Zoekresultaten 12241-12250 van de 45111 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:197 Raad van Discipline Amsterdam 20-080/A/A
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 14-09-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:197
Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Het merendeel van de door klager genoemde uitspraken die volgens hem onjuist zijn, zijn gedaan in het kader van de inhoudelijke standpuntbepaling van de vrouw in het geschil met (de vennootschap van) klager. Het is niet aan de tuchtrechter om daar een inhoudelijk oordeel over te geven. Dat oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter, die dat inmiddels heeft gedaan. Dat verweerder in de akte en/of in de pleitnota inhoudelijke stellingen heeft geponeerd die bij voorbaat kennelijk onjuist zijn, is niet gebleken. Het ter discussie stellen van de academische titels die klager voert was functioneel voor de zaak die verweerder bepleitte. Bovendien heeft verweerder de nodige distantie betracht. Ook de beschuldiging van fysieke mishandeling was functioneel voor de zaak die verweerder bepleitte en dus niet onnodig grievend.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/402
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 22-09-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:113
Klager verwijt de tandarts dat hij aan klager heeft aangeraden implantaten te nemen zonder dat klager vooraf goed was geïnformeerd over de risico's daarvan - te meer gelet op de zeldzame medische aandoening van klager. Binnen twee jaar na plaatsing van de implantaten zijn deze verloren gegaan. Verweerder betreurt dit maar betwist dat er een relatie bestaat tussen het verlies van de implantaten en de medische aandoening van klager. Om die reden is klager ook niet van tevoren hieromtrent geïnformeerd. Er was volgens verweerder bij klager geen sprake van een goede mondhygiëne. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:195 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190311
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 21-09-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:195
Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, voor zover onderworpen aan het oordeel van het hof. Waarschuwing. Optreden als advocaat of mediator? Zeker gelet op haar eerdere betrokkenheid tegenover beide partijen in het kader van een mediationtraject en gelet op de gang van zaken had het op de weg van verweerster gelegen om voor aanvang van het viergesprek uit eigen beweging duidelijkheid te verschaffen over haar rol en hoedanigheid bij dit viergesprek. Ook tijdens het viergesprek heeft verweerster, hoewel dit wel op haar weg had gelegen, niet de benodigde duidelijkheid verschaft over haar rol en hoedanigheid hierbij. Het is aan verweerster om misverstanden over haar hoedanigheid te voorkomen. Verweerster heeft in strijd met regel 9 lid 1 gedragsregels 2018 gehandeld jegens klager en heeft daardoor niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Daarbij betrekt het hof dat - anders dan de raad overweegt - de vraag of daadwerkelijk een misverstand is ontstaan, er bij de beoordeling van de vraag of tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld niet toe doet, laat staan dat sprake dient te zijn van enig nadeel aan de zijde van klager.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:198 Raad van Discipline Amsterdam 20-581/A/A
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 14-09-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:198
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Het was niet aan verweerder om achter de benodigde informatie aan te gaan, temeer niet nu het ging om een advieszaak. Verweerder heeft voorts duidelijk aan klager geschreven dat hij zou overgaan tot sluiting van het dossier.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:196 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190320
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 21-09-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:196
Klacht tegen advocatenkantoor, vertegenwoordigd door de advocaat-bestuurder, gevoerd door een naamloze vennootschap. Klacht, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, is ongegrond. Vernietiging beslissing van de raad, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen. Raad heeft aan onjuiste norm getoetst. Nu sprake is van een advocaat die in een andere hoedanigheid optreedt, dient te worden getoetst of de advocaat zich zodanig gedraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad. Indien dat het geval is, zal in het algemeen sprake zijn van een handelen of nalaten dat in strijd is met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt waarvan hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Niet kan worden vastgesteld dat het advocatenkantoor, vertegenwoordigd door de advocaat-bestuurder, tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Niet kan worden vastgesteld dat de advocaat-bestuurder namens het advocatenkantoor het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is dan ook geen sprake.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:199 Raad van Discipline Amsterdam 20-586/A/NH
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 14-09-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:199
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat deels niet-ontvankelijk wegens tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:197 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200060
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 21-09-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:197
De vrijheid van een advocaat die een minderjarige bijstaat wordt niet alleen begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van de opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt, maar vergt extra zorgvuldigheid jegens alle betrokken familieleden en bewustzijn van de wettelijke beperkingen. De advocaat dient zich van de kwetsbare positie van de minderjarige bewust te zijn en te waken voor onnodige polarisatie tussen kind en ouder(s) en tussen de ouders onderling. Een zekere terughoudendheid mag worden verwacht, rekening houdend met de wettelijke beperkingen die gelden voor het optreden voor een minderjarige. Het hof vernietigt gedeeltelijk de uitspraak van de raad (ongegrond) en verklaart één klachtonderdeel alsnog gegrond met oplegging van een waarschuwing. Verweerster heeft zich namens de zoon in een geding tussen diens ouders gemengd, zonder dat zij voldoende zekerheid had over de juistheid van haar stellingname.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:64 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-266/DB/A
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 07-09-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:64
Niet gebleken dat advocaat de belangen van zijn cliënt onvoldoende heeft behartigd. De door de cliënt ondertekende ‘verkorte’ overeenkomst was gelet op de benarde positie van de cliënt het meest gunstige resultaat. Dat de gestelde voorwaarden nadien niet zijn vervuld, valt de advocaat niet te verwijten. Advocaat heeft in het kort geding tot ontruiming de standpunten van zijn cliënte uitvoerig gemotiveerd verwoord. Dat de voorzieningenrechter tot een ander oordeel komt dan door de cliënt gewenst valt de advocaat niet te verwijten. Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:191 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200152
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 21-09-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:191
Artikel 13 beklag. Klager wil een advocaat voor een arbeidsrechtelijke kwestie bij de kantonrechter. Hij stelt dat hij door lichamelijke en psychische klachten niet in staat is om een complexe procedure als een getuigenverhoor zonder advocaat te kunnen voeren en dat de procedure voor hem en zijn gezin van groot belang is welke situatie niet vergeleken kan worden met een andere normale zaak voor de kantonrechter. De verplichting voor de deken om op grond van artikel 13 Advocatenwet een advocaat aan te wijzen geldt alleen voor personen die een advocaat zoeken voor een procedure waarbij een advocaat verplicht is of voor een procedure waarin zij uitsluitend door een advocaat kunnen worden bijgestaan. De wet biedt geen ruimte voor de deken om hierin een andere keuze te maken. Het beklag wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2020:198 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200062
- Datum publicatie: 22-09-2020
- Datum uitspraak: 21-09-2020
- ECLI:NL:TAHVD:2020:198
Verweerder komt in beroep tegen de door de raad aan hem opgelegde voorwaardelijke boete van € 5.000,-. Verweerder is de voormalig advocaat van klager. Klager heeft zich erover beklaagd dat verweerder hem niet zorgvuldig heeft geïnformeerd over het feit dat de kosten van zijn voormalig advocaat, mr. O., niet zijn meegenomen in de eindafwikkeling van de procedure. Evenals de raad heeft overwogen en geoordeeld is het hof van oordeel dat verweerder is tekort geschoten in de op hem rustende zorgplicht om een cliënt helder te informeren over hetgeen is afgesproken of bedoeld als hem wordt gevraagd akkoord te gaan met een (eind)regeling (een vaststellingsovereenkomst). Het staat echter niet vast dat klager bij een juiste wijze van communicatie door verweerder de kosten van mr. O. met Univé had kunnen uit onderhandelen en geen betaling had hoeven doen aan mr. O. Het hof vernietigt dan ook de door de raad opgelegde voorwaardelijke geldboete. Voor het overige bekrachtigt het hof de beslissing van de raad.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1224
- Pagina: 1225
- Pagina: 1226
- ...
- Pagina: 4512
- Volgende pagina zoekresultaten