Zoekresultaten 35291-35300 van de 44655 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3866 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3982/12.116b
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 14-01-2013
- ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3866
In casu is sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder in zijn hoedanigheid van kantoorgenoot van de curator. Verweerder heeft samen met de curator handelingen verricht die in wezen niet te onderscheiden zijn van het optreden van advocaat. Het stond de curator in een door hem aanhangig gemaakte procedure, waarin verweerder optrad als procesadvocaat, niet vrij informatie te gebruiken die de Belastingdienst niet aan hem had mogen verstrekken. Klacht deels gegrond onder oplegging van de maatregel van een enkele waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3847 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4106/13.13c
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 11-02-2013
- ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3847
Het staat de advocaat in casu vrij het vonnis te executeren. Als zich in het kader van die executie onregelmatigheden zouden hebben voorgedaan en klagers menen dat om die reden ten onrechte aanspraak op betaling van verbeurde dwangsommen wordt gemaakt, dienen klagers zich tot de civiele executierechter te wenden. De tuchtrechter heeft geen taak bij de beantwoording van de vraag of dwangsommen al dan niet zijn verbeurd, tenzij evident zou zijn dat verweerster misbruik van recht zou maken. Dit laatste is niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3917 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4028/12.162
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 10-09-2012
- ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3917
Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat klagers ter zake de klacht, ieder voor zich of gezamenlijk, rechtstreeks in hun belang zijn getroffen. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3942 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4111/13.18
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 13-02-2013
- ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3942
Het door verweerder niet in het geding brengen van de door klaagster zelf opgestelde conclusie van antwoord in reconventie behoort tot beleidsvrijheid van de advocaat. Bovendien kon klaagster ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 28 juni 2012 desgewenst zelf een aanvulling geven. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk voorzover klaagster over de inhoudelijke werkzaamheden van de echtgenote van verweerder, tevens advocaat, klaagt. Klaagster dient ter zake rechtstreeks een klacht tegen de echtgenote van verweerder in te dienen. Klachtonderdelen voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3936 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4012/12.146
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 04-02-2013
- ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3936
Verweerder heeft bijstand verleend in een geschil tussen klaagster en een aannemer. Klaagster is tijdens herstelwerkzaamheden, door de aannemer uitgevoerd, door een van diens werknemers beweerdelijk onzedelijk betast. Verweerder heeft een hernieuwde ingebrekestelling aan de aannemer gestuurd. Voorts heeft verweerder een van twee rapporten betreffende het opgeleverde werk aan de CAR-verzekeraar van de aannemer gestuurd. Klaagster heeft de opdracht ingetrokken en daarna contact opgenomen met de CAR-verzekeraar, waarbij bleek dat verweerder niet beide rapporten maar slechts één rapport had gestuurd. Klacht dat verweerder de belangen niet naar behoren heeft behartigd door het wegsturen van de betrokken werknemer van de aannemer en het contact daarover met de aannemer aan klaagster over te laten; dat verweerder niet beide rapporten aan de CAR-verzekeraar heeft gezonden en dat verweerder klaagster niet heeft meegedeeld voornemens te zijn slechts één rapport aan de verzekeraar toe te zenden. De raad acht het eerste klachtonderdeel ongegrond daar niet kan worden vastgesteld dat verweerder in zijn zorgplicht jegens klaagster is tekort geschoten. De raad acht ook het tweede klachtonderdeel ongegrond, hoewel het de voorkeur had verdiend, ook gezien de communicatie met klaagster, om beide rapporten aan de CAR-verzekeraar te zenden. Het derde klachtonderdeel is gegrond daar verweerder klaagster onvoldoende op de hoogte heeft gehouden van belangrijke feiten of afspraken, verweerder had uit een e-mail van klaagster kunnen opmaken dat zij er van uitging dat verweerder beide rapporten aan de verzekeraar zou sturen. Van de brief aan de verzekeraar is geen kopie aan klaagster gestuurd. Maatregel: geen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3892 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3806/11.208
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 05-11-2012
- ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3892
