Zoekresultaten 34021-34030 van de 45025 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:20 Accountantskamer Zwolle 13/737 en 738 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:20
Klachten tegen twee bij de Belastingdienst werkzame accountants zijn wegens overschrijding van de zesjaarstermijn niet-ontvankelijk. Dit wordt niet anders als het gaat om een recente verklaring van één van de accountants nu die verklaring niet meer behelst dan een recapitulatie van de in 2003 en 2004 verrichte feitelijke handelingen en werkzaamheden.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2013:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2011-259c
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 20-08-2013
- ECLI:NL:TGZRSGR:2013:19
Klager verwijt de verpleegkundige dat zij niet de afgesproken wondzorg heeft gegeven, geen aandacht heeft gehad voor de toenemende pijnklachten die klager steeds heeft geuit en de achteruitgaande lichamelijke conditie van klager en geen aantekeningen in het zorgdossier (hierover) heeft gemaakt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2013:59 Raad van Discipline Amsterdam 13-038A
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 20-08-2013
- ECLI:NL:TADRAMS:2013:59
Klacht eigen advocaat gegrond. Advocaat heeft geen intakegesprek met klager gevoerd noch een opdrachtbevestiging aan hem gestuurd. Advocaat heeft klager onvoldoende begeleid en geïnstrueerd in procedure bij rechtbank over onbetaalde facturen voor meerwerk. Geen schending redelijke termijn voor het indienen van een klacht. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2013:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2012/376
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 20-08-2013
- ECLI:NL:TGZRAMS:2013:25
Klaagster klaagt namens haar echtgenoot, hierna patiënt genoemd. Patient heeft zich vanwege uitvalsverschijnselen en woordvindproblemen gemeld op de TIA poli bij verweerder. Verweerder heeft patient na onderzoek naar huis gestuurd. Enkele dagen later is patiënt getroffen door een invaliderend herseninfarct. Klaagster verwijt de neuroloog dat hij ten onrechte het eerste herseninfarct heeft aangezien voor een TIA, waardoor passende behandeling, waaronder een opname op de Brain Care Unit is uitgebleven. Het grote herseninfarct had volgens klaagster aldus voorkomen kunnen worden. Klaagster verwijt de neuroloog voorts dat hij onjuiste informatie heeft gegeven. Afwijzing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2013:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2011-259e
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 20-08-2013
- ECLI:NL:TGZRSGR:2013:20
Klager verwijt de verpleegkundige dat zij niet de afgesproken wondzorg heeft gegeven, geen aandacht heeft gehad voor de toenemende pijnklachten die klager steeds heeft geuit en de achteruitgaande lichamelijke conditie van klager en geen aantekeningen in het zorgdossier (hierover) heeft gemaakt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2013:60 Raad van Discipline Amsterdam 13-114NH
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 20-08-2013
- ECLI:NL:TADRAMS:2013:60
Dekenbezwaar. Advocaat is - ondanks bericht deken twee maanden voor einde van het jaar - niet erin geslaagd voldoende opleidingspunten te halen. Dekenbezwaar gegrond, geen maatregel. In het verleden wel voldoende punten behaald en aan het begin van nieuwe jaar ook reeds punten behaald.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2013:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2012/308
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 20-08-2013
- ECLI:NL:TGZRAMS:2013:26
De IGZ verwijt de huisarts dat hij zich niet heeft gehouden aan de zorgvuldigheidseisen van de Wet toetsing levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding ten aanzien van een zorgvuldige uitvoering van euthanasie bij twee van zijn patiënten. De huisarts heeft niet de aangewezen middelen conform de vigerende Standaard Euthanatica gebruikt en heeft de toe te dienen euthanatica niet laten controleren door een onafhankelijk apotheker. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2013:188 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6711
- Datum publicatie: 20-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TAHVD:2013:188
Advocaat adviseerde 79 jarige cliente met haar 22 jarige achterneef te trouwen, terwijl hij bemerkte dat ze zeer vergeetachtig was. Hij onderzocht niet of zij de (financiele) gevolgen van haar huwelijk begreep. klacht gegrond. Hof verhoogt de maatregel tot 1 maand onvoorwaardelijke schorsing.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:24 Accountantskamer Zwolle 12/2221 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:24
AFM-klacht tegen de accountant die jaarrekening 2010 van Vestia heeft gecontroleerd. Alle door betrokkene tegen deze klacht opgeworpen formele verweren zijn ongegrond: 1) er was geen verplichting voor de AFM om al in de repliek op die formele verweren te reageren; betrokkene moet immers in staat worden geacht om zijn eigen verweren te adstrueren, ook indien deze eerst ter zitting worden tegengesproken, 2) de eerder door Sobi ingediende klacht is geen omstandigheid die aan de behandeling van de AFM-klacht in de weg kan staan; er is geen sprake van een al rechtens onaantastbare eindbeslissing over hetzelfde feitencomplex, gegeven op een klacht van dezelfde klager, 3) artikel 22 lid 1 Wtra kent geen beperking in de hoedanigheid van klager; het is aan de AFM om af te wegen of de indiening van een klacht is aangewezen; die afweging is niet aan een beoordeling van de Accountantskamer onderworpen, 4) artikel 63d Wta geeft een wettelijke basis voor de verstrekking van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen waarmee de AFM uit hoofde van haar toezicht bekend is geworden zodat er geen grond is voor de conclusie dat de AFM een verplichting tot geheimhouding heeft geschonden, 5) geen schending van het beginsel van proportionaliteit; ook niet aannemelijk dat de door het kantoor aan betrokkene opgelegde maatregelen door de AFM zijn geïnstigeerd, 6) geen schending van het vertrouwensbeginsel nu niet valt in te zien dat betrokkene zijn medewerking aan het onderzoek door de AFM zijn medewerking had kunnen onthouden, 7) geen grond om aan te nemen dat de AFM niet voldoende zorgvuldig heeft gehandeld; geen verplichting tot horen of tot het laten geven van een zienswijze alvorens de AFM een tuchtklacht zou indienen; niet aannemelijk dat de AFM zich in de media onzorgvuldig over de controle door betrokkene heeft uitgelaten en 8) artikel 5:16 Awb geeft een voldoende wettelijke basis voor de verkrijging van de informatie waarvan de AFM zich in de tuchtklacht bedient zodat er geen reden is om die informatie van het bewijs uit te sluiten. Inhoudelijk alle vier onderdelen van de klacht gegrond: 1) omdat betrokkene en zijn team niet beschikten over specifieke deskundigheid over de waardering van complexe financiële instrumenten, niet aannemelijk is geworden dat hij beschikte over de informatie uit de twee door de voorgaande accountant verkregen rapporten, en zo dat laatste al anders is hij daar niet mee heeft mogen volstaan, en hij zelf (aanvullende) controlewerkzaamheden had dienen te verrichten, had betrokkene vanwege de aard en omvang van de derivatenportefeuille een of meer deskundigen moeten inschakelen om voldoende geschikte controle-informatie te verkrijgen, 2) niet aannemelijk is geworden dat betrokkene voldoende en geschikte controle-informatie heeft verkregen over de volledigheid en de juistheid van de door Vestia aangehouden derivaten; daarvoor is redengevend dat de betrouwbaarheid van de daarvoor gebruikte software-applicatie en de daarin opgenomen gegevens niet is onderzocht, dat niet aannemelijk is dat de steekproef adequaat is geweest en dat de binnen de deelwaarneming uitgevoerde werkzaamheden met onvoldoende diepgang zijn verricht, 3) niet aannemelijk is geworden dat betrokkene ter beoordeling van de juistheid van de waardering van de derivaten van Vestia voldoende en geschikte controlewerkzaamheden heeft verricht; daarvoor is redengevend dat betrokkene een deel van de relevante regelgeving heeft genegeerd, dat niet is gebleken dat is onderzocht of de door Vestia geschreven opties op rente-swaps daadwerkelijk konden worden aangemerkt als hedge-instrument, dat niet is gebleken dat betrokkene de tekortkomingen in de door Vestia uitgevoerde effectiviteitstoets heeft gesignaleerd of heeft onderzocht of de bijzondere voorwaarden in de derivatencontracten gevolgen konden hebben voor de waardering van de betreffende derivaten of aandacht heeft gehad voor de kanttekening over de toepassing van kostprijshedge accounting in het rapport van Deloitte FAS en 4) niet aannemelijk is geworden dat betrokkene op alle onderdelen van de toelichting voldoende en geschikte controlewerkzaamheden heeft verricht; daarvoor is onder meer redengevend dat meerdere onderdelen van de toelichting niet (zichtbaar) aansluiten met achterliggende documenten, dat niet zichtbaar aandacht is besteed aan het informatieverschil tussen treasuryverslag en toelichting, dat geen aandacht is geschonden aan de verifieerbaarheid en aanvaardbaarheid van de opgaven van de banken en dat niet aannemelijk is dat getoetst is of het salderen van de derivatenportefeuille voldeed aan de daarvoor geldende voorwaarden. De conclusie is dat betrokkene de controle van de jaarrekening 2010 van Vestia met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling heeft gepland en uitgevoerd, als gevolg waarvan hij een goedkeurende accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer heeft gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag kan worden vastgesteld. Door zijn handelwijze heeft betrokkene op een niet te onderschatten wijze de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag geschonden, welke schending in beginsel een (tijdelijke) doorhaling had kunnen rechtvaardigen. Meegewogen zijn de al door zijn kantoor tegen betrokkene genomen maatregelen en de publiciteit over deze zaak en het ontbreken van een eerdere tuchtrechtelijke veroordeling zodat wordt volstaan met de maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2013:25 Accountantskamer Zwolle 12/834 Wra AK
- Datum publicatie: 19-08-2013
- Datum uitspraak: 19-08-2013
- ECLI:NL:TACAKN:2013:25
Sobi-klacht tegen de accountant die de jaarrekening 2010 van Vestia heeft gecontroleerd. Bij de beoordeling van de klacht is mede acht geslagen op wat de Accountantskamer in de door de AFM ingediende klachtzaak heeft bevonden en geoordeeld; de behoorlijke tuchtprocesorde staat daar in dit geval niet aan in de weg. In die klachtzaak is al geoordeeld dat betrokkene betreffende de controle van de jaarrekening 2010 niet voldoende en geschikte controlewerkzaamheden heeft verricht en dat daaruit volgt dat betrokkene de controle van de jaarrekening 2010 met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling heeft gepland en uitgevoerd, als gevolg waarvan hij een goedkeurende accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer heeft gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag kan worden vastgesteld. Dit oordeel leidt ertoe dat de door klaagster ingediende klacht al om die reden eveneens gegrond moet worden verklaard. Nu juist de controle aangaande de verwerking van de derivaten in de jaarrekening niet afdoende heeft plaatsgehad, zou deze controle alsnog moeten plaatsvinden alvorens kan worden beoordeeld of de in de jaarrekening 2010 opgenomen informatie daadwerkelijk misleidend is en of het eigen vermogen en resultaat te hoog zouden zijn weergegeven. Bij een dergelijk vergaand onderzoek, als daarvoor al in een tuchtprocedure plaats is, heeft klaagster geen belang nu de klacht al gegrond is. Gelet op de in de AFM-tuchtzaak opgelegde maatregel is er geen reden om aan betrokkene een extra of nadere maatregel op te leggen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3402
- Pagina: 3403
- Pagina: 3404
- ...
- Pagina: 4503
- Volgende pagina zoekresultaten