Zoekresultaten 35101-35110 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4049 Raad van Discipline Amsterdam 13-042Rot

    Voorzittersbeslissing. Advocaat treedt op als door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker ex 2:345 BW en/of als adviseur van de interim-bestuurder. Deels kennelijk niet-ontvankelijk, deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2013:YG2780 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2011/03 en VP2012/17

    Verpleegkundige wordt (seksueel) grensoverschrijdend gedrag jegens een aantal vrouwelijke patiënten verweten. De gestelde gedragingen variëren van ongepaste, al dan niet seksueel getinte opmerkingen, daadwerkelijk seksueel contact en zelfs een negen jaren durende seksuele relatie met één van de patiënten. De klachten zijn gegrond. Gezien de ernst van de feiten wordt de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4030 Raad van Discipline Amsterdam 12-188A + 12-189A

    Een advocaat heeft een grote mate van vrijheid de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Deze vrijheid wordt onder meer beperkt indien de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarbij een redelijk doel wordt gediend. Een advocaat die na verkregen verhaalsinformatie van zijn cliënt en na verlof conservatoir beslag laat leggen, handelt niet klachtwaardig ook al blijkt een of meer van de beslagobjecten aan anderen dan de beslagdebiteur toe te behoren. Het staat een advocaat vrij om de verkregen informatie van zijn cliënt te verifiëren bij derden en ook deze derden te benaderen met een concept tekstvoorstel teneinde deze te gebruiken in getuigenverklaring zolang genoemd tekstvoorstel de juistheid van de verklaring geen geweld aandoet.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2775 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.194

    Klager was TBS-gedetineerd in een forensisch psychiatrische instelling waar de aangeklaagde gz-psycholoog werkzaam is. Klager verwijt de gz-psycholoog: 1. dat hij zonder overleg met klager en zonder diens toestemming verplichte medicatie heeft toegediend; 2. het toegediende middel ten onrechte is aangemerkt als impulsregelaar terwijl het een psychoticum is, bedoeld ter behandeling van schizofrenie. Daarmee is onjuiste medicatie voorgeschreven; 3. hij ten onrechte een advies van het PBC niet heeft opgevolgd. Het RTG heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2756 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.145

    Klaagster verwijt de kinderarts dat hij zonder (uitgebreider) somatisch onderzoek haar zesjarige zoon zware medicatie (Ritalin, Concertas en Risperdal) heeft voorgeschreven. Hij had bij dat voorschrift niet zomaar mogen uitgaan van de diagnose van de gezondheidszorgpsycholoog en heeft nadien ten onrechte geen controle uitgeoefend, aldus klaagster. In eerste aanleg zijn alle klachten gegrond verklaard en is de maatregel van berisping opgelegd alsook publicatie. In hoger beroep wordt de multidisciplinaire richtlijn ADHD bij kinderen en jeugdigen uitgelegd en toegepast. De conclusie luidt dat de arts op het gebied van het voorgeschreven somatisch onderzoek en het vastleggen van de resultaten daarvan niet aan de richtlijn heeft voldaan. De overige klachten van klaagster worden verworpen. Volgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2769 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.127

    Zoon van klaagster is behandeld in de GGZ-instelling waar verweerder als psychiater werkzaam was. Nadat de zoon was overgeplaatst naar een andere locatie, heeft verweerder geen bemoeienis meer met hem gehad. Bijna een jaar na die overplaatsing is de zoon overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij haar zoon onvoldoende zorg heeft verleend en dat hij klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt de klacht ongegrond. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4056 Raad van Discipline Amsterdam 12-260A

    Klacht van ex-cliënt wegens “no cure no pay” constructie. Klager is niet ontvankelijk in zijn klacht, nu niet kan worden vastgesteld dat als advocaat van klager is opgetreden.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:YG2765 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 12118d

    Huisarts wordt verweten dat hij de klachten van klaagster niet serieus heeft genomen waardoor een in de darm aanwezig tumor en uitzaaiingen in de lever pas na 1,5 jaar zijn ontdekt. Nu bij elk consult een deugdelijke anamnese is afgenomen , volgens de regels lichamelijk onderzoek is verricht en conform NHG-standaard is gehandeld, kon en mocht de diagnose PDS als oorzaak van de buikpijn gesteld (blijven) worden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4050 Raad van Discipline Amsterdam 13-062A

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat tegen advocaat wederpartij. Vrijheid van handelen. Geen sprake van onnodig grievende uitlatingen. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4031 Raad van Discipline Amsterdam 12-178A

    Het noemen van een partij waarbij klager is betrokken en welke partij negatieve aandacht in de media heeft verkregen in een procedure waarbij die partij geen enkele rol of betekenis heeft, is tuchtrechtelijk laakbaar. De belangen van klager zijn daarmee onnodig geschaad zonder dat daarbij een redelijk doel wordt gediend. De klacht is gegrond.