Zoekresultaten 1871-1880 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:121 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-445/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster met de in de randnummers 7 en 9 van het verzoekschrift d.d. 11 september 2020 geponeerde stellingen en gebezigde bewoordingen niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Hoewel de raad zich kan voorstellen dat klager door de in de randnummers 7 en 9 geponeerde stellingen gegriefd is en gelet op het van toepassing zijnde toetsingskader van een familierechtadvocaat mag worden verwacht dat die zich terughoudend opstelt, geldt dat onwelgevallige uitlatingen van een wederpartij niet zonder meer ontoelaatbaar zijn. Daarvan is pas sprake als uitlatingen bijvoorbeeld apert onjuist zijn of in redelijkheid geen bijdrage kunnen leveren aan het debat. Dit is de raad niet gebleken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:220 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-516/DH/RO

    Raadsbeslissing. Verweerster heeft haar cliënte bij de Geschillencommissie Zorg onzorgvuldig en in strijd met de aan haar te stellen zorgvuldigheidseisen gehandeld. Het intern overdragen van de zaak doet er niet aan af dat verweerster verantwoordelijk was voor de zaak van klager. Verweerster heeft de zaak ook niet voldoende onderbouwd. Het indienen van enorme hoeveelheden producties, zonder leeswijzer en door op een aantal punten te verwijzen naar producties is daarvoor niet voldoende. Met haar opstelling door geen bespreking in te willen plannen, is verweerster voorbijgegaan aan de belangen van haar cliënt. Dat zij klager op toevoegingsbasis bijstond en dus efficiënt met haar tijd om moest gaan, vormt daar geen rechtvaardiging voor. Verweerder heeft klager bovendien onjuist geïnformeerd over de mogelijkheid om nadere stukken in te dienen. Schorsing van 4 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:122 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-448/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door namens zijn cliënte het standpunt in te nemen dat deze niet gehouden was tot restitutie van het door klager betaalde bedrag van € 2.591,38 en door daarnaast in zijn brief d.d. 25 januari 2023 oneigenlijke druk uit te oefenen op klager door de betaling van het bedrag van € 1.993,- afhankelijk te stellen van een verklaring van klager dat deze tegen finale kwijting genoegen nam met dit bedrag en afstand deed van de aanspraak op restitutie van het bedrag van € 2.591,38.  Verweerder heeft desgevraagd ter zitting van de raad geweigerd toe te lichten waarom het door hem verwoorde standpunt in zijn visie een pleitbaar standpunt was en heeft zich aldus kennelijk niet willen verantwoorden voor zijn optreden. Door een standpunt in te nemen, waarvan niet is gebleken dat het een pleitbaar standpunt was, en zich voor zijn optreden niet te willen verantwoorden, heeft verweerder naar het oordeel van de raad de kernwaarde integriteit geschonden. De raad acht in dezen de maatregel van berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:221 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-605/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:72 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/732187 / DW RK 23/117 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager heeft niet de gevraagde stukken overgelegd en zijn financiële situatie onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:123 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-962/DB/LI

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:216 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-790/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:73 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/733829 / DW RK 23/162 LvB/WdJ

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde kostenspecificatie blijkt niet er te hoge kosten zijn berekend.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:217 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-148/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:255 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-983/AL/MN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerster voldoende met haar cliënt gecommuniceerd over haar plotselinge afwezigheid. De raad is van oordeel dat wanneer een advocaat gaandeweg tot het oordeel komt dat een andere insteek noodzakelijk is, het onvermijdelijk is deze koers te kiezen in weerwil van de inhoud van de opdrachtbevestiging. Hier wreekt zich wel dat verweerster haar eerst nogal algemene opdrachtbevestiging op verzoek van klager heeft herschreven tot een wel heel specifieke opdrachtbevestiging. Het had de voorkeur verdiend indien verweerster het doel van klager had verwoord, in plaats van een juridische route die zij nog niet goed doordacht had. Dat het gewijzigd inzicht eerst na zeven maanden is gekomen, verdient ook geen schoonheidsprijs. Dit is echter geen onderdeel van de klacht. Dat klager met de gewijzigde koers niet heeft willen instemmen, zoals hij aan verweerster heeft gemaild, is denkbaar, maar maakt niet dat verweerster van de hiervoor geschetste handelwijze een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Van een kwalitatief onvoldoende processtuk is de raad evenmin gebleken. Klacht ongegrond.