Zoekresultaten 34431-34440 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:40 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.111

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. De verpleegkundige is betrokken geweest bij de behandeling, verpleging en begeleiding van klaagster tijdens haar opname op unit 12. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, voor zover ontvankelijk, als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.118

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. De verpleegkundige is betrokken geweest bij de behandeling, verpleging en begeleiding van klaagster tijdens haar opname op unit 12. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht , voor zover ontvankelijk, als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:34 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.104

    De arts is door een rechtbank als een van drie deskundigen benoemd om een deskundigenbericht uit te brengen in een door klager aangespannen civielrechtelijke procedure tegen de behandelende artsen (in 1993) van zijn zoon, die thans zwaar gehandicapt is. De klachten van klager hebben – samengevat – betrekking op de vraag of de arts zijn opdracht had mogen aanvaarden zonder over een volledig medisch dossier te beschikken, of de wijze van tot stand komen van de rapportage aan de normen voldoet en of de arts overigens tuchtrechtelijk een verwijt valt te maken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat het in de onderhavige procedure niet relevant is of de arts heeft voldaan aan zijn verplichtingen als getuige-deskundige maar of de arts in zijn hoedanigheid van arts ter zake van zijn rapportage tuchtrechtelijk een verwijt valt te maken. Alle verwijten die klager de arts maakt, dienen dientengevolge getoetst te worden aan de vijf criteria die volgens vaste rechtspraak van het Centraal Tuchtcollege gelden voor een arts als getuige-deskundige, te weten: 1) wordt in het rapport op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusie van het rapport steunt; 2) vinden de in het rapport uiteengezette gronden aantoonbaar voldoende steun in de feiten, omstandigheden en bevindingen vermeld in het rapport; 3) kunnen bedoelde gronden de daaruit getrokken conclusie rechtvaardigen; 4) beperkt de rapportage zich tot de deskundigheid van de rapporteur; en 5) kon de methode van onderzoek teneinde tot beantwoording van de voorgelegde vraagstelling te komen tot het beoogde doel leiden, dan wel heeft de rapporteur daarbij de grenzen van redelijkheid en billijkheid overschreden. Het college oordeelt vervolgens dat in beginsel de onvolledigheid van het dossier van een patiënt een arts niet behoeft te weerhouden van het uitbrengen van een deskundigenbericht, mits hij van zijn antwoorden voldoende verantwoording aflegt en in voorkomende gevallen aangeeft dat hij een of meer vragen niet kan beantwoorden. Het beroep wordt ook overigens ongegrond verklaard, waarbij het college nog opmerkt dat een tuchtrechtelijke procedure niet de juiste weg is om nader inzicht te krijgen in een medisch dossier.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:15 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.350

    Klacht tegen arts. Klager verwijt arts onzorgvuldig te hebben gehandeld doordat hij ten aanzien van de verkrijging van informatie over de persoon van klager - medische informatie, waaronder de afdrukken van hersenscans - louter heeft gevaren op het kompas van de ex-partner van klager, terwijl hij vervolgens, zonder dat hij klager heeft gehoord, gezien of ingelicht tot vergaande bevinden en conclusies is gekomen, wetende dat die bevindingen en conclusies door die ex-partner in een rechterlijke procedure (omgangsregeling) zouden worden ingebracht met het oog op het realiseren van het door die ex-partner nagestreefde doel: het voorkomen van omgang tussen klager en zijn kinderen. Het regionaal tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de arts de maatregel van berisping op. Het beroep van de arts wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:28 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.388

    Klacht tegen arts-assistent in opleiding tot psychiater. Klaagster verwijt de arts-assistent in opleiding tot psychiater dat hij niet serieus is omgegaan met haar gevoelens door te dreigen met separatie en dat zij haar verhaal niet bij hem kwijt kon. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:4 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 6 - 2013

    Essentie: Klaagster heeft haar klacht dat verweerster onvoldoende zorg aan haar zaak besteed zou hebben niet of nauwelijks onderbouwd en/of aannemelijk kunnen maken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:4 Raad van Discipline Amsterdam 13-034A

    "Verzetzaak. Klacht tegen eigen advocaat over de advisering over medewerking aan onderzoek van Pieter Baan Centrum en het achterhouden van stikken. Verzet is ongegrond."

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:13 Raad van Discipline Amsterdam 12-335H + 12-336H

    Voortzetting van dekenbezwaar alsmede voorlopige maatregel betreffende alcoholmisbruik door advocaat waardoor de praktijkuitoefening wordt belemmerd. Verweerder krijgt de gelegenheid aan te tonen dat hij niet meer drinkt en dat ook gedurende een bepaalde periode zich blijft onthouden van alcoholgebruik. Zaak aangehouden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:4 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.280

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts nalatigheid in zorg omdat zij op het moment dat zij klaagster zag, had kunnen zien dat klaagster niet psychotisch was. De huisarts had haar collega’s hierover in moeten lichten. De huisarts heeft alleen maar gekeken naar de mantouxtest, zonder met klaagster te praten. Verweerster had uit menselijk oogpunt wel kunnen vragen hoe het met klaagster ging. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:41 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.112

    Klacht tegen (psychiatrisch) verpleegkundige. Klaagster heeft betreffende haar behandeling klachten ingediend tegen alle hulpverleners wier naam in haar medisch- en verpleegkundige dossier is vermeld. De verpleegkundige heeft klaagster begeleid in de thuissituatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, voor zover ontvankelijk, als kennelijk ongegrond afgewezen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.