Zoekresultaten 32991-33000 van de 44677 resultaten

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:14 Raad van Discipline Leeuwarden 105/11

    Verweerster heeft de termijn om beroep in te stellen tegen een negatieve uitspraak in een asielprocedure ongebruikt laten verstrijken. Klaagsters klacht hierover is gegrond. Het door verweerster ingediende verzoek namens klaagster om uitstel van vertrek op medische gronden, moest voorzien zijn van recente medische informatie. Die informatie heeft verweerster pas ontvangen toen klaagster al een andere advocaat had ingeschakeld. Verweerster valt hierover geen verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2010:1 Raad van Discipline Leeuwarden 58/10

    De advocaat van de wederpartij komt een ruime mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Hij mag echter niet de belangen van de wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze schaden. Bovendin mag hij geen feiten poneren waarvan hij de onjuistheid kent of redelijkerwijs kan kennen. Daarbij mag hij in het algemeen afgaan op de juistheid van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verstrekt. Er was in dit geval geen reden te twijfelen aan de bewijsstukken die de cliënt verweerder verstrekte. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:135 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.409

    Klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts dat zij ten onrechte een vierdelige brug heeft gemaakt op een element dat ontstoken was en klaagster onjuist heeft voorgelicht over de toestand van haar gebit. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:15 Raad van Discipline Leeuwarden 115a/11 115b/11

    Klager dient een klacht in tegen verweerster en haar toenmalig kantoorgenoot. Hij vindt dat verweerster zijn zaak niet deskundig en te traag heeft behandeld. Zij was te onervaren. Hij verwijt bovendien haar toenmalige kantoorgenoot verantwoordelijk te zijn voor deze gang van zaken. Deze laatste klacht is naar het oordeel van de raad ongegrond. De toenmalig kantoorgenoot van verweerster heeft geen werkzaamheden voor klager verricht. De klacht tegen verweerster is eveneens ongegrond. Voor zover verweerster zelf de expertise miste, heeft zij een deskundige ingeschakeld. Klager heeft niet voldoende aangetoond dat de trage behandeling van de zaak zozeer aan verweerster te verwijten viel,dat haar daarvan tuchtrechtelijk een verwijt te maken valt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:136 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.410

    Klacht tegen een tandarts. Klager verwijt de tandarts dat zij 1) geen aandacht heeft besteed aan de notitie op de patiëntenkaart dat er een solo-opname gemaakt moest worden van element 22, 2) gedurende drie jaren geen enkele röntgenfoto van het gebit van klager heeft gemaakt en 3) klager onjuist heeft ingelicht over de toestand van zijn gebit. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:10 Raad van Discipline Leeuwarden 98/11

    Verweerder was de vaste raadsman van klagers werkgever. Hij behandelde echter ook een paar zaken voor klager. Vervolgens ontsloeg verweerder klager op verzoek van de werkgever op staande voet. Klager schakelde daarop een andere advocaat in om zijn belangen te behartigen. Toch nam verweerder nog rechtstreeks contact op met klager. De raad beoordeelde beide klachten gegrond en legde verweerder gezien de ernst van de klachten een voorwaardelijke schorsing van 1 maand op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:137 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.487

    Bij de moeder van klaagsters, patiënte, is ivm borstkanker door verweerder, chirurg, een borst geamputeerd. Daags na de operatie gaf patiënte aan pijn in de rug te hebben; de dienstdoende zaalarts heeft patiënte onderzocht en geoordeeld dat het spierpijn betrof. Een maand later is bij patiënte behandeling met hormoontherapie gestart. Drie maanden later zijn naar aanleiding van hevige pijnklachten bij patiënte een MRI en een PET-scan gemaakt. Op basis hiervan ontstond een vermoeden van metastase in het borstbeen waarna patiënte is overdragen aan de internist-oncoloog, die, na herhaling van de PET-scan weer vier maanden later, metastasen in de longen en het mediastinum heeft geconstateerd. Patiënte is inmiddels overleden. Klaagsters verwijten verweerder 1)onvoldoende aandacht aan de pijnklachten van patiënte te hebben besteed, 2)in strijd met het landelijk beleid te handelen door geen chemotherapie aan te bieden, 3)ten onrechte niet te zijn ingegaan op meerdere verzoeken van patiënte om een MRI of CT-scan, 4) onvoldoende rekening te hebben gehouden met het feit dat patiënte voor de tweede keer borstkanker had en daardoor een vergrote kans op uitzaaiingen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:8 Raad van Discipline Leeuwarden 58/10

    Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter van de raad. Hij meent dat verweerder ten onrechte de door zijn werkgever van het UWV verkregen gegevens heeft gebruikt in de ontslagprocedure. De raad meent dat verweerder mocht aannemen dat de door zijn cliënt verstrekte gegevens juist waren en dat hij deze mocht gebruiken in de procedure. Het verzet is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:131 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.151

    De Inspectie voor de Gezondheidszorg verwijt de cardioloog onzorgvuldig handelen in zijn praktijkuitoefening. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat: 1. de wijze van praktijkvoering van verweerder onvoldoende is en ver beneden de standaard van de beroepsgroep; 2. de dossiervorming niet voldoet aan de professionele norm en een medicatieoverzicht ontbreekt; 3. de opslag en toegankelijkheid van onderzoeksuitslagen niet is geborgd; 4. de continuïteit van de zorg niet (afdoende) is geborgd; en 5. in de praktijk van verweerder geen protocollen zijn aangetroffen of voorhanden zijn voor de meest belangrijke cardiologische problemen. Het RTG heeft de arts de maatregel van doorhaling opgelegd, zijn inschrijving in het BIG register met onmiddellijke ingang geschorst en de publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege heeft - zakelijk weergegeven - de arts niet-ontvankelijk verklaard in het beroep tegen de bij wijze van voorlopige voorziening opgelegde schorsing van inschrijving, de klacht van de Inspectie gegrond verklaard, de bestreden beslissing vernietigd wat betreft de opgelegde maatregel, de maatregel opgelegd van een gedeeltelijke ontzegging van zijn bevoegdheid als arts hierin bestaande dat hem het recht wordt ontzegd als cardioloog werkzaam te zijn, bepaald dat van deze maatregel aantekening in het Register wordt gemaakt, bepaald dat de bestreden beslissing voor het overige wordt bekrachtigd en ten slotte de publicatie bepaald.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:11 Raad van Discipline Leeuwarden 73/11

    Bij vonnis is klager veroordeeld tot het stellen van een bankgarantie. De bank die de garantie afgaf, eiste een contragarantie. Verweerder heeft rechtstreeks telefonisch contact gezocht met de kennis van klager die de contragarantie afgaf. Klager beklaagt zich daarover omdat daardoor de contragarantie werd beperkt tot één jaar. De contragarant zou door het telefoontje geïntimideerd zijn. Verweerder meent dat hij handelde in het belang van zijn cliënt. De raad oordeelt dat de klacht gegrond is, omdat verweerder door het gesprek onnodig het risico liep klager te schaden. Er is echter geen maatregel opgelegd.