Zoekresultaten 38971-38980 van de 44770 resultaten

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0149 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE4711

    Het eenmaal nalaten van Campylobacteronderzoek in 2010 voordat het koppel ter slacht werd afgevoerd. Het bedrijf van betrokkene is in 2010 gesplitst. In dat jaar heeft hij eenmaal het Campylobacteronderzoek over het hoofd gezien. Voor het overige heeft het Tuchtgerecht niet de indruk dat bij betrokkene sprake is van een onzorgvuldige bedrijfsvoering. Het Tuchtgerecht legt een deels voorwaardelijke geldboete op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1562 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/236

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1594 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/151

  • ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2202 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H 55 - 2011

    Advocaat mocht afgaan op de informatie die zijn cliënte aan hem had verstrekt om tot incasso van de openstaande vordering over te gaan en erop vertrouwen dat de vordering niet werd betwist. Dreigen met het indienen van een faillissementsaanvrage in een tweede en derde sommatiebrief en het hanteren van korte betalingstermijnen in een incassopraktijk is toelaatbaar. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1544 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2011.163

    Een psychiater is een langdurige intensieve vriendschapsrelatie aangegaan met één patiënte en een seksuele liefdesrelatie met een andere patiënte. Hij heeft tijdens deze relaties de behandelrelaties met beide patiënten laten voortbestaan. Voorts was sprake van gebrekkige dossiervoering en schending van de geheimhoudingsplicht. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft bij het RTG een klacht ingediend. Het RTG heeft een doorhaling in het register bevolen. Het tegen deze beslissing ingestelde beroep is door het CTG verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1545 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2011.164

    Een psychotherapeut is een langdurige intensieve vriendschapsrelatie aangegaan met één patiënte en een seksuele liefdesrelatie met een andere patiënte. Hij heeft tijdens deze relaties de behandelrelaties met beide patiënten laten voortbestaan. Voorts was sprake van gebrekkige dossiervoering en schending van de geheimhoudingsplicht. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft bij het RTG een klacht ingediend. Het RTG heeft een doorhaling in het register bevolen. Het tegen deze beslissing ingestelde beroep is door het CTG verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2194 Raad van Discipline Amsterdam 10-416A

    De klacht heeft betrekking op de afrekening van een toevoeging. Verweerder heeft een dossier van klager overgenomen; de cliënte had een toevoeging. De Raad voor Rechtsbijstand heeft het gehele bedrag aan verweerder overgemaakt. Over de onderlinge afrekening zijn klager en verweerder het niet eens geworden, zodat klager nog niets heeft ontvangen. Getuigt niet van welwillendheid die je van advocaten onderling mag verwachten. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1546 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1176

    Volgens klager voldoet fysiotherapeut niet aan de bijzondere voorwaarden die hem zijn opgelegd in verband van een eerdere uitspraak van het tuchtcollege waarbij aan hem de maatregel van voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register met een proeftijd van twee jaren werd opgelegd, als gevolg waarvan de voorwaardelijke schorsing behoort te worden omgezet in een onvoorwaardelijke schorsing. Beslissing: de termijn van de proeftijd wordt verlengd met één jaar onder oplegging van een nadere voorwaarde met bepaling dat de inspectie toezicht zal houden op naleving van die voorwaarde.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2195 Raad van Discipline Amsterdam 11-074A

    Verzetzaak. Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Klaagster meent dat verweerder stellingen heeft ingenomen waarvan hij wist dat die niet juist waren en voorts dat hij zich onnodig grievend heeft uitgelaten. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2196 Raad van Discipline Amsterdam 11-100U

    Verzetzaak. Klager heeft een klacht ingediend omdat verweerder klager niet adequaat heeft bijgestaan in een appelprocedure. Verweerder heeft te lang gewacht met het indienen van de klacht, zodat de klacht kennelijk niet ontvankelijk is verklaard. Verzet is ongegrond.