Zoekresultaten 1-5 van de 5 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2021:85 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/696396 DW/RK 20/335

    Beslissing op verzet. Klager heeft geen gronden van het verzet ingediend. De oorspronkelijke beslissing, dat het leggen van bankbeslag na een dwangbevel niet tuchtrechterlijk laakbaar is, blijft in stand.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:132 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-491/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Voor zover klager met de klacht beoogt om het feit dat verweerder zich in april 2018 als advocaat van klager heeft onttrokken aan de tuchtrechter ter beoordeling voor te leggen, overweegt de voorzitter dat ingevolge het bepaalde in artikel 47b lid 1 Advocatenwet niet voor een tweede maal kan worden geklaagd over een gedraging van een advocaat waarover de tuchtrechter al geoordeeld heeft. De tuchtrechter heeft reeds over deze klacht geoordeeld. Nu klager geen feiten of omstandigheden aan de herhaalde klacht ten grondslag legt die hem bij de formulering van de eerdere klacht niet bekend waren en hem evenmin bekend konden zijn, kan klager hierover niet opnieuw een klacht indienen. In zoverre is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Klager stelt daarnaast dat verweerder in de eerdere tuchtrechtprocedure een “fake-verklaring” heeft gegeven. De voorzitter overweegt dat het een advocaat vrij staat om in zijn verweer op een klacht al datgene naar voren brengen wat hij in het kader van dat verweer van belang acht. Dit is slechts anders indien de advocaat de tuchtrechter opzettelijk onjuist informeert met het doel de tuchtrechter te misleiden. Daarvan is geenszins gebleken. In zoverre is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:56 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200220

    Beslissing van de raad op klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit van de dienstverlening in een strafzaak wordt grotendeels bekrachtigd. Verwijt dat een (het hof onbekende brief) niet zou zijn overgelegd in een procedure ongegrond. Geen tuchtrechtelijke verwijtbaarheid na onttrekking door verweerder, ook al was dat wel erg kort voor de zitting. Dat verweerder klager een cassatieschriftuur niet op voorhand in concept heeft toegezonden is wel tuchtrechtelijk verwijtbaar. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:75 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-335/DB/OB

    Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit van de dienstverlening in een strafzaak. Klager is niet in zijn belangen geschaad doordat verweerder tijdens de zitting bij het hof op 8 december 2016 een brief van mr. S aan PH niet heeft ingebracht. In het algemeen geldt dat een advocaat een processtuk voorafgaand aan indiening in concept aan de cliënt moet voorleggen. Dat heeft verweerder nagelaten. Waar verweerder heeft gesteld dat de inhoud van de cassatieschriftuur en de daarin opgenomen gronden voorafgaand aan indiening met klager zijn besproken en klager niet concreet heeft onderbouwd op welke punten de inhoud van de schriftuur afweek van het besprokene, kan verweerder hiervan echter geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Ook van de onttrekking kan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Hij mocht concluderen dat sprake was van een vertrouwensbreuk. Hij heeft zich wel erg kort voor de zitting onttrokken, maar klagers belangen zijn hierdoor niet geschaad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:53 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/635737 / DW RK 17/944

      De klacht betreft een bewaringstekort dat niet onverwijld is gemeld, het niet voldoen aan de bestuursregel liquiditeit en het handelen in strijd met het bepaalde in artikel 27 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet. Alle klachtonderdelen worden gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder is de maatregel van schorsing opgelegd voor de duur van twee maanden.