Zoekresultaten 34571-34580 van de 45209 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:16 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4164/13.71

    Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat klaagster afspraken heeft gemaakt met verweerster over de inhoud van het over te dragen dossier. Klaagster heeft dit klachtonderdeel niet nader onderbouwd. Overigens kan evenmin worden vastgesteld dat klaagster door de betreffende gang van zaken in haar belangen is geschaad. Niet valt in te zien dat het verweerster niet vrij stond de gemuteerde toevoeging te declareren. Klachtenonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet1020.2012

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht beklaagt klager zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder er geen rekening mee wil houden dat hij meer heeft betaald dan hetgeen hij verschuldigd was op basis van de ten laste van hem gegeven beschikking. Klager heeft hetgeen hij teveel had voldaan verrekend met de nieuw te betalen partneralimentatie. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De Kamer overweegt dat gebleken is dat de opdrachtgeefster van de gerechtsdeurwaarder niet akkoord wenste te gaan met de door klager toegepaste verrekening. Het is niet aan de gerechtsdeurwaarder om zich zelf een oordeel aan te meten over de verrekening. Klager had zich daarvoor moeten wenden tot de executierechter. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW544.2012

    Het is vaste jurisprudentie van de Kamer dat brieven binnen een redelijke termijn moten worden benatwoord. Vast staat dat de brieven van klager niet zijn beantwoord. Het indienen van een klacht en de verdere procedure staat niet aan het beantwoorden van brieven in de weg. De gerechtsdeurwaarder heeft ook geen andere verklaring gegeven waarom de brieven niet zijn beantwoord. Dit klachtonderdeel is dan ook terecht voorgesteld. Ten aanzien van de klacht dat er teveel geld is ingehouden heeft klager het gemotiveerde verweer van de gerechtsdeurwaarder niet dan wel onvoldoende bestreden zodat de klacht op dit punt ongegrond wordt verklaard. Door het ontbreken van enige gverklaring van het niet beantwoorden van de brieven maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3952/12.86

    Klacht van wederpartij. Verweerster mocht de gewraakte uitlating over klager ter zitting van het gerechtshof doen, daar zij mocht afgaan op de informatie die zij van haar cliënte had verkregen. Klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:29 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4097/13.4

    Het handelen van verweerster betreft de behandeling van een stagiair op grond van een stageovereenkomst met een onderwijsinstelling. Op grond van een verdenking van diefstal van waardevolle zaken, die later ongegrond bleek, heeft verweerster de stagiair naar huis gestuurd en de stage beëindigd. De onderwijsinstelling is van de verdenking in kennis gesteld. Door haar handelen heeft verweerster het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Telefonisch heeft zij later aan klaagster haar spijt betuigd en excuses gemaakt. Klacht in beide onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2013:14 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet768.2013

    Beslissing op verzet. In de oorspronkelijke klacht verwijt klager de gerechtsdeurwaarder dat deze de beslagvrije voet onjuist heeft vastgesteld. De voorzitter heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De Kamer overweegt dat de door klager in verzet aangevoerde gronden buiten beoordeling worden gelaten voor zover die gronden nieuwe klachten bevatten. Volgens vaste rechtspraak kunnen nieuwe klachten niet voor het eerst in verzet worden aangevoerd. Ten aanzien van het verschil van mening over de beslagvrije voet heeft de voorzitter terecht overwogen dat klager zich tot de gewone rechter dient te wenden. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 12187b

    Verpleegkundige. Klaagster verwijt verweerster dat zij onvoldoende professionele distantie in acht heeft genomen door op te treden als beroepsbeoefenaar in de zorg rondom haar eigen echtgenoot en in het bijzonder het uitvoeren van palliatieve sedatie. Zij heeft voorbehouden handelingen thuis verricht, zich niet aan de KNMG-richtlijn gehouden en niets vastgelegd. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:10 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3792/11.194

    Klacht betreft bijstand door verweerder door tussenkomst van de FNV in 2001 en 2002. Klacht betreft het verwijt dat verweerder zich door het belang van FNV heeft laten leiden, geen opdrachtbevestiging heeft gestuurd en een bezwaarschrift in 2002 zonder overleg met klager heeft ingetrokken. Klacht bij beslissing van de voorzitter kennelijk ongegrond respectievelijk kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De informatie betreffende het derde klachtonderdeel heeft klager eerst eind 2009 ter kennis gekregen. Verzet tegen de beslissing inzake de eerste twee klachtonderdelen ongegrond. Verzet tegen het derde klachtonderdeel gegrond, met ongegrondverklaring van dat onderdeel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:80 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4227/13.134

    Verweerster heeft gesteld dat zij is afgegaan op de mededelingen van haar cliënte, moeder en dochter. Er was voor verweerster op dat moment geen aanwijzing dat de door haar cliënte verstrekte informatie onjuist zou zijn. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat dat wél het geval zou zijn geweest. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4027/12.161

    In het verzet brengt klaagster naar voren dat verweerder zich niet alleen onttrokken heeft aan de procedure bij het hof, maar aan een procedure bij de rechtbank. De onttrekking heeft tot gevolg gehad dat zij geen advocaat meer kon vinden die haar bij de mondelinge behandeling kon vertegenwoordigen. De raad overweegt dat tussen het moment van de onttrekking (14 maart 2012) en de mondelinge behandeling (15 juni 2012) een zodanige ruim tijdsverloop zit dat verweerder zich aan de zaak kon onttrekken zoals hij heeft gedaan. Hetzelfde geldt als, zoals klaagster eerder meedeelde, de behandeling in mei 2012 plaatsvond. De raad onderschrijft de beoordeling van de plaatsvervangend voorzitter dat er van onzorgvuldigheid in het kader van het zich onttrekken niet is gebleken. Ook voor het overige onderschrijft de raad het oordeel van de plaatsvervangend voorzitter. Het verzet is ongegrond.