Klager is de wederpartij van de cliënte van verweerster in echtscheidings- en aanverwante procedures. Klacht dat verweerster de rechtbank doelbewust heeft voorzien van foutieve informatie, dat zij klager niet tijdig heeft geïnformeerd over de datum van de echtscheiding waardoor hij een maand extra alimentatie heeft betaald en dat verweerster het door de rechtbank geadviseerde mediationtraject heeft gesaboteerd. De plaatsvervangend voorzitter oordeelt dat niet kan worden vastgesteld dat verweerster de haar toekomende ruime mate van vrijheid in de belangenbehartiging voor haar cliënte te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Ook kan niet worden vastgesteld dat verweerster onwaarheden naar voren heeft gebracht in de procedure(s). Het lag niet op de weg van verweerster om klager direct te informeren over de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Niet is komen vast te staan dat verweerster die inschrijving heeft getraineerd. Verweerster heeft met toestemming van klager in overleg met haar cliënte het eerste en het laatste mediationgesprek bijgewoond en tijdens het laatste gesprek is afgesproken de mediation te beëindigen. Voor zover met het derde klachtonderdeel is bedoeld dat verweerster een eigen belang had bij sabotage om een hoger honorarium in rekening te kunnen brengen geldt dat klager niet rechtstreeks in zijn belang is getroffen, zodat het klachtonderdeel in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk is. De eerste twee onderdelen van de klacht worden als kennelijk ongegrond en het derde onderdeel als kennelijk ongegrond c.q. kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen. Ook in het verzet heeft klager niet aangetoond dat verweerster onjuiste informatie aan de rechtbank heeft gegeven. Evenmin heeft klager aangetoond dat verweerster op de hoogte was van bepaalde door klager beweerde feiten. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3854 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3767/11.169
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 10-12-2012
- ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3854
Klager heeft verweerder, ondanks verzoek daartoe, niet de benodigde gegevens ter beschikking gesteld waardoor verweerder niet althans onvoldoende tot het nemen van acties in staat was. Verweerder treft terzake geen verwijt. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3886 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4065/12.203
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 26-11-2012
- ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3886
Dat klager een andere visie heeft over de feiten dan de cliënt van verweerster, betekent niet dat het verweerster niet vrij zou staan om de door haar cliënt aangehangen visie over de feiten te verdedigen en in een processtuk naar voren te brengen. Geen sprake van grievend gedrag in het e-mailbericht gelet op de inhoud van het e-mailbericht dat hieraan vooraf ging. Geen sprake van strijd met gedragsregel 18. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3911 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3873/12.7
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 17-09-2012
- ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3911
Klager heeft van de griffier in april 2012 bericht ontvangen van het voornemen om de behandeling van zijn klacht tegen mr. X op een zitting in mei 2012 te behandelen. Daarbij is hem verzocht om een eventuele verhindering voor die zitting binnen een week na de kennisgeving mee te delen, onder toevoeging dat bij gebreke van een bericht van klager binnen een week ervan uit werd gegaan dat de geplande datum klager zou schikken en dat de raad geen rekening zou kunnen houden met nadien opgekomen verhinderingen, behoudens zeer bijzondere omstandigheden. Op de brief heeft klager niet gereageerd. Hierna heeft de griffier klager opgeroepen voor de bedoelde zitting in mei 2012. Klager verzocht hierop aanhouding van de behandeling daar hij verhinderd zou zijn de zitting bij te wonen. De griffier liet aan klager weten dat de zitting doorgang zou vinden. Hierop wraakte klager de voorzitter en de leden van de kamer. Klager doet in het wrakingsverzoek ook een beroep op de inhoud van een brief van mr. X aan de griffier en op het feit dat hij van een andere brief van mr. X aan de griffier geen kopie heeft ontvangen. De wrakingskamer oordeelt dat geen feiten zijn gebleken waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Klager heeft niet op de eerstbedoelde mededeling van de griffier gereageerd; de door hem aangevoerde reden van verhindering moet hem ook in de eerste weken van april 2012 bekend zijn geweest. De correspondentie van mr. X aan de griffier en het verzuim van de griffier klager een bepaalde brief in kopie te sturen kan niet aan de bewuste kamer van de raad worden verweten. De uitlating in de brief van mr. X is voor diens rekening. Het nalaten van toezending van een brief van mr. X kan niet aan de bewuste kamer van de raad worden verweten. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3873 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3961/12.95
- Datum publicatie: 02-03-2013
- Datum uitspraak: 07-01-2013
- ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3873
Verweerster heeft klager bijgestaan in een geschil over de beëindiging van de rechten van klager op een volkstuin met opstal. Klacht dat verweerster een namens klager aangespannen kort geding geen doorgang heeft laten vinden, dat zij geen schadevergoeding voor klager heeft geëist en dat zij zich onvoldoende voor klager heeft ingezet. Verweerster heeft gemotiveerd waarom zij een kort geding voor klager niet heeft doorgezet. De wederpartij was aan alle eisen van klager tegemoet gekomen. Daarna heeft verweerster nog nadere eisen gesteld, waaraan de wederpartij ook is tegemoet gekomen. Het verwijt dat verweerster geen schadevergoeding heeft geëist ziet op een inhoudelijke beoordeling van de door verweerster verrichte werkzaamheden, hetgeen niet tot taak van de tuchtrechter behoort, tenzij aanstonds blijkt dat de advocaat tekort is geschoten. Van dit laatste is niet gebleken. Uit de stukken is verder niet gebleken dat verweerster niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3529
- Pagina: 3530
- Pagina: 3531
- ...
- Pagina: 4466
- Volgende pagina zoekresultaten