Zoekresultaten 3311-3320 van de 43919 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5136

    Klacht over een door verweerder uitgevoerd Pro Justitia onderzoek naar klager. Klager is het niet eens met de wijze van totstandkoming en de conclusies van het onderzoek. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:162 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5135

    Klacht over een door verweerder uitgevoerd Pro Justitia onderzoek naar klager. Klager is het niet eens met de wijze van totstandkoming en de conclusies van het onderzoek. Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:230 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-032/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Hoewel het de voorkeur had verdiend als verweerder de vordering voor gederfd levensonderhoud van klaagster als benadeelde partij eerder dan tijdens de strafzitting schriftelijk had ingediend, voert het te ver om hem dit tuchtrechtelijk te verwijten. Ook de keuze van verweerder om te wachten met de nadere onderbouwing van de vordering voor gederfd levensonderhoud totdat de strafzaken in hoger beroep op zitting werden gepland, valt binnen de grenzen van de vrijheid die een advocaat toekomt in de wijze waarop hij de belangen van zijn cliënt behartigt. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:160 Hof van Discipline 's Gravenhage 220207

    Bekrachtiging beslissing raad; klacht tegen eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Verweerder heeft tijdens het onderhandelingstraject met de advocaat van de ex-echtgenoot in het belang van klaagster gehandeld en zich ingezet om de echtscheiding op de kortst mogelijke termijn af te wikkelen met een voor klaagster zo gunstig mogelijk resultaat. Van enige onzorgvuldigheid tijdens de behartiging van klaagsters belangen is het hof niet gebleken. Weliswaar heeft verweerder zich een aantal keer op vrij directe wijze en in niet mis te verstane bewoordingen richting klaagster geuit, maar deze uitingen en bewoordingen overschrijden de grenzen van hetgeen een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat betaamt niet. Het hof merkt op dat vanwege de directe en duidelijke wijze van communiceren door verweerder, het voor klaagster ook duidelijk moet zijn geweest welke werkzaamheden verweerder voor klaagster verrichtte en waarom hij niet altijd deed / kon doen wat klaagster van hem verlangde. Deze communicatie van verweerder moet ook worden gezien in de context van de situatie (onder meer het feit dat klaagster gebonden was aan afspraken die de eerdere advocaat van klaagster met de wederpartij had gemaakt), was helder en met voldoende redenen omkleed. Voorts is niet gebleken dat verweerder excessief heeft gedeclareerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:231 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-026/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Het had de voorkeur verdiend als verweerster tijdig de advocate van klager had geïnformeerd dat en waarom zij niet binnen de door haar toegezegde termijn de draagkrachtberekeningen kon aanleveren, maar de raad acht dit niet dermate onzorgvuldig dat haar ter zake een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:161 Hof van Discipline 's Gravenhage 220048

    Bekrachtiging beslissing raad voor zover in hoger beroep nog aan de orde. Hoger beroep van klager tegen ongegrond verklaarde klachtonderdelen (betreffende dienstverlening eigen advocaat) faalt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:232 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-915/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Klaagster en (nu) haar ex-man waren verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. In de aanloop naar de echtscheiding hebben zij een mediationtraject gevolgd. Dat heeft echter niet geleid tot concrete afspraken. Er is ook niets op papier gezet. In de echtscheidingsprocedure in hoger beroep worden door verweerster stukken ingebracht die afkomstig zijn uit de mediation. Volgens klaagster heeft verweerster hiermee de geheimhoudingsplicht geschonden die partijen bij het begin van de mediation zijn overeengekomen. De raad stelt voorop dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. In dit geval echter is de raad van oordeel dat het verweerster niet vrij stond de informatie en stukken uit de mediation zonder overleg met de wederpartij in de procedure te gebruiken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:162 Hof van Discipline 's Gravenhage 220215

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:233 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-914/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Tussen de familie van klaagster en die van verweerster is sprake van een geschil in de privésfeer. Over en weer zijn aangiftes gedaan van onder meer belaging en bedreiging. In 2021 is klaagster op haar werk tweemaal gebeld. Volgens klaagster was dit verweerster en liet zij zich daarbij grievend en onprofessioneel uit. Er werden diverse beschuldigingen geuit en verweerster zou daarbij meermaals hebben gewezen op haar hoedanigheid als advocaat. Volgens verweerster was het niet zij die de telefoongesprekken voerde, maar haar zuster. Zij stond er naast en bood een luisterend oor. De raad overweegt dat klaagster haar klacht heeft onderbouwd met twee gedetailleerde schriftelijke verklaringen; een van een collega en een van haar werkgeefster. Daartegenover betwist verweerster enkel de geschetste gang van zaken, zonder zelf gedetailleerde informatie te verstrekken hoe een en ander in haar visie gegaan zou zijn. Die betwisting is naar het oordeel van de raad tegenover de onderbouwing van de klacht door klaagster onvoldoende. De raad houdt het er daarom voor dat verweerster (ook) zelf telefonisch heeft gesproken met klaagster en daarbij heeft gewezen op haar hoedanigheid als advocaat. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:163 Hof van Discipline 's Gravenhage 220213

    Klacht van oud-cliënt en zijn opvolgende advocaat, dat verweerder aansprakelijkstelling wegens vermeende beroepsfout niet bij zijn verzekeraar zou hebben vermeld en zich in een brief aan de opvolgende advocaat op ontoelaatbare wijze heeft geuit. Anders dan de raad verklaart het hof de klacht in beide onderdelen ongegrond. Verweerder heeft de aansprakelijkstelling wel bij zijn verzekeraar gemeld, maar gelet op de (beslist niet kansloze) betwisting van aansprakelijkheid stond het verweerder vrij geen rechtstreeks contact van klagers met zijn verzekeraar toe te staan. Bezien binnen de context en achtergrond heeft verweerder in zijn brief de grenzen van het toelaatbare opgezocht, maar niet overschreden.