Zoekresultaten 35601-35610 van de 42227 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2565 Raad van Discipline Arnhem 11-60

    De klacht heeft betrekking op het handelen van de eigen advocaat. Klaagster verwijt verweerster niet in het Engels te hebben willen communiceren. Ook verwijt zij verweerster geen beroep te hebben aangetekend tegen de beslissing van de Raad van State en de zitting bij de Raad van State niet te hebben bijgewoond. Het is voor klaagster van het begin af aan duidelijk geweest dat verweerster niet in het Engels wilde communiceren. In de gesprekken met klaagster heeft verweerster zich bediend van een tolk. Wanneer het de voorkeur van klaagster had de communicatie in het Engels te laten verlopen, had het op de weg van klaagster gelegen een advocaat in te schakelen die daartoe wel bereid was. Na het hoger beroep bij de Raad van State resteerden er geen reële beroepsmogelijkheden die door klaagster konden worden benut. Van verweerster kon dan ook niet worden verwacht dat zij (hoger) beroep aantekende tegen de beslissing van de Raad van State. De beslissing van verweerster om klaagster niet te vertegenwoordigen bij de zitting, was onder de gegeven omstandigheden niet onzorgvuldig.  

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2559 Raad van Discipline Arnhem 11-129

    Klacht in verband met kwaliteit van dienstverlening 3,5 jaar na rechterlijk oordeel wegens tijdsverloop niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2556 Raad van Discipline Leeuwarden 109/11

    In verband met het beginsel van rechtszekerheid moet een advocaat ervan uit kunnen gaan dat klachten over zijn handelen binnen een redelijke termijn worden ingediend. Een termijn van elf jaar, zoals in het onderhavige geval, is geen redelijke termijn. Derhalve: kennelijk niet-ontvankelijk. Het beginsel van rechtszekerheid brengt mee dat niet twee keer over hetzelfde feit kan worden geklaagd. Derhalve: eveneens kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2560 Raad van Discipline Arnhem 11-138

    Klacht in verband met niet vastleggen van financiële afspraken ongegrond verklaard. Bijzondere omstandigheden

  • ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2557 Raad van Discipline Leeuwarden 64/11

    Een advocaat kan niet verweten worden dat diens rechtsbijstand in een strafzaak niet voldoende met de cliënt is voorbereid, indien de cliënt aangeeft op geen enkele wijze bereid te zijn hierover met de advocaat te spreken. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2551 Raad van Discipline Leeuwarden 113/11

        Het is een advocaat toegestaan de rechter vóór het getuigenverhoor te vragen de te horen getuige er indringend op te wijzen dat diens verklaring onder ede wordt afgelegd en wat de gevolgen van meineed zijn. Dit is geen beschuldiging van meineed jegens de getuige. Ook is het geoorloofd om jegens de getuige kenbaar te maken dat, indien een bepaalde beschuldiging jegens een bepaalde persoon wordt volgehouden, zulks tot gevolg heeft dat aangifte wegens meineed zal worden gedaan. Dit is nog geen beschuldiging van meineed. Indien een advocaat van de wederpartij beschuldigd wordt van listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels met het doel de wederpartij te beschuldigen van een misdrijf dient zulks te worden onderbouwd. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2561 Raad van Discipline Arnhem 11-100

    Klacht advocaat in verband met bellen naar partner van huurder caravan in verband met achterstallige huurachterstand ongegrond

  • ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2552 Raad van Discipline Leeuwarden 111a/11 111b/11

    Het is een advocaat toegestaan om in een klachtprocedure tegen hem de feiten, zoals  die bij hem bekend zijn, weer te geven. Dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht is dan ook kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2562 Raad van Discipline Arnhem 11-101

    Verzet in verband met kennelijk ongegronde klacht met betrekking tot berichtgeving aan rechtbank over echtscheiding ongegrond

  • ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2553 Raad van Discipline Leeuwarden 112/11

    Indien de advocaat van de wederpartij vóór het getuigenverhoor, de rechter vraagt de getuige indringend te wijzen op het feit dat diens verklaring onder ede wordt afgelegd en wat de gevolgen van meineed zijn, handelt hij daarmee niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ook mag een advocaat aangeven dat zijn cliënt aangifte zal doen wegens meineed indien een bepaalde beschuldiging wordt volgehouden, die naar het oordeel van zijn cliënt apert onjuist is. De klacht is dan ook kennelijk ongegrond.