Zoekresultaten 10701-10710 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-01 (2020.V4-Zaanborg)

    Op 15 januari 2020 is het ms Zaanborg in ballastconditie vertrokken uit de haven van Ravenna, Italië. Dat was in de avond en de loods ging binnen de pieren van boord af. Vrij kort daarna heeft het schip een vast object (platform) geraakt. Daarbij ontstond forse schade boven de waterlijn, voornamelijk aan bakboordzijde van het voorschip.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2021:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/163

    Klager verwijt verweerder 1) dat hij zich voordoet als bedrijfsarts in plaats van Arboarts en zich niet heeft laten bijstaan door een supervisor, 2) dat hij advies heeft uitgebracht na enkel een kort telefonisch gesprek en dat hij geen medische informatie heeft opgevraagd bij de behandelaars van klager en 3) dat hij het advies van de second opinion arts naast zich heeft neergelegd. Verweerder heeft erkend dat hij abusievelijk nog heeft ondertekend als bedrijfsarts, terwijl hij dat niet meer was. Voor het overige heeft verweerder de klacht betwist. Gegrond, berisping

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2021:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/174

    Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij 1) klager ten onrechte niet heeft doorverwezen naar een andere beroepsbeoefenaar, 2) geen verwijzing voor een MRI-scan heeft verstuurd naar het andere ziekenhuis, ondanks dat dit wel was afgesproken, 3) onvoldoende informatie over de behandeling heeft gegeven en 4) gehandeld heeft in strijd met artikel 1 van de Grondwet. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft de klacht (in al haar onderdelen) kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:11 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2020.V4-ZAANBORG

    Op 15 januari 2020 is het ms Zaanborg in ballastconditie vertrokken uit de haven van Ravenna, Italië. Dat was in de avond en de loods ging binnen de pieren van boord af. Vrij kort daarna heeft het schip een vast object (platform) geraakt. Daarbij ontstond forse schade boven de waterlijn, voornamelijk aan bakboordzijde van het voorschip.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:47 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.052

    Klacht tegen tandarts. Tijdens verblijf van verweerster in het buitenland heeft klaagster zich bij de praktijk gemeld vanwege een afgebroken kies. Zij is zonder tussenkomst van een tandarts gezien en behandeld door een mondhygiëniste. Een deel van de klachten richt zich op de behandeling, maar de klaagster verwijt verweerster ook dat de organisatie van de praktijk onvoldoende was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt die beslissing, oordeelt dat de tandarts tekort is geschoten in de organisatie van de praktijk, legt de maatregel van berisping op en biedt de beslissing aan ter (geanonimiseerde) publicatie.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:28 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-616/DB/OB

    Klager verzoekt een herbeoordeling van een tweetal onderdelen van de door hem in 2015 tegen verweerder ingediende klacht, waarop de tuchtrechter reeds onherroepelijk heeft beslist. Klager dient op grond van het in artikel 47b Advocatenwet vastgelegde ne bis in idem-beginsel niet-ontvankelijk te worden verklaard in dit onderdeel van zijn klacht. Klacht verder deels niet-ontvankelijk ex art. 46g Advocatenwet en deels ongegrond omdat niet is gebleken dat verweerder onwaarheden heeft verkondigd, noch dat hij zich onnodig grievend heeft uitgelaten.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:29 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-617/DB/OB

    De voorzitter stelt vast dat in de onderhavige klachtzaak de gevolgen van het gestelde handelen of nalaten in elk geval op 15 september 2017 aan klager bekend waren. Ingevolge het bepaalde in artikel 46g lid 2 Advocatenwet verstreek de termijn waarbinnen klager kon klagen op 15 september 2018. Klager heeft eerst bij brief d.d. 30 mei 2019 geklaagd zodat de in artikel 46g lid 2 Advocatenwet bepaalde termijn is verstreken. Klager kan dan ook niet in zijn klacht worden ontvangen. De voorzitter zal de klacht op grond van artikel 46g lid 2 Advocatenwet niet-ontvankelijk verklaren.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:294 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-204

    De voorzitter oordeelt klager niet-ontvankelijk in de klacht wegens indiening ervan buiten de wettelijke driejaarstermijn van artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Van verschoonbare termijnoverschrijding is de voorzitter niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2021:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-260/DB/LI

    Of de cliënt van verweerder al dan niet rechtsgeldig tot bestuurder is benoemd in X en op grond daarvan namens X aan verweerder opdracht kon verstrekken om een procedure tegen klager aanhangig te maken betreft een civielrechtelijke kwestie waarover partijen nog procederen. De voorzitter heeft terecht overwogen dat de tuchtrechter ter zake geen bevoegdheid toekomt. De stelling dat door de (gestelde) onbevoegde vertegenwoordiging door verweerder van X de aandelen in X of de aan klager gelieerde onderneming als minderheidsaandeelhoudster zijn gedaald is door klager onvoldoende cijfermatig onderbouwd. Voor zover in rechte onherroepelijk zou komen vast te staan dat verweerder X onbevoegd vertegenwoordigd heeft, komt X mogelijk een vordering toe tot vergoeding van de daardoor geleden schade. Aan (indirect) aandeelhouders, waaronder de aan klager gelieerde vennootschap, komt in beginsel geen vordering toe tot vergoeding van afgeleide schade. Derhalve heeft de voorzitter terecht overwogen dat klager niet onderbouwd heeft dat hij rechtstreeks in zijn eigen belangen is of kon worden geschaad. Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:295 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-204

    Ongegrond verzet.