Zoekresultaten 34601-34610 van de 44846 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4361 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 61-2013

    Verweerder heeft, ondanks herhaalde verzoeken, de nota d.d. 7 november 2012 ter zake de hoofdelijke omslag van de plaatselijke Orde, niet voldaan en brieven van de Raad van Toezicht stelselmatig niet beantwoord. Klacht gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4374 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B206-2012

    Verweerster heeft verzuimd om in de gerechtelijke procedure een deugdelijke vordering ter zake van de in de voorfase gemaakte kosten in te stellen. Vorderingen zijn onvoldoende onderbouwd en de gevorderde bedragen zijn evenmin gespecificeerd. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4355 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H216-2012 / H262-2012

    Een advocaat mag erop vertrouwen dat, indien door hem een brief ter verzending aan TNT post wordt aangeboden, deze ook daadwerkelijk wordt bezorgd. De verplichting voor een advocaat krachtens gedragsregel 19 om een wederpartij “kennis te geven” van zijn voornemen tot het nemen van executiemaatregelen gaat niet zo ver dat hij zich ervan dient te vergewissen of die kennisgeving de geadresseerde heeft bereikt. Treffen van executiemaatregelen om achterstallige alimentatie te incasseren, gelet op de (niet betwiste) financi ë le nood van cliënte, gerechtvaardigd. Een ingediend verzoek tot wijziging van de alimentatiebeschikking, waarvan de mondelinge behandeling kort na de betekening zou plaats vinden, maakt dit niet anders. Niet is komen vast te staan dat verweerder, op het moment dat hij de deurwaarder opdracht verstrekte tot betekening, op de hoogte was van opeisbare tegenvorderingen van klager. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4383 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3898/12.32 (i)

    Enkele feit dat er meerdere klachten tegen verweerster zijn ingediend in het afgelopen jaar, is onvoldoende voor toewijzing verzoek ex 60b en 60c Advocatenwet. Praktijkuitoefening door verweerster roept vragen op maar geeft onvoldoende grond voor inwilliging verzoek ex 60b en 60c Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2013:YG2997 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2012-052

    Klager verwijt de huisarts dat deze hem na een kennismakingsgesprek zonder gegronde reden niet als patiënt heeft ingeschreven in de praktijk en hem daarmee het recht op medische hulp heeft ontzegd. Deze handelwijze heeft klager als kwetsend en discriminerend ervaren. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4377 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4110/12.17

    Advocaat heeft zich (gedeeltelijk) onttrokken aan de opgelegde maatregel van schorsing en heeft in eerste instantie niet naar waarheid geantwoord op een vraag van de deken. Klacht gegrond, maatregel: onvoorwaardelijke schorsing van 3 weken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4362 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L44-2013

    Door niet althans niet inhoudelijk te antwoorden op brieven van de deken naar aanleiding van een tegen verweerder ingediende klacht en ook niet te reageren op latere verzoeken van de deken belemmerde verweerder de deken in diens taakuitoefening. Omdat in de parallel bij de raad in behandeling zijnde zaak met kenmerk L61-2013 aan verweerder een berisping is opgelegd, in deze zaak geen maatregel. Klacht gegrond; geen maatregel

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4375 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B207-2012

    Vordering buitengerechtelijke kosten afgewezen. Door te volstaan met een algemene betwisting van de stellingen van de wederpartij en niet expliciet te reageren op de betwisting van de buitengerechtelijke incassokosten heeft verweerster de belangen van klagers onvoldoende behartigd. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA4356 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M269-2012

    Verweerder heeft bij de behandeling van de door klagers ingediende klacht gehandeld overeenkomstig zijn taak als deken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2013:YA4368 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6707

    De Raad van Toezicht deed verzet tegen verzoek tot beëdiging van verzoeker, die onherroepelijk was veroordeeld wegens moord op een cliënte die hij als fiscaal adviseur had bijgestaan. Het feit dat verzoeker een Verklaring omtrent Gedrag kon overleggen staat toetsing aan art 4 lid 2 Aw niet in de weg. Hof acht gegronde vrees aanwezig dat verzoeker zich schuldig zal maken aan handelen dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Beklag ongegrond.