Zoekresultaten 15751-15760 van de 44920 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/181
- Datum publicatie: 07-05-2019
- Datum uitspraak: 07-05-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:78
Klager verwijt verweerder het bewust achterhouden en manipuleren van de medische gegevens van klager en deze gegevens bewust en met opzet in het medisch verslag vermelden, zodat derden die klagers medisch verslag doornemen een onjuiste indruk krijgen die niet gebaseerd is op de werkelijkheid. Ongegrond
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:117 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.155
- Datum publicatie: 07-05-2019
- Datum uitspraak: 07-05-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:117
Klacht tegen een chirurg. Klager verwijt de chirurg dat hij een medische fout heeft gemaakt bij de operatie van 11 oktober 2012, waarbij een sutured haemorroidopexie is uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt op grond van het schriftelijk en mondeling debat ter terechtzitting in beroep wat betreft het handelen van verweerder in zijn hoedanigheid van chirurg tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege neemt hetgeen het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De overwegingen van het college’ heeft overwogen hier over. Daarmee onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de keuze van de chirurg voor de uitgevoerde operatie, gelet op de omstandigheden, juist voorkomt, omdat herhaling van de standaard haemorroidectomie zeer veel kans geeft op incontinentie en andere klachten en ook de PPH methode veel complicaties kent. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-354
- Datum publicatie: 07-05-2019
- Datum uitspraak: 07-05-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:67
Ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft voldoende onderbouwd dat de baring bij klaagster onvoldoende vorderde en dat de episiotomie en de fundusexpressie noodzakelijk waren. Niet gebleken dat de arts de wond niet lege artis heeft gehecht. De communicatie en de uitleg over de fundusexpressie en de episiotomie hadden wel zorgvuldiger kunnen verlopen, maar dit is niet zodanig dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:111 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.431
- Datum publicatie: 07-05-2019
- Datum uitspraak: 07-05-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:111
Klager was opgenomen op de gesloten afdeling van een GGZ-instelling waar verweerder als teamleider bedrijfsvoering werkzaam is. Er was geen behandelrelatie tussen klager en verweerder. Klager verwijt verweerder onder meer dat hij niet serieus werd genomen en allerlei diagnoses opgeplakt kreeg en dat verweerder niet heeft ingegrepen toen klager door een medepatiënt werd getrapt en uitgescholden. Klager is van mening dat verweerder als teamleider eindverantwoordelijk is voor de incidenten op de afdeling en voor zijn behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege concludeert dat het handelen of nalaten van verweerder niet kan worden getoetst aan de in artikel 47, lid 1, onder a en b, van de Wet BIG neergelegde eerste en tweede tuchtnorm en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-230b
- Datum publicatie: 07-05-2019
- Datum uitspraak: 07-05-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:80
Ongegronde klacht tegen een kinderarts. De kinderarts werkte op desbetreffende dag als supervisor. Zij mocht op basis van de feitelijk correcte presentatie van de casus door de arts-assistent tot de slotsom komen dat het kleinkind van klaagster na aankomst op de SEH zorgvuldig werd behandeld door de arts-assistent en haar tussenkomst niet nodig was. Het kan de kinderarts niet worden verweten dat de specialistenbrief is verstuurd aan de door de ouders, achteraf onjuist, opgegeven huisarts. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:55 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-024
- Datum publicatie: 06-05-2019
- Datum uitspraak: 11-02-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:55
Op grond van artikel 4 van het openbare wrakingsprotocol Raden van Discipline oordeelt de wrakingskamer schriftelijk dat verzoeker te laat, want niet meteen nadat hij bekend is geworden met de feiten en omstandigheden die hij aan zijn wraking ten grondslag heeft gelegd (artikel 1 lid 5), de behandelende raad heeft gewraakt. Het verzoek tot wraking is daarom kennelijk ongegrond en wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2018:300 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-281
- Datum publicatie: 06-05-2019
- Datum uitspraak: 20-08-2018
- ECLI:NL:TADRARL:2018:300
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerder klager in de dagvaarding heeft vermeld op de wijze zoals hij heeft gedaan is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-835
- Datum publicatie: 06-05-2019
- Datum uitspraak: 25-02-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:56
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen deken kennelijk niet-ontvankelijk nu de voorzitter niet is gebleken dat klagers door het handelen van verweerder in zijn hoedanigheid van deken in hun eigen belang zijn getroffen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2018:301 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-722
- Datum publicatie: 06-05-2019
- Datum uitspraak: 19-12-2018
- ECLI:NL:TADRARL:2018:301
De voorzitter oordeelt de klacht van klager niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn ex artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet, nu van een verschoonbare termijnoverschrijding niet is gebleken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:57 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-007
- Datum publicatie: 06-05-2019
- Datum uitspraak: 11-03-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:57
Essentie: De voorzitter oordeelt de klacht deels kennelijk ongegrond wegens ne bis in idem-beginsel van artikel 47b lid 1 Advocatenwet, deels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding ex artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet, en voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerder heeft niet de grenzen van de hem, als advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid overschreden. De door klager kennelijk bedoelde ‘getuige’ heeft zich zelf tot de cliënt en daarna, op verzoek van zijn cliënt, tot verweerder gewend, zodat van onjuiste beïnvloeding van een getuige geen sprake is. Dat verweerder jegens die persoon, of anderen, klager ‘zwart heeft gemaakt’ en zijn privacy heeft geschonden of zou hebben misleid en beïnvloed om tegen klager te getuigen, is de voorzitter, bij gebreke van concrete feiten die die verwijten onderbouwen, niet gebleken.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1575
- Pagina: 1576
- Pagina: 1577
- ...
- Pagina: 4492
- Volgende pagina zoekresultaten