werkwijze als tuchtrechtelijk laakbaar aangemerkt. Dit klachtonderdeel is gegrond. Geen maatregel omdat de gerechtsdeurwaarder zijn werkwijze heeft aangepast en in deze zaak het beslag is gelegd vóór de uitspraak van de Kamer.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:17 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet957.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte een notariële akte ten uitvoer tracht te leggen. Nu de besloten vennootschap failliet is verklaard en de curator niet kenbaar heeft gemaakt de onderhavige klachtprocedure te willen voortzetten kan niet meer worden vastgesteld welke eigen belangen klaagster nog heeft om als belanghebbende in de tuchtprocedure te kunnen worden aangemerkt. Evenmin kan de gemachtigde van klaagster de tuchtprocedure op zijn naam voortzetten. Gelet op de feiten richten de ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder zich tegen de besloten vennootschap en niet tegen de enig aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap in persoon. Het verzet wordt niet-ontvankelijk verklaard

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:24 Raad van Discipline Amsterdam 12-283A

    Verzetbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:32 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4078/12.212-A

    Een kantoorgenote van verweerder heeft tegen de cliënte van klager een faillissementsverzoek ingediend. Verweerder is betrokken bij de correspondentie. Na vragen van klager over de in het rekest genoemde steunvordering wordt het verzoek door de kantoorgenote van verweerder ingetrokken. Verweerder deelt dit later op de dag aan klager mee. Klacht omtrent de gang van zaken rond het intrekken van het faillissementsrekest en het sturen van de correspondentie daarover met de rechtbank aan klager ongegrond, daar verweerder daarmee geen bemoeienis heeft gehad. Klacht ook overigens ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:4 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4064/12.198

    Verweerder heeft de tegen hem ingediende klachtonderdelen ter zitting bij de raad erkend. De raad oordeelt dat verweerder niet gehandeld heeft zoals een behoorlijk advocaat betaamt en in de op hem rustende zorgplicht jegens klager tekort is geschoten. Doordat verweerder vele malen op diverse fronten tekort geschoten is in zijn zorgplicht jegens klager en de belangen van klager ernstige schade heeft toegebracht, heeft verweerder niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De raad verklaart de klachtonderdelen gegrond en legt verweerder de maatregel van een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor de duur van 4 weken met een proeftijd van 2 jaar. De raad heeft daarbij van belang geacht dat verweerder in zijn praktijk maatregelen heeft getroffen die herhaling zullen voorkomen en die voor de deken aanleiding zijn geweest om geen verder onderzoek te doen naar de praktijkvoering door verweerder.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:26 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4187/13.94

    Nu verweerster in opdracht van de rechtsbijstandverzekeraar van klager werkte, heeft verweerster geen inbreuk gemaakt op haar beroepsgeheim door aan die rechtsbijstandverzekeraar te berichten dat de samenwerking met klager niet goed verliep en dat er een onwerkbare situatie dreigde te ontstaan. Van een intentie om klager te pesten of zwart te maken is niet gebleken. De gekozen bewoordingen van verweerster geven daarvoor geen indicatie. Klacht kennelijk ongegrond